H3 Dieren in hun omgeving 2020

H3 Dieren in hun omgeving
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H3 Dieren in hun omgeving

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
  • Je kunt bij afbeeldingen of filmpjes van dieren bedenken op welke manieren ze zijn aangepast aan hun leefomgeving.
  • Je weet hoe je naar de bouw van dieren moet kijken om te begrijpen, waarom ze er zo uitzien als ze er uitzien. 
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen biotische en abiotische factoren en er van elk minstens 5 noemen.

Slide 2 - Tekstslide

vervolg leerdoelen
  • Je kunt als je een beschrijving van de leefwijze van een dier hebt er de habitat en de niche van een dier uit halen.
  • Je kunt uitleggen hoe een kringloop in het algemeen in elkaar zit en er een tekenen.
  • Je kunt voorbeelden geven van een mineralenkringloop, een koolstofkringloop en een zuurstofkringloop.

Slide 3 - Tekstslide

vervolg leerdoelen
  • Je kunt uitleggen, wat er fout kan gaan in een kringloop, als daaraan stoffen worden toegevoegd, of juist uit worden verwijderd.
  • Je kunt een voedselpiramide van de massa tekenen en uitleggen waarom elke tree van zo'n piramide vaal 10x kleiner is dan de tree eronder.
  • Je kunt uitleggen waarom een voedselpiramide van de aantallen er niet altijd hetzelfde uitziet als die van de massa.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Invloed uit de leefomgeving

Het voedsel en de ziekteverwekkers en de vijanden zijn biotische factoren


Temperatuur, regenval en wind zijn abiotische factoren

Slide 6 - Tekstslide

Invloed uit de leefomgeving

Slide 7 - Tekstslide

Habitat
Levensomgeving van een plant of dier.
Plaats waar het leven van een plant of dier zich afspeelt.
Hier zijn alle biotische en abiotische factoren zo dat hij er kan overleven.





Slide 8 - Tekstslide

Niche
De rol die het organisme speelt in het ecosystem
Interactie met het ecosysteem
voeding; wat eet het, door wie wordt hij gegeten ?
Andere taken; nest bouwen, graven etc.

Slide 9 - Tekstslide

Van individu tot ecosysteem

Biotoop = alle abiotische factoren in een bepaald gebied (temperatuur/water/licht)


Ecosysteem = leefgemeenschap en biotoop

Dus alle organismen en abiotische factoren in een gebied


Slide 10 - Tekstslide

Van individu tot ecosysteem

Slide 11 - Tekstslide

Kringloop van stoffen

die telkens opnieuw worden gebruikt

Slide 12 - Tekstslide

Mineralen

kringloop

Slide 13 - Tekstslide

Compost
Compost = 
Mest voor planten.
Maak je door tuinafval op een grote berg te bewaren.
Reducenten breken het afval af en produceren daarbij
veel mineralen. De compost bestaat uit die mineralen.
Voordelen van compostgebruik:
natuurlijke mest + veel mineralen = duurzaam

Slide 14 - Tekstslide

Twee soorten voedselpiramides
In een voedselpiramide geef je eigenlijk een voedselketen weer.  
Piramide van aantallen: hoeveel organismen zitten in elk niveau.
Piramide van biomassa: wat is de biomassa van elk niveau.

Slide 15 - Tekstslide

Magister
- Ga naar: Magister > Studiewijzers > Dieren
- Nakijken H2
- Download iBook  + Werkboek (heb je al gedaan)
- Lees je iBook H3
- Maak nu je huiswerk in je werkboek van hoofdstuk 3
(opdracht 5 en 10 NIET)

Slide 16 - Tekstslide

Maak een screenshot van blz 9 van je werkboek en upload hem hier.

Slide 17 - Open vraag

Maak een screenshot van blz 11 van je werkboek en upload hem hier.

Slide 18 - Open vraag

Maak een screenshot van blz 12 van je werkboek en upload hem hier.

Slide 19 - Open vraag

Klaar

Slide 20 - Tekstslide