Oefenen begrippen examen

• Tekenen
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 4

Oefenen begrippen examen

Onderdelen

Vormgeving

• Kleur
• Licht
  
• Ruimte
• Compositie
• Vorm
• Lijn
• Textuur
• Structuur

Vormgeving - kleur

Welk kleurcontrast
zie je hiernaast?

1. Complementair contrast
2. Kleur-kleur contrast
3. Licht-donker contrast

In deze afbeelding is sprake van .....

1. Koude kleuren
2. Complementair contrast
3. Warme kleuren
4. Kleur-kleur contrast

In deze afbeelding zie je voornamelijk..

1. Secundaire kleuren
2. Optische kleurmenging
3. Primaire kleuren
4. Eén kleur familie

Vormgeving - licht

De pijl wijst naar een...

1. Slagschaduw
2. Eigen schaduw
3. Clair-obscuur
4. Tegenlicht

Welke afbeelding laat het beeldaspect plasticiteit zien?

1. Links
2. Rechts
3. Geen van beide
4. Allebei

Welke lichtrichting zie je hier?

1. Meelicht
2. Zijlicht
3. Tegenlicht

Vormgeving - ruimte

Hoe heet het perspectief op deze afbeelding?

1. Lijnperspectief
2. Vogelvluchtperspectief
3. Kikvorsperspectief
4. Neutraal perspectief

Op welke manieren wordt er op de afbeelding ruimte gesuggereerd?

1. Overlapping, afsnijding, groot voor - klein achter
2. Overlapping, afsnijding en coulissewerking
3. Overlapping, afsnijding, atmosferisch perspectief
4. Overlapping, afsnijding en kleurperspectief

Door welk ruimte aspect wordt je aandacht naar de man in het midden getrokken?

1. Hij heeft een rood omslagkleed
2. Hij staat in het midden van de afbeelding
3. De mannen wijzen naar hem
4. Het verdwijnpunt is achter hem

Vormgeving - compositie

De compositie is...

1. Statisch
2. Dynamisch
3. Symmetrisch

Wat voor soort compositie heeft deze afbeelding?

1. Symmetrisch
2. Centraal
3. Over-all
4. Diagonaal

Welke compositie lijkt
het meest op deze
compositie?

1. 
2. 
3. 
4. 

Vormgeving - vorm

Dit schilderij is...

1. Figuratief
2. Abstract
3. Geabstraheerd

Welke afbeelding is een voorbeeld van een geabstraheerde vorm?

1. 
2. 
3. 
4. 

De vormen op de afbeelding zijn...

1. Geometrisch, gesloten en vereenvoudigd
2. Organisch, gesloten en massief
3. Organisch, gedetailleerd en vereenvoudigd
4. Organisch, vereenvoudigd en open

Hofman heeft de behaarde huid van het Feestaardvarken gestileerd
verbeeld.
Hoe zie je dit?

1. De haren voelen echt aan
2. De haren zijn abstract
3. De haren zijn geometrisch
4. De haren zijn als lijnen

Je ziet in het zwart een sleutel.
In het wit zie je een stadsgezicht.
Hoe wordt deze vorm genoemd?

1. Restvorm
2. Silhouet
3. Symmetrie
4. Vervorming

Vormgeving - lijn, textuur, structuur

Op deze afbeelding zie je een foto van een ...

1. Textuur
2. Structuur
3. Textuur én een structuur
4. Geen textuur en geen structuur

Waardoor wordt er nog meer aandacht op het poppetje gevestigd?

1. Licht-donker contrast
2. Figuratief
3. Contourlijn
4. Restvorm