Leesvaardigheid 2

Leesvaardigheid
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leesvaardigheid

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
* Leerdoelen bespreken;
* Wat weten we allemaal nog?;
* Nakijken opdracht 10, 11, 12 en 13;
* Uitleg over verwijswoorden en tekstsoorten;
* Maken opdracht 15 en 16;
* Afsluiting.

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van deze les:
* Ken je de enkele woorden van opdracht 6 (blok 3), opdracht 10 (blok 3) en opdracht 9 (blok 4)
* Weet je hoe je hoofd- en bijzaken kunt herkennen;
* Ken je de 5 verschillende tekstdoelen;
* (NIEUW) Kun je uitleggen wat verwijswoorden zijn;
* (NIEUW) Kun je uitleggen wat objectief en subjectief betekent;
(NIEUW): Weet je het verschil tussen nieuwsberichten&artikelen

Slide 3 - Tekstslide

autochtoon                         mythe
            cruciaal            prepareren
                 punctualiteit
  scannen                 moreel
       alternatieven         vertolken
            resulteert      compensatie

Slide 4 - Tekstslide

Dat was een pak van mijn hart

Een klein hartje hebben

Dat gaat me aan het hart

Iemand iets op het hart drukken

Met bloedend hart

Slide 5 - Tekstslide

Welke begrippen horen hierbij?

1. Geest, waanvoorstelling, (magere) onuitstaanbare (jonge) vrouw = .............

2. Adruk, rails, treinbedrijf, achtergelaten blijk van afwezigheid = .........

3. fijnmaken, draaien (molen), piekeren, in de war zijn = ...........

Slide 6 - Tekstslide


Hoe herken je
hoofd- en bijzaken?

Slide 7 - Tekstslide

Welke tekstdoelen (5)
weet je nog?

Slide 8 - Woordweb

Nakijken opdracht 10
1a = hoofdzaak
1b = hoofdzaak
1c = bijzaak
1d = bijzaak
2 = C

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 11
alinea 1: ieder land en cultuur: eigen gerechten en etenstijden
alinea 2: aantal keer eten + de manier van eten (Nederlanders en Turken/Marokkanen/Surinamers)
alinea 3: Nederlandse manier van eten
alinea 4: manier van eten bij andere culturen
alinea 5: einde maaltijd

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 12
1) B
2) - De lezer wordt aangesproken met je
- De bron is: Kidsweek, een krant voor jongeren
3) C

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 13
1) Tekst 1: meisjes, informatie geven
(bron Cosmo girl,  aangesproken met je, 'uit onderzoek blijkt')
2) Tekst 2: jongeren (kinderen), overhalen of aansporen
(bron Kids voor Animals, aangesproken met je, 'Doe mee'
3) Tekst 3: jongeren, informatie geven
(bron Kidsweek, tekst bevat info over het meisje Nathalia)

Slide 12 - Tekstslide

Uitleg: verwijswoorden
In teksten staan woorden die verwijzen naar andere woorden in de tekst.

Slide 13 - Tekstslide

Ik heb voor mijn oma bloemen gekoch, want daar houdt ze erg van.

Ik heb voor mijn verjaardag de nieuwste cd van Marco Borsato gevraagd, want die zou geweldig zijn.

Mijn computer is de laatste tijd erg traag geworden. Dat vind ik heel irritant.

Slide 14 - Tekstslide

Objectief en subjectief
Objectief: onpersoonlijk, zakelijk, feiten, controleerbaar
Subjectief: persoonlijke mening
De deur is geel (objectief).
Geel is een mooie kleur (subjectief).

Slide 15 - Tekstslide

Nieuwsberichten en artikelen

Slide 16 - Tekstslide

Nieuwsbericht:

* Actuele gebeurtenis
* Objectief
* Titel, soms een ondertitel, naam schrijver, eerste alinea met hoofdzaken, middenstuk
* Vaak geen slot
Artikel:

* Geven uitleg en toelichting
* Subjectiever, vaak mening van de journalist
* Vaak langer dan nieuwsberichten
* Eigen mening vormen

Slide 17 - Tekstslide

Maken: opdracht 15 en 16
= huiswerk voor morgen 31 januari
HOE? > alleen
MUZIEK? > mag met oortjes:
YouTube, Spotify of Deezer (geen discord)
VRAAG? > steek je hand op
KLAAR? > steek je hand op / Quizlet

timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide

Aan het einde van deze les:
* Ken je de enkele woorden van opdracht 6 (blok 3), opdracht 10 (blok 3) en opdracht 9 (blok 4)
* Weet je hoe je hoofd- en bijzaken kunt herkennen;
* Ken je de 5 verschillende tekstdoelen;
* (NIEUW) Kun je uitleggen wat verwijswoorden zijn;
* (NIEUW) Kun je uitleggen wat objectief en subjectief betekent;
(NIEUW): Weet je het verschil tussen nieuwsberichten&artikelen

Slide 19 - Tekstslide