T4 doel 2b (GL9I phrases clés)

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Bienvenue!

à la classe de français

français

néerlandais

objectifs du cours

Ik kan

2b. zinnen die te maken hebben met reizen gebruiken (NF)

La compétition entre les groupes

détester

1. determineren
2. houden van
3. een hekel hebben aan
4. toeteren

de bed and breakfast

1. le lit et petit-déjeuner
2. le chalet
3. la chambre d'hôte
4. l'emplacement

il est ....

1. midi moins le quart
2. onze heures moins le quart
3. onze heures et quart
4. onze heures et quinze

het eindexamen

1. le bac
2. le fac
3. le sac
4. le mac

vergeten

1. penser
2. oublier
3. balader
4. changer

samen lezen voor-koor-door)

Ik vind vooral het contact met de toeristen leuk

surtout

avec les touristes

J'aime

le contact

Kunt u zichzelf voorstellen?
oVus veoupz svou éprnteser?

À tour de rôle:

• 1 per groep komt naar voren en zoekt de juiste zin.
• Keer terug met de zin, de hele groep zit stil
• steek de zin omhoog
• Stil en goed? 5 punten

zoek:

Reist u veel voor uw werk?

zoek:

Wat vindt u het leukst in uw werk?

Répond à la question:
Quelles langues parlez-vous?
(je parle .../ nous parlons ...)

Iets heel anders:
Geef de uitgangen van werkwoorden op -ir (présent). Bijv. Finir

objectifs du cours

Ik kan

2b. zinnen die te maken hebben met reizen gebruiken (NF)

Oefen met de leerdoelen (zie Learnbeat):

lessen maandag: leesvaardigheid

lessen vrijdag: overige doelen

objectifs du cours

• je peux parler de mon futur et des langues que je parle
• je connais les mots et phrases sur le sujet 'en voyage'

inlogcode Quizlet

https://quizlet.com/join/yz29bNyay 

Of:

zoek nhakvoort/klassen/T4

Bij welk type werkwoord hoort deze vervoeging: 'je finis'

1. werkwoord op -er
2. werkwoord op -ir
3. werkwoord op -re
4. onregelmatig werkwoord

Bij welk type werkwoord hoort deze vervoeging: 'nous répondons'

1. werkwoord op -er
2. werkwoord op -ir
3. werkwoord op -re
4. onregelmatig werkwoord

Bij welk type werkwoord hoort deze vervoeging: 'vous rencontrez'

1. werkwoord op -er
2. werkwoord op -ir
3. werkwoord op -re
4. onregelmatig werkwoord

Bij welk type werkwoord hoort deze vervoeging: 'il choisit'

1. werkwoord op -er
2. werkwoord op -ir
3. werkwoord op -re
4. onregelmatig werkwoord

Bij welk type werkwoord hoort deze vervoeging: 'elle parle'

1. werkwoord op -er
2. werkwoord op -ir
3. werkwoord op -re
4. onregelmatig werkwoord

Bij welk type werkwoord hoort deze vervoeging: 'je vends'

1. werkwoord op -er
2. werkwoord op -ir
3. werkwoord op -re
4. onregelmatig werkwoord

Bij welk type werkwoord hoort deze vervoeging: 'il va'

1. werkwoord op -er
2. werkwoord op -ir
3. werkwoord op -re
4. onregelmatig werkwoord