Lidwoorden le/la/l'/les + un(e) - 2 lessen!!!

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

lidwoorden

des articles 

lesdoel

Na deze les herken ik de lidwoorden in het Frans en kan ik ze zelf hebruiken.

Le programme

1. lesdoel
2. lidwoorden uitleg en oefenen
3. huiswerk maken: 16B, C en D op p. 22-24

Wat zijn voorbeelden van lidwoorden in het Nederlands?

1. op - onder - in
2. de - het - een
3. mooi - groot - klein
4. moeder - kind - jurk

Lidwoorden in het Nederlands

de hond

het meisje

een kind

Lidwoorden in het Frans

mannelijk woord	le	le père	de vader
vrouwelijk woord	la	la mère	de moeder

Klinker of "stomme h"

mannelijk woord	le hôtel	l'hôtel	het hotel
vrouwelijk woord	la amie	l'amie	de vriendin

Wat is het juiste lidwoord voor
___ tante (v)

1. le
2. la
3. l'

Wat is het juiste lidwoord voor
___ truc (m) ?

1. le
2. la
3. l'

Wat is het juiste lidwoord voor
___ oncle?

1. le
2. la
3. l'

Meervoud

Le garçon > Les garçons

La fille > Les filles

L'hôtel > Les hôtels

Wat valt je op aan het lidwoord én aan het zelfstandig naamwoord?

Mannelijk

Vrouwelijk

Mannelijk _ vrouwelijk voor een klinker of h

LIDWOORDEN - de + het

Enkelvoud

  Meervoud

Je maakt een woord meervoud door LES voor en een S 

achter het woord te plakken!

Wat is het meervoud van "la maison" ?

Wat is het meervoud van "l'ami"?

"Een"

le/l'	un	un garçon	een jongen
la/l '	une	une fille	een meisje

Waardoor kun je "le chien" vervangen?

1. un chien
2. une chien

Waardoor kun je "la Madame" vervangen?

1. un Madame
2. une Madame

Mannelijk

Vrouwelijk

Mannelijk _ vrouwelijk voor een klinker of h

LIDWOORDEN - een

Enkelvoud

  Meervoud

un

des

une

des

LET OP: des heeft geen betekenis in het Nederlands!

les maisons = de huizen 

des maisons = huizen (dus geen lidwoord in het Nederlands)                 

un copain

des copains

une glace

des glaces

Les devoirs

Leren Apprendre 5 (p. 22-24)

Maken exercice 16

Klaar? Lees de Introduction van Unité 2

Volgende les starten we met Unité 2