Quiz Herhalingsles
Er neemt maar één partij deel aan de
verkiezingen.
verkiezingen.
A
Democratie
B
Dictatuur
1 / 28
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Er neemt maar één partij deel aan de
verkiezingen.
verkiezingen.
A
Democratie
B
Dictatuur
Slide 1 - Quizvraag
Waar staat liberalisme voor:
A
gelijkheid
B
vrijheid
Slide 2 - Quizvraag
Wat betekent Politieke Agenda
A
Burgers mogen stemmen
B
Er is een wet tot stand gekomen
C
Dit onderwerp besproken wordt in de politiek
Slide 3 - Quizvraag
Als een politicus verkiesbaar is heet dat:
A
passief kiesrecht
B
actief kiesrecht
C
algemeen kiesrecht
D
geheime verkiezingen
Slide 4 - Quizvraag
Het Parlement bestaat uit...
A
De Eerste en Tweede Kamer
B
Koning en Ministers
C
Ministers en staatssecretarissen
Slide 5 - Quizvraag
Het Parlement bestaat uit...
A
De Eerste en Tweede Kamer
B
Koning en Ministers
C
Ministers en staatssecretarissen
Slide 6 - Quizvraag
75 zetels
150 zetels
100 zetels
Direct gekozen door het volk
Indirect gekozen door het volk
Slide 7 - Sleepvraag
Het doel van de trias politica is om:
A
De overheid geen macht te geven.
B
Het volk alle macht te geven.
C
De macht van de overheid te verdelen
D
De rechten en plichten van burgers vast te leggen
Slide 8 - Quizvraag
Als je gaat stemmen tijdens verkiezingen noem je dit...
A
Actief kiesrecht
B
Passief kiesrecht
C
Activerende kiesrecht
D
Klassenjustitie
Slide 9 - Quizvraag
Hoeveel leden zitten er in de Eerste Kamer?
A
75
B
76
C
100
D
150
Slide 10 - Quizvraag
Hoeveel leden zitten er in de Tweede Kamer?
A
75
B
150
C
200
D
250
Slide 11 - Quizvraag
Hoeveel zetels moet je hebben voor een meerderheid van de Tweede Kamer?
A
38
B
75
C
76
D
150
Slide 12 - Quizvraag
Hoeveel zetels moet je hebben voor een meerderheid in de Eerste Kamer?
A
38
B
75
C
76
D
150
Slide 13 - Quizvraag
Waar staat socialisme voor:
A
gelijkheid
B
vrijheid
Slide 14 - Quizvraag
Het kabinet bestaat uit..
A
Eerst en Tweede Kamer
B
Koning en Ministers
C
Ministers en staatssecretarissen
Slide 15 - Quizvraag
De regering bestaat uit...
A
Eerste en Tweede kamer
B
Koning en Ministers
C
Ministers en staatssecretarissen
D
Parlement en Koning
Slide 16 - Quizvraag
In Nederland hebben wij ministers en staatssecretarissen. Wat is een staatssecretaris?
Slide 17 - Open vraag
Het kabinet
De regering
Het Parlement
Ministers
Ministers
Koning
Eerste Kamer
Tweede Kamer
Staatssecretarissen
Slide 18 - Sleepvraag
Het doel van de trias politica is om:
A
De overheid geen macht te geven.
B
Het volk alle macht te geven.
C
De macht van de overheid te verdelen
D
De rechten en plichten van burgers vast te leggen
Slide 19 - Quizvraag
De regering
Het parlement
Rechters
Slide 20 - Sleepvraag
Deze macht kan wetten goedkeuren en uitvoeren.
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke mancht
Slide 21 - Quizvraag
Deze macht is onafhankelijk.
A
Uitvoerende macht
B
Wetgevende macht
C
Rechterlijke macht
Slide 22 - Quizvraag
Door wie worden de leden van Eerste Kamer gekozen?
A
Door de gemeenteraad
B
Direct door het volk
C
Door Provinciale Staten
D
Door de Tweede Kamer
Slide 23 - Quizvraag
Wie zijn altijd aanwezig bij een rechtszaak?
A
Officier van Justitie, Advocaat, Rechter
B
Officier van Justitie, Verdachte, Rechter
C
Advocaat, Verdachte, Rechter
D
Officier van Justitie, Advocaat, Verdachte
Slide 24 - Quizvraag
Door wie worden de leden van Eerste Kamer gekozen?
A
Door de gemeenteraad
B
Direct door het volk
C
Door Provinciale Staten
D
Door de Tweede Kamer
Slide 25 - Quizvraag
Wat betekent in Hoger beroep gaan?
A
-Dezelfde rechtbank kijkt nog een keer naar jouw zaak
B
Je gaat met jouw zaak naar een hogere rechter
Slide 26 - Quizvraag
Weet je welke opdrachten op studiemter moeten worden gemaakt voor de Toets van de Politiek Juridische Dimensie
A
Ja
B
Nee
Slide 27 - Quizvraag
Hoe denk je dat je de toets volgende week gaat maken?
