1.5 over de grens en toch samen

Paragraaf 1.5
Ondanks grenzen toch samenleven
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1.5
Ondanks grenzen toch samenleven

Slide 1 - Tekstslide

H1: Grenzen en identiteit in Nederland
§5: Ondanks grenzen toch samenleven
Wat gaan we doen?
  • Herhaling §1, §2, §3 en §4
  • Uitleg: hoe kunnen we ondanks grenzen toch samenleven?
  • Huiswerk / Zelfstandig lezen §5

Lesdoelen (+Finish WB 174)
  • Je kunt de pluriformiteit aan groepsidentiteiten en godsdiensten verklaren op basis van de geschiedenis. 
  • Je kunt beargumenteren hoe een grote sociale samenhang leidt tot leefbaarheid, en een kleine sociale samenhang leidt tot verminderde leefbaarheid.

Slide 2 - Tekstslide

H1: Grenzen en identiteit in Nederland
§5: Ondanks grenzen toch samenleven
Lesdoelen: herhaling
  • Je kunt op basis van een bron vaststellen of er sprake is van een kunstmatige of natuurlijke grens, en een open/zachte of gesloten/harde grens.
  • Je kunt je eigen identiteit(en) onderzoeken.
  • Je kunt het bestaande territorium van en de bestaande grenzen binnen het Koninkrijk der Nederlanden uitleggen op basis van geschiedenis en identiteit.
  • Je kunt op basis van twee voor- en twee nadelen van open grenzen becommentariëren of de Brexit volgens jou het juiste is voor het Verenigd Koninkrijk.

  • Finish WB 173-174

Slide 3 - Tekstslide

Tussen Nederland en Duitsland is een open grens.
A
juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Een voorbeeld van de regionale identiteit is:
A
De Nederlandse identiteit
B
De Friese identiteit
C
De identiteit van Leeuwarden

Slide 5 - Quizvraag

Wat hoort bij het territorium van een land?
A
Gebied 12 zeemijl vanaf kust, grondgebied en luchtruim
B
Grondgebied en luchtruim
C
Gebied 12 zeemijl vanaf kust en luchtruim
D
Gebied 12 zeemijl vanaf kust en grondgebied

Slide 6 - Quizvraag

Elk volk heeft een eigen territorium
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

H1: Grenzen en identiteit in Nederland
§5: Ondanks grenzen toch samenleven
Hoe kunnen we ondanks grenzen toch samenleven?
Nederland kent een pluriforme samenleving:
  • Pluriformiteit: aanwezigheid van veel verschillen

In Nederland zijn dus veel verschillende culturen aanwezig.
Maar is er ook sprake van samenleven in de samenleving?

Slide 8 - Tekstslide

H1: Grenzen en identiteit in Nederland
§5: Ondanks grenzen toch samenleven
Hoe kunnen we ondanks grenzen toch samenleven?
Voorbeeld van pluriformiteit in Alphen: waar ben jij wel eens boodschappen gaan doen?


Nederlandse supermarkt
Internationale supermarkt
Islamitische slagerij
Surinaams afhaal

Slide 9 - Tekstslide

Wat is pluriformiteit?
A
Er komen weinig verschillende culturen voor in een land.
B
Mensen kunnen niet goed samenleven in een land.
C
Er komen veel verschillende culturen voor in een land.
D
Een ruimtelijke scheiding van groepen mensen.

Slide 10 - Quizvraag

De pluriformiteit in Nederland is door de jaren heen:
A
Afgenomen
B
Toegenomen

Slide 11 - Quizvraag

H1: Grenzen en identiteit in Nederland
§5: Ondanks grenzen toch samenleven
Hoe kunnen we ondanks grenzen toch samenleven?
Belangrijke factoren voor samen leven in de samenleving:
  • Sociale samenhang: de mate waarin mensen contact hebben met elkaar
  • Betrokkenheid: een band hebben met iets, bij iets of iemand betrokken zijn
  • Participatie: actieve deelname aan iets

Deze factoren vergroten de leefbaarheid en tolerantie, en de leefbaarheid en tolerantie vergroten de sociale samenhang.
  • Leefbaarheid: eigenschap van een buurt, wijk of omgeving op basis van kenmerken
  • Tolerantie: verdraagzaamheid (=wat je wel van elkaar accepteert)

Slide 12 - Tekstslide

H1: Grenzen en identiteit in Nederland
§5: Ondanks grenzen toch samenleven
Hoe kunnen we ondanks grenzen toch samenleven?
Belangrijke factoren voor samen leven in de samenleving:
  • Sociale samenhang: de mate waarin mensen contact hebben met elkaar
  • Betrokkenheid: een band hebben met iets, bij iets of iemand betrokken zijn
  • Participatie: actieve deelname aan iets

Slide 13 - Tekstslide

De sociale samenhang in Nederland is afgenomen door de ontkerkelijking
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Op welke manier kun je de sociale samenhang NIET verbeteren?
A
Door de leefbaarheid in een wijk te verbeteren.
B
Door minder betrokken te zijn.
C
Door tolerant te zijn tegenover je buurtjes.
D
Door te participeren in de samenleving.

Slide 15 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij: 'Meedoen aan activiteiten.'
A
Ontkerkelijking
B
Betrokkenheid
C
Leefbaarheid
D
Participatie

Slide 16 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van participatie?
A
Boodschappen doen voor de buurvrouw
B
Naar school gaan
C
Buurtfeest organiseren
D
Bbq met de buren

Slide 17 - Quizvraag

Wat is leefbaarheid
A
Weinig winkels in je straat
B
Een leuke speeltuin in de buurt
C
Geen school in je straat
D
De mate waarin een dorp of stad geschikt is om te wonen

Slide 18 - Quizvraag

Positief voor de leefbaarheid is...................
A
het laten slingeren van huisvuil
B
straatverlichting beperken
C
fietspaden verbeteren
D
geen inspraak accepteren

Slide 19 - Quizvraag

Hoe wordt de leefbaarheid van een plaats beter
A
Meer afvalbakken plaatsen.
B
Meer parken in de stad
C
Leuke activiteiten organiseren.
D
A, B en C zijn allemaal juist.

Slide 20 - Quizvraag

H1: Grenzen en identiteit in Nederland
§5: Ondanks grenzen toch samenleven
Hoe kunnen we ondanks grenzen toch samenleven?
De sociale samenhang is de afgelopen eeuw sterk afgenomen:
Door 1) Ontkerkelijking: situatie dat steeds minder mensen gelovig zijn of naar de kerk gaan (vanaf 1950 in Nederland)

Door 2) Mislukte integratie door segregatie en sociale ongelijkheid:
  • Integratie: deel gaan uitmaken van een groep met een andere identiteit
  • Segregatie: ruimtelijke scheiding van groepen mensen
  • Sociale ongelijkheid: ongelijke kansen voor mensen of bevolkingsgroepen

---> Hoe zit het ook alweer met het voorbeeld van de supermarkten..?

Slide 21 - Tekstslide

Welk begrip hoort bij: 'Veel verschillende identiteiten leven samen.'
A
Segregatie
B
Betrokkenheid
C
Leefbaarheid
D
Pluriformiteit

Slide 22 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij: 'Elkaars verschillen accepteren.'
A
Ontkerkelijking
B
Integratie
C
Tolerantie
D
Participatie

Slide 23 - Quizvraag

Welk begrip past bij de afbeelding?
A
ontkerkelijking
B
sociale ongelijkheid
C
pluriformiteit
D
leefbaarheid

Slide 24 - Quizvraag

H1: Grenzen en identiteit in Nederland
§5: Ondanks grenzen toch samenleven:Leefbaarometer

Slide 25 - Tekstslide

H1: Grenzen en identiteit in Nederland
§5: Ondanks grenzen toch samenleven
Lesdoelen: herhaling paragraaf 1.5
  • Je kunt de pluriformiteit aan groepsidentiteiten en godsdiensten verklaren op basis van de geschiedenis.
  • Je kunt beargumenteren hoe een grote sociale samenhang leidt tot leefbaarheid, en een kleine sociale samenhang leidt tot verminderde leefbaarheid.

  • Finish WB 123: Hoe kunnen we ondanks grenzen toch samenleven?

Slide 26 - Tekstslide

H1: Grenzen en identiteit in Nederland
§5: Ondanks grenzen toch samenleven
Lesdoelen: herhaling hoofdstuk 1
  • Je kunt op basis van een bron vaststellen of er sprake is van een kunstmatige of natuurlijke grens, en een open/zachte of gesloten/harde grens.
  • Je kunt je eigen identiteit(en) onderzoeken.
  • Je kunt het bestaande territorium van en de bestaande grenzen binnen het Koninkrijk der Nederlanden uitleggen op basis van geschiedenis en identiteit.
  • Je kunt op basis van twee voor- en twee nadelen van open grenzen becommentariëren of de Brexit volgens jou het juiste is voor het Verenigd Koninkrijk.
  • Je kunt de pluriformiteit aan groepsidentiteiten en godsdiensten verklaren op basis van de geschiedenis.
  • Je kunt beargumenteren hoe een grote sociale samenhang leidt tot leefbaarheid, en een kleine sociale samenhang leidt tot verminderde leefbaarheid.

  • Finish WB 122-123: Wat betekenen grenzen en identiteit in Nederland?

Slide 27 - Tekstslide

H1: Grenzen en identiteit in Nederland
§5: Ondanks grenzen toch samenleven
Huiswerk





  • Weet je het antwoord niet? Lees de tekst in je LB nog eens goed door
  • Kom je er niet uit? Stel je vraag aan de docent

Lezen LB
§5
Maken WB
§5: 3, 4, 5 en 6

Slide 28 - Tekstslide