Dag 3

Literatuurgeschiedenis 
20e eeuw
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Literatuurgeschiedenis 
20e eeuw

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Dada-gedichten
  • Hendrik Marsman en zijn vitalisme
  • Opdracht 
  • Martinus Nijhoff en het modernisme
  • Opdracht Het lied der dwaze bijen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Dada-gedichten
Wie wil zijn gedicht voordragen/ laten zien?

Slide 4 - Tekstslide

6. Hendrik Marsman en zijn vitalisme 
  • Geboren in Zeist (1899 – 1940)
  • Berlijn maakte hij kennis met het expressionisme
  • ‘Verzen’ (1923): leestekens ontbreken, zoekt naar een nieuwe beeldspraak 
  • Later gaat hij op zoek naar de zin van het leven, dat zie je in zijn gedichten terug. 
  • 'vitalistisch’: drang om intens, snel en krachtig te leven 
  • snelheid, kracht, realiteitsaanvaarding, koelte, soepelheid, weerbaarheid)(vergelijk futurisme)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Friedrich Nietzsche, übermensch: de superieure mens
Fascisme?
Vanaf de jaren 30: meer traditionele gedichten, zoals Herinnering aan Holland. 
Hij werd maar 41 jaar: hij vluchtte naar Engeland en hij overleed toen zijn schip verging.

Slide 9 - Tekstslide

Wat zou Marsman van de aanpak van de coronacrisis vinden? Waar zou hij voor gaan: totale lockdown of groepsimmuniteit ?

Slide 10 - Open vraag

Opdracht
  • Schrijf onderstaand gedicht over.
  • Streep in de gedichten op je kopie woorden aan die het vitalistische ideaal van Marsman uitdrukken (snelheid, kracht, realiteitsaanvaarding, koelte, soepelheid, weerbaarheid)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Hoofdstuk 2 Modernisme in de Literatuur
1. Het modernisme in de poëzie 
  • Naast de historische avant-garde: modernistische dichters. 
  • Avant-gardistische schrijvers:vernieuwing in de vorm
  • Modernisten behielden de traditionele vervormen (sonnet, rijm, etc).
  • Een belangrijk thema is de afgescheidenheid van de wereld. 
  • In  de literatuur kan geen getrouwe afspiegeling van de werkelijkheid gegeven worden. 
  • Het literaire kunstwerk is ‘autonoom’.

Slide 14 - Tekstslide

2. Martinus Nijhoff (1894-1953)
  • verwarring. 
  • Verschillenden lagen, raadselachtig.
  • ontwikkeling in zijn leven
  • In zijn eerste bundel De wandelaar (1916), traditionele rijmschema’s, versvorm: sonnet. 
  • In zijn latere bundels:experimenten met hij met de opbouw
  • taalgebruik wordt eenvoudiger, bundel: Nieuwe gedichten (1934). 
  • ‘parlando’ (spreek- poëzie). Stroming: De nieuwe zakelijkheid.

Slide 15 - Tekstslide

Volgorde
a, c, f, b, d, e, g, h

Slide 16 - Tekstslide

War is het 'verhaal' van dit gedicht?

Slide 17 - Open vraag

Wat is de onderliggende boodschap?

Slide 18 - Open vraag

Opdracht voor morgen

Leer uit je hoofd: Herinnering aan Holland
tot en met '(...)/ verspreid door het land,'

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Berlin. Symphonie einer Großstad
Let op: 
Welke technieken worden er gepresenteerd?
Wat doet de filmmaker met het de filmbeelden?

Slide 21 - Tekstslide

Giacomo Balla

Slide 22 - Tekstslide