Compositie, Vorm en Kleurcontrasten

• Beeldende vorming
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Quiz

Compositie, vorm en kleurcontrasten

en een herhaling van ruimtelijk

20

Vraag 1. Wat is een compositie?

1. Allemaal voorwerpen op een tafel.
2. Een schilderij of een foto.
3. Een ruimtelijk beeld.
4. De manier waarop vormen, kleuren, lijnen en richtingen in een kunstwerk zijn geordend/geplaatst

Vraag 2. Wat voor een compositie is dit

1. Driehoekscompositie
2. Centraalcompositie
3. Symmetrie compositie
4. Over-all-compositie

Vraag 3. Wat voor compositie is dit?

1. Centrale compositie
2. Over-all compositie
3. Geen van beide

Vraag 4. Wat is de compositie?

1. centraal compositie
2. overall compositie
3. horizontale compositie
4. driehoekscompositie

Vraag 5. Welk begrip of welke begrippen passen bij de afbeelding?

1. Overlapping
2. Afsnijding
3. Overlapping & afsnijding
4. Typografie

Vraag 6. Welk begrip past het beste bij de afbeelding?

1. Overlapping
2. Afsnijding

Vraag 7. Wat is het effect 

van de afsnijding in deze plaatjes?

1. Het legt op deze manier de nadruk op de acties.
2. Links wordt het plaatje afgesneden en een close-up; je wordt zo meer betrokken bij de figuurtjes.
3. Het wordt door de afsnijding dramatischer.
4. Er is nu sprake van ruimtesuggestie.

Vraag 8. Bekijk de afbeelding hiernaast
Op welke manier wordt ruimte gesuggereerd?

1. Afsnijding
2. Overlapping
3. Hogerplaatsen
4. A + B + C

Vraag 9. Wat is een kleurcontrast?

1. Kleuren die elkaar versterken
2. Twee kleuren die je met elkaar mengt
3. Een zuivere en verzadigde kleur
4. Soorten van 1 kleur

Vraag 10. Welk kleurcontrast zie je?

1. Licht- Donker
2. Warm-Koud
3. Complementair
4. Secundair

Vraag 11. Welk kleurcontrast zie je?

1. Licht- Donker
2. Warm-Koud
3. Complementair
4. Secundair

Vraag 12. Welk
kleurcontrast zie je?

1. licht-donker contrast
2. koud-warm contrast
3. complementair contrast
4. kleur-tegen-kleur contrast

Vraag 13. Bij een complementair kleurcontrast staat er altijd een primaire kleur tegenover een secundaire kleur

1. Waar
2. Niet waar

Vraag 14. Welk kleurcontrast
zie je hiernaast?

1. licht-donker contrast
2. complementair contrast
3. kwantiteitscontrast
4. kwaliteitscontrast

Vraag 15. Met contrast wordt .........................bedoeld.

1. Overeenkomst
2. Tegensteling

Vraag 16. Wat zijn organische vormen?

1. Geometrische vormen
2. Vierkanten, driehoeken en rechthoeken
3. Natuurlijke vormen
4. Ronde vormen

Vraag 17. Wat is een belangrijk kenmerk van een geometrische vorm?

1. Alles is met een passer of lineaal gemaakt
2. Het zijn vierkanten en rechthoeken
3. Alles is gebaseerd op natuurlijke vormen
4. Het is driedimensionaal

Vraag 18. De vorm op de achtergrond is:

1. Organisch
2. Geometrisch

Vraag 19. De vorm op de achtergrond is:

1. geometrisch
2. organisch

Hoe vond je de quiz?

Makkelijk

Gemiddeld

Moeilijk