§3.4 Volledige en onvolledige verbranding

H3 Verbrandingen
§3.1 Verbrandingsreacties
§3.2 Brand blussen
§3.3 Rekenen aan verbrandingsreacties
§3.4 Volledige en onvolledige verbrandingen
§3.5 Brandstoffen en milieuvervuiling
§3.6 Reactiesnelheid
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
nask2Middelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijsvmbo g, tLeerroute VGLeerroute VTLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H3 Verbrandingen
§3.1 Verbrandingsreacties
§3.2 Brand blussen
§3.3 Rekenen aan verbrandingsreacties
§3.4 Volledige en onvolledige verbrandingen
§3.5 Brandstoffen en milieuvervuiling
§3.6 Reactiesnelheid

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Na deze ken jij de verschillen tussen een volledige- en onvolledige verbranding. 
  • Na deze les weet jij wat een reagens is. 
  • Je weet wat je met helder kalkwater aantoont en wat je hierbij waarneemt. 
  • Je weet wat je met wit kopersulfaat aantoont en wat je hierbij waarneemt. 

Slide 2 - Tekstslide

Maken
  • Probeer op zijn minst de volgende opdrachten goed te maken: 49, 50, 51, 52, 53, 54, 55
  • Vind je het onderwerp lastig, maak dan meer opdrachten.
  • Kijk deze opdrachten na.
  • Bepaal welke opdrachten je besproken wilt hebben?

Slide 3 - Tekstslide

De hoeveelheid van een vaste stof wordt bijv. gegeven in gram (g) of kilogram (kg)= massahoeveelheid

Reken een volumehoeveelheid altijd eerst om naar een massahoeveelheid. 
Vloeistoffen en gassen worden meestal gegeven in bijv. mL of dm3 = volumehoeveelheid.

Slide 4 - Tekstslide

Aardgas
Aardgas = mengsel dat bestaat uit methaan (80%) en stikstof.
Aardgas verbranden
  • Methaan = CH4 
  • Bij volledige verbranding ontstaat CO2 (g), H2O (g) en energie.
Brandbare stof
Kleur- en geurloos

Slide 5 - Tekstslide

In methaanmoleculen is energie opgeslagen = chemische energie 
Aardgas verbranden
  • CH4 (g) + 2 O2 (g)        CO2 (g) + 2 H2O (g) 
Wordt niet weergegeven in de reactievergelijking!
die kan worden 
omgezet in licht & warmte

Slide 6 - Tekstslide

Oxidatie = reactie tussen zuurstof en een andere stof
Bij een verbranding ontstaan zuurstofverbindingen = oxiden. Bij een volledige verbranding, dus met voldoende zuurstof ontstaan oxiden van de elementen (de atoomsoorten) in de brandstof.
In Methaan (CH4) zitten C en H
Na verbranding CO2 en H2O

Koper > koperoxide
Magnesium > magnesiumoxide 

Slide 7 - Tekstslide

Aantonen verbrandingsprod.
Reagens = stof die een andere stof zichtbaar maakt
  • Water maakt wit kopersulfaat blauw 
  • Water maakt witte custard geel 
  • Koolstofdioxide maakt
                              helder kalkwater troebel
Producten zijn niet altijd te zien. Denk aan waterdamp en koolstofdioxide. Je kunt ze wel aantonen

Slide 8 - Tekstslide

Ook (zuivere) zuurstof kun je aantonen; een gloeiende houtspaander gaat feller branden/gloeien als hij in contact komt met veel (zuivere) zuurstof. 

Een gloeiende houtspaander is een reagens op zuivere zuurstof. 
Weet je nog?
H2.2

Slide 9 - Tekstslide

Onvolledige verbranding
Volledige verbranding
  • voldoende zuurstof
Onvolledige verbranding
  • Onvoldoende zuurstof
  • Andere reactieproducten
Zeer giftig gas!

Slide 10 - Tekstslide

Volledige verbranding
Onvolledige verbranding
Zet de elementen in de juiste groep.
Er is sprake van een goede luchttoevoer
Voldoende zuurstof
Er is onvoldoende zuurstof om de brandstof volledig te verbranden
Na de reactie is er een overmaat van de brandstof
Roet
Er ontstaat rook
Er ontstaat CO
Er ontstaat koolstofdioxide

Slide 11 - Sleepvraag

Is hier sprake geweest van een volledige verbranding?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Kan koolstofdioxide aangetoond worden?
A
Nee, het is geur- en kleurloos.
B
Nee, het is een gas.
C
Ja, met helder kalkwater.
D
Ja, door het gas te condenseren.

Slide 13 - Quizvraag

Hoe werkt de aantoningsreactie in de vorige vraag?

Slide 14 - Open vraag

Wat voor soort stof is wit kopersulfaat?

Slide 15 - Open vraag

Leerdoelen check
  • Wat zijn ook alweer de verschillen tussen een volledige- en onvolledige verbranding?
  • Omschrijf in je eigen woorden wat een reagens is. 
  • Wat toon je aan met helder kalkwater? Wat zal je hierbij waarnemen?
  • Wat toon je aan met wit kopersulfaat? Wat zal je hierbij waarnemen?

Slide 16 - Tekstslide