4M Toetsweek 1 bespreken

4M Toets bespreken
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

4M Toets bespreken

Slide 1 - Tekstslide

Vraag 1a
492 km
40 000 wandelaars

492 x 40 000 = 19 680 00
20 miljoen

Slide 2 - Tekstslide

Vraag 1b
28km van de 492km gewandeld
28 : 492 x 100 = 5,69% ~ 6%


km
492
28
%
100
5,69

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 1c
Tussen 8:45 en 15:30 zit 6:45 (6,75 uur of 405 min)
1:30 (1,5 uur) pauze eraf geeft 5:15 (5,25 uur of 315 min)

28 : 315 x 60 = 5,33333
28 : 5,25 = 5,33333
5,3 km/u

Slide 4 - Tekstslide

Vraag 2
7,5 miljard = 7 500 000 000
8% blauwe ogen

7 500 000 000 : 100 x 8 = 600 000 000
7,5 : 100 x 8 = 0,6 miljard = 600 miljoen

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 3
Elke 6 seconde is 10 keer per minuut
10 x 60 = 600 keer per uur
24 - 8 = 16 uur per dag
600 x 16 = 9 600 per dag
9 600 x 365 = 3 504 000 per jaar
3 504 000 x 79 = 276 816 000
Ongeveer 277 miljoen

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 4
8% van de mannen 
1 op de 250 vrouwen = 0,4% 
of
8% van 250 is 20 mannen

Dus er zijn meer mannen kleurenblind

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 5
13 m = 130 dm
0,92 km = 920 m
67,3 cm = 673 mm
72,5 dm = 0,725 dam
943 mm = 0,943 m

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 6
75 hm2 = 7 500 000 000 cm2
278 mm2 = 2,78 cm2
0,53 m2 = 5 300hm2
9,64 ha = 0,09674 km2
3,25 km2 = 32 500 dam2

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 7
750 ml = 0,75 l
95,75b dm3 = 9575 cl
33 000 cm3 = 0,33 m3
250 ml = 2,5 dl
0,025 m3 = 25 dm3

Slide 10 - Tekstslide

Vraag 8
100 ml melk = 3,3gr eiwit
200 ml melk = 6,6gr eiwit

100 gr sprinkhanen = 14,3 gr eiwit
100 : 14,3 x 6,6 = 46 gr sprinkhanen

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 9
1 min snuffelen + 2 min wijken = 3 min
Totaal (100%) = 30 minuten

100 : 30 x 3 = 10%

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 10
Maximaal 5 punten. Punt aftrek als iets niet klopt:

Verticale as begint bij 0 en is in gelijke stappen verdeeld
Categorieën op de horizontale as kloppen
Eenheid bij verticale as aangegeven
Staven zijn netjes (geen lijndiagram)
Staven hebben de juiste afmeting

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 11
€215 = 100% 
Bonus = 15% 

215 : 100 x 15 = €32,25

Slide 14 - Tekstslide

Vraag 12
€2190 = 100%
Kosten = €186,15

100 : 2190 x 186,15 = 8,5%

2190
1
186,15
%
100
x
8,5%

Slide 15 - Tekstslide

Vraag 13
28 medewerkers = 7%
28 : 7 = 4 = 1%

4 x 100 = 400 medewerkers

Slide 16 - Tekstslide

Vraag 14
€1800 oud €2250 nieuw

(nieuw - oud) : oud x 100% = verschil
(2250 - 1800) : 1800 x 100% = 25%

2250 - 1800 = 450 
1800 = 100%, 450 = 25%

Slide 17 - Tekstslide

Vraag 15
€163 per kwartaal
163 : 3 = 54,33 per maand


€54,33 x 12 = €652
€54 x 12 = €648
€108 : 3 = €36
€36 x 12 = €432
€652 - €432 = €220
€648 - €432 = €216
€163 x 4 = €652
€108 x 4 = €432
€652 - €432 = €220

Slide 18 - Tekstslide