hfdst 1

7 type sporters in de gym
1. De bodyshaper      grotere spieren
2. De sociale sporter      voor de gezelligheid
3. De liefhebber      die sport geweldig vindt
4. De onderhoudswerker      ter compensatie van wat anders
5. De fanatiekeling    vanuit een bepaalde drang heel vaak sport
6. De volger      door iemand anders ooit is begonnen
7. De doelgerichte sporter      Met een bepaald doel.

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

7 type sporters in de gym
1. De bodyshaper      grotere spieren
2. De sociale sporter      voor de gezelligheid
3. De liefhebber      die sport geweldig vindt
4. De onderhoudswerker      ter compensatie van wat anders
5. De fanatiekeling    vanuit een bepaalde drang heel vaak sport
6. De volger      door iemand anders ooit is begonnen
7. De doelgerichte sporter      Met een bepaald doel.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is verbaal en wat is non verbaal?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Noem 4 type sporters in de gym

Slide 7 - Woordweb

Stijlen van leidinggeven
1. Directieve leiding
De lesgever bepaalt, punt uit! 


2. Communicatieve leiding
Lesgever en groep bepalen samen, maar lesgever bepaalt. 

3. Participerende leiding
De lesgever is meer begeleider dan leider. Samen besluiten. Er is veel ruimte! 


Slide 8 - Tekstslide

Welk type lesgever denk je dat Louis van Gaal vooral hanteert?
A
Directief
B
Communicatief
C
Participerend

Slide 9 - Quizvraag

En jij?

Als jij een fitnessles geeft, welke manier van leiding geven past dan bij jou? 

Slide 10 - Tekstslide

Bewust gedrag

Afspraak met zichzelf om gewicht te verliezen en je hieraan houden.

Onbewust gedrag

Tijdens autorijden
de klep naar beneden doen als de zon schijnt. 

Schakelen in de auto en tegelijk praten met iemand. 

Glas water in 1 keer leegdrinken..



Slide 11 - Tekstslide

Preventief en curatief sporten

Slide 12 - Tekstslide

Wat is preventief en curatief sporten?

Slide 13 - Woordweb

Preventief

Preventief
Om fit en gezond te blijven.

Tanden poetsen om geen gaatjes te krijgen



Curatief 

Sporten om beter te worden, terwijl het eigenlijk al eerder had gemoeten. 

Herstellen van een ‘hart’ operatie.

Als het eigenlijk al te laat is..


Slide 14 - Tekstslide

Wat weten jullie al?

Slide 15 - Tekstslide

Wat zijn de 5 functies van het skelet?

Slide 16 - Woordweb

5 functies skelet
B mogelijkheid tot bewegen



A aanhechtingsplaats voor spieren, pezen en banden


B Geeft bescherming aan organen


S Geeft stevigheid


V Geeft vorm aan het lichaam




Slide 17 - Tekstslide

Waarom is krachttraining voor ouderen zo belangrijk?

Slide 18 - Woordweb

Ouderen en krachttraining
Door krachttraining neemt de drukkracht op de botten toe omdat spieren aan botten vastzitten.
 

Het gevolg is dat de dichtheid van de botten toeneemt en daardoor de kans op botbreuken bij valpartijen afneemt. 

Ook neemt de lenigheid toe waardoor de kans op valpartijen enorm afneemt.

Slide 19 - Tekstslide

Welk type training is het meest geschikt voor meer spiermassa?
A
kracht uithoudingsvermogen
B
maximaal kracht
C
hypertrofie
D
snelkracht

Slide 20 - Quizvraag

Hypertrofie training.

Definitie: Toename in de volume van de spiervezel.

2 tot 4 x per week
70 tot 85% van de 1 RM
6 tot 12 herhalingen
1 tot 3 series


Slide 21 - Tekstslide

Wat is functionele krachttraining

Slide 22 - Woordweb

Functionele krachttraining
Training met als doel beter in het dagelijkse leven te kunnen functioneren als ook in allerlei sporten in de breedste zin van het woord.
 

Een biceps curl op een machine zorgt voor een sterkere biceps, maar je wordt er na verloop van tijd niet meer fitter van.


Een pull up waarbij meerdere spieren aangesproken worden en met elkaar samenwerken wel!


Slide 23 - Tekstslide

Welke is de andere? 
Flexie- 
Abductie- 
Anteflexie- 
Supinatie- 
Elevatie- 
Plantairflexie- 



Slide 24 - Tekstslide

Bedankt! 

Slide 25 - Tekstslide