Unit 2 - Part 3

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Unit 2 - Part 3

Voegwoorden verbinden twee zinsdelen met elkaar. Net als in het Nederlands.

I studied for my test, but don’t think I did well.

Ik heb geleerd voor mijn toets, maar ik denk niet dat ik het goed heb gedaan.

Voegwoorden

After

because

before

but

or

so

Until

na

tot

voor

omdat

maar

dus

of

Welk voegwoord moet je gebruiken? 

I can stay ____ 5 o’clock and then I have to go home for dinner. 

Welk voegwoord moet je gebruiken? 

My dad always reads a book ____ he goes to sleep.

Welk voegwoord moet je gebruiken? 

I can’t go to hockey practice next weekend ____ I’ve hurt my ankle.

Welk voegwoord moet je gebruiken? 

This snake is small and not poisonous, ____ it’s not dangerous.

Expressions

Vertaal de zin 

Wat is je precieze locatie?

Vertaal de zin 

Ik weet niet precies waar ik ben. Het ziet eruit als een fabriek.

Vertaal de zin 

Ik hoor het geluid van een spoorweg vlakbij.

Vertaal de zin 

Ik sta naast een verlaten hutje.

Blijf rustig en vertel me precies wat er is gebeurd.

Ben je gewond?

De motorrijder ligt op de grond en de bestuurder heeft een hoofdwond

We zijn erg bang, omdat het vuur zich zo snel verspreidt.

Dit dier is het grootste dat ik ooit heb gezien.

Blijf rustig en probeer duidelijk te praten.

Please stay calm and try to speak clearly.

This animal is the largest I have ever seen.

We're really scared, because the fire is spreading so fast.

Have you been injured?

Please calm down and  tell me exactly what has happened.

The biker is lying on the ground and the driver has a head wound.

Verbs

memorial

ammunition

helmet

gun

bandage

Draft

Duty

hostile

peace

to attack

to protect

belt

war

battle

to defeat

beschermen

aanvallen

oorlog

dienstplicht

plicht

riem

verslaan

gevecht

vijandig

vrede

Vertaal:

vlag

Vertaal:

soldaat

Vertaal:

weduwe

Vertaal:

weduwnaar

Vertaal:

helaas

The end