kwaliteit van leven _ rouw en verlies

Kwaliteit van leven 
Waar hangt dit van af ?
heeft dit altijd met technologie te maken ?
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Kwaliteit van leven 
Waar hangt dit van af ?
heeft dit altijd met technologie te maken ?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Kwaliteit van leven 

Slide 3 - Tekstslide

Wie heeft de regie 
Kwaliteitskader Zorg:
‘Het is de cliënt die bepaalt hoe zorgverleners en zorgorganisaties zo optimaal en liefdevol mogelijk kunnen bijdragen aan de kwaliteit van zijn of haar leven. 
Het is ook de cliënt die het resultaat van deze inspanningen beoordeelt: in welke mate is hij tevreden over de bijdrage van de geleverde zorg aan de beoogde kwaliteit van leven?’

Slide 4 - Tekstslide

kwaliteit van leven verbeteren door 
Dagbesteding  Brownies & Downies 
in Almelo: Feijn 
Eigen regie 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

terugblik vorige week
- wat wordt bedoeld met de term "somatiek"?

- wat hebben jullie ontdekt over het zorgleefplan op je stage? Wat heb je erin kunnen vinden?


Slide 7 - Tekstslide

terugblik vorige week
- Welke sterke punten heb je ontdekt van je stageadres op de zorgkaart van Nederland of in gesprek met collega's?

 - Welke zwakke punten heb je ontdekt van je stageadres op de zorgkaart van Nederland of in gesprek met collega's?

Slide 8 - Tekstslide

welk verpleeghuis is het beste voor mevrouw Tap?

Slide 9 - Open vraag

Deze week: 
kwaliteit van leven

Slide 10 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met "kwaliteit van leven"?

Slide 11 - Open vraag

4 domeinen van kwaliteit van leven

Slide 12 - Tekstslide

Lichamelijk welbevinden/fysiek domein
- Passende hulp bij ADL (let ook op uiterlijke verzorging)
- passende hulp bij en voldoende tijd voor eten en drinken (keuzemogelijkheden, passend bij dagritme, fijne sfeer etc.)

Slide 13 - Tekstslide

woon- en leefsituatie/ omgevings domein
- levenssfeer en privacy (op je gemak voelen en eigen sfeer)
- niet teveel verschillende zorgverleners over de vloer
- deskundig en betrouwbare zorgverleners
- schone en comfortabele woonruimte;
- bewegingsvrijheid (kunnen gaan/staan waar je wilt) 
- goede alarmsystemen (brand, inbraak, persoonlijke veiligheid)
- voldoende toezicht


Slide 14 - Tekstslide

participatie/sociale domein
- autonomie van client
- sociale activiteiten en dagbesteding (aansluitend bij wensen en behoeften van client)
- gastvrij (ook voor bezoekers)
- goede faciliteiten

Slide 15 - Tekstslide

mentaal welbevinden/psychisch domein
- aandacht voor het eigen leven 
- regie op het eigen leven behouden;
- een luisterend oor bieden (emotionele problemen en voor zaken rondom zorgverlening)
- betrokkenheid en presentie (niet gehaast zijn);
- aandacht voor persoonlijke problemen(vergeetachtigheid, somberheid en depressieve gevoelens, stemmingswisselingen, probleemgedrag)

Slide 16 - Tekstslide

rapporteren: soep/soap
Subjectief:  Informatie afkomstig van de cliënt zelf: Wat zegt de
                         cliënt over zijn/haar eigen belevingen (of wat zegt
                         familie)?
Objectief:    Directe observatie van de situatie door jou: het
                         gedrag van de cliënt zoals jij dit waarneemt.
Evaluatie/:   gegevens die je hebt verzameld: wat denk je dat er
Analyse        aan de hand is?
Plan:               Plan dat is uitgevoerd of uitgevoerd moet worden:
                         wat ga je doen? Wat is de reactie van de cliënt
hierop? Hoe moet er verder gehandeld worden?

Slide 17 - Tekstslide

VOORBEELD 1 RAPPORTAGE VOLGENS SOAP/SOEP:
S:      Mevrouw vertelt me dat haar vinger tussen de deur heeft
          gezeten
O:      De vinger van mevrouw is dik en blauw, paars verkleurd
A/E:  Vermoedelijk heeft mevrouw met haar vinger tussen de
           deur gezeten, zij heeft pijnklachten
P:       Ik heb mevrouw gerustgesteld en haar vinger onder de
           kraan laten houden. Dokter gebeld voor overleg. Hij komt
            vanmiddag naar de vinger kijken

Slide 18 - Tekstslide

voorbeeld 2
1. Mevrouw moest vaak naar het toilet.
            "Vaak” is niet objectief.
S:          Mevrouw vertelde dat zij steeds moet plassen.
O:          Mevrouw ging tijdens de dagdienst zes keer naar
               het toilet.
 E/A:     Normaal gaat mevrouw twee keer per dienst naar
               het toilet.
 P:          In overleg met arts urine opvangen en eerste
               contactpersoon bellen.

Slide 19 - Tekstslide

opdrachten deze week
- meneer draaijer:  
>lees de casus van meneer draaijer: wat is belangrijk voor meneer?
>in welk domein valt ieder genoteerd punt?

- interview
>bedenk interviewvragen voor een interview over kwaliteit van leven met een bewoner/client/familie/mantelzorger
>voer het interview uit (neem het indien mogelijk op)
>welke punten uit welk domein heb je gehoord in het interview?

- rapporteren
>lees het zakboekje door: wat zijn de 5 belangrijkste punten en waarom?
>rapporteer deze ochtend (casus uit module) volgens de soep/soap methode
>vergelijk jouw rapportage met die van een klasgenoot en geef feedback; noteer je gegeven feedback en je ontvangen feedback


Slide 20 - Tekstslide

het begrip: kwaliteit van leven

Slide 21 - Tekstslide

wat weet je al van het begrip
kwaliteit van leven?

Slide 22 - Woordweb

 betekend kwaliteit van leven?

Kwaliteit van leven is het functioneren van een persoon op fysiek, psychisch en sociaal gebied en de subjectieve evaluatie daarvan.

Slide 23 - Tekstslide

drie domeinen
Lichamelijk: Pijn en lichamelijke handicaps zijn onderdelen van het lichamelijke domein. 
Psychische: het psychische domein behoort de mate waarin iemand gevoelens van angst of depressie ervaart. 
Sociaal: de tevredenheid met sociale relaties en in hoeverre iemand in staat is gewenste sociale rollen te vervullen. 

Slide 24 - Tekstslide

lichamelijk
pychisch
sociaal
pijn en lichamelijke handicaps
de mate waarin iemand gevoelens ervaart
tevreden heid met sociale relaties 

Slide 25 - Sleepvraag

Het kwaliteit van leven wordt dus opgesplitst in drie domeinen.
Deze domeinen hebben invloed op elkaar.

voorbeeld: wanneer iemand last heeft van een depressie zal hij of zij last hebben van het psychische domein. Door deze depressie zal hij/zij ook last gaan krijgen van het fysiek of sociale domein. Door bv minder contact willen hebben met andere mensen

Slide 26 - Tekstslide

alle drie de domeinen kunnen invloed hebben op elkaar
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Verandering 
Wanneer je bijvoorbeeld een gebeurtenis meemaakt die invloed heeft op je leven, kan het zo zijn dat je verhouding in deze drie domeinen gaat veranderen. 

voorbeeld: door een gebeurtenis op je gezondheid, vind je het sociale en lichamelijke domein bijvoorbeeld belangrijker dan het psychische. 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Welkom bij de module - participatie

Slide 30 - Tekstslide

Inhoud deze les
  • Participatie?
  • Planning
  • Dulon online
  • Rouw en verlies

Slide 31 - Tekstslide

Wat denk jij bij participatie?

Slide 32 - Open vraag

Participatie
Participatie houdt in dat inwoners actief meedoen. Er zijn grofweg twee verschillende vormen van participatie. Die zijn om verschillende redenen allebei belangrijk voor lokaal gezondheidsbeleid:

- Burgerparticipatie: ook wel inspraak of ‘beleid beïnvloedende participatie’ genoemd. Inwoners denken mee over beleid of spelen een actieve rol in projecten.
- Maatschappelijke participatie: inwoners doen mee aan het maatschappelijke leven, als leerling, werknemer, ondernemer, vrijwilliger of mantelzorger. 

Slide 33 - Tekstslide

Week 
Thema
1 = 13 mei
Rouw en verlies
3 = 23 mei
Verliessituatie en maatschappelijke participatie
4 = 30 mei
Motivatietechnieken
6 = 13 juni
Gebruik van sociale media en internet

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Na een groot verlies rouwen we. We verwerken het verlies. Meestal denken we bij rouw aan het verliezen van iemand door overlijden. Maar u kunt ook rouwen na een ander groot verlies. Bijvoorbeeld:

- verlies van gezondheid door ziekte
- verlies van een partner na een scheiding
- verlies van een baan
- verlies van de hoop op een kind

Slide 43 - Tekstslide


Verlies is ingrijpend: er is tijd voor nodig om het te verwerken. Hoeveel tijd, dat verschilt per persoon. Verwerken doet iedereen op zijn eigen manier. Mensen denken en voelen vaak verschillende dingen. De een is vooral boos, de ander vooral verdrietig. Weer een ander is opgelucht omdat een moeilijke periode voorbij is

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Video

Rouw en verlies in de zorg

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Video

23 mei - Verliessituatie en maatschappelijke participatie
Volgende keer

Slide 51 - Tekstslide