TV3A week 13

Nederlands
26 maart
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
26 maart

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Wat hebben we tot nu toe gedaan? 

- Maak samen een goede en een foutieve beknopte bijzin

- Woordsoorten

- Opdrachten woordsoorten

Slide 2 - Tekstslide

Wat hebben we gedaan?
- Redekundig ontleden
Zinsdelen benoemen, delen van zinsdelen benoemen, bijzinnen benoemen, bijvoeglijke bijzin, beknopte bijzin

- Taalkundig ontleden: EHBG les 3

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht (10 minuten) 
Bedenk met degene naast je een beknopte bijzin die wel goed aansluit en een foutieve beknopte bijzin.

Wat is het verschil? Hoe kun je de foutieve verbeteren?

Slide 4 - Tekstslide

Woordsoorten
Alles nu gehad

Toch worden er veel punten op verloren tijdens de toets

Begrip? Geen zin om te leren? Door elkaar halen?

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht (10 minuten)
Maak opdracht 1 van EHBG.

Lees eerst alle woordsoorten nog een keer door. Probeer vervolgens voor elke woordsoort een zin te maken.

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht (10 minuten)
Maak opdracht 2 van EHBG.

Klaar? Maak opdracht 8 van grammatica blok 5.

Slide 7 - Tekstslide

Huiswerk voor donderdag
Maak opdracht 1 en 2 EHBG af.

Maak opdracht 8 van grammatica blok 5.

Slide 8 - Tekstslide

Nederlands
28 maart

Slide 9 - Tekstslide

Programma
Lesdoel: je weet aan het einde van de les wat een goede en een foutieve samentrekking is en je weet waar je extra mee wilt oefenen.
- Wat hebben we tot nu toe gedaan? 
- Samentrekking en foutieve samentrekking
- Opdrachten maken
- Waar wil je nog mee oefenen?

Slide 10 - Tekstslide

Wat hebben we gedaan?
Redekundig ontleden:
Zinsdelen en delen van zinsdelen benoemen
Bijzinnen benoemen
Bijvoeglijke bijzin
Beknopte bijzin
Foutieve beknopte bijzin
Nieuw: samentrekking

Taalkundig ontleden: alle woordsoorten

Slide 11 - Tekstslide

Kijkwijzer
1. Wat is een samentrekking?

2. Aan welke drie eisen moet een goede samentrekking voldoen?

3. Kun je een voorbeeld noemen van een foutieve samentrekking?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Samentrekking
Woorden samentrekken en dus weglaten --> samentrekking

Mag, als:
1) het hetzelfde zinsdeel is 
2) het dezelfde woordsoort en getal (ev/mv) daarvan is 
3) ze dezelfde betekenis hebben



Slide 14 - Tekstslide

Opdracht (15 minuten)
Lees EHBG les 4.

Maak opdracht 1 van EHBG les 4.

Maak daarna opdracht 3 van EHBG les 4.


Slide 15 - Tekstslide

Wat is er foutief?
Voorbeeldzin 5: Dit boek kost vijftien euro en wil ik kopen.

Voorbeeldzin 6: Marine heeft hoofdpijn en een blessure aan haar pols opgelopen.

Voorbeeldzin 7: Axel brengt Bente zaterdagmiddag na het werk naar huis en de rest van het weekend luierend op de bank door.

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht (15 minuten)
Maak opdracht 7 van grammatica blok 4.

Slide 17 - Tekstslide

Waar wil je extra mee oefenen?
Redekundig ontleden:
Zinsdelen en delen van zinsdelen benoemen
Bijzinnen benoemen
Bijvoeglijke bijzin
Beknopte bijzin
Foutieve beknopte bijzin
Nieuw: samentrekking

Taalkundig ontleden: alle woordsoorten

timer
3:00

Slide 18 - Tekstslide

Waar wil je nog mee oefenen?

Slide 19 - Woordweb