4 havo H1.4 Nederlands waterbeleid

Nederlands waterbeleid
4 havo H1.4


1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands waterbeleid
4 havo H1.4


Slide 1 - Tekstslide

Wat doen vandaag? 
Terugblik vorige lessen
Oefenen met begrippen
Uitleg H1.4 Nederlands waterbeleid & Hydrologisch denken 
Maken opgaven H1.4

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Als je deze paragraaf hebt bestudeerd, kun je:
  • uitleggen waarom in het Deltaprogramma gekozen wordt voor adaptief watermanagement;
  • benoemen welke maatregelen worden genomen in het Deltaprogramma;
  • het Nederlandse waterbeleid beschrijven en beoordelen;
  • de gevolgen van een ingreep uit het integraal waterbeleid voor gebieden op verschillende schaalniveaus en vanuit verschillende dimensies beschrijven en verklaren.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de vertragingstijd?
A
Bij meer water in de rivier stroomt het water langzamer
B
Bij meer regen doet de neerslag er langer over om de rivier te bereiken
C
Bij meer begroeiing doet de neerslag er langer over om de rivier te bereiken
D
De tijd die het regenwater nodig heeft om de rivier te bereiken

Slide 4 - Quizvraag

Verstening zorgt ervoor dat de vertragingstijd ..... en de piekafvoer ... is
A
toeneemt, lager
B
afneemt, lager
C
toeneemt, hoger
D
afneemt, hoger

Slide 5 - Quizvraag

Door ontbossing neemt de vertragingstijd...?
A
Toe
B
af
C
blijft gelijk

Slide 6 - Quizvraag

door de groene daken wordt de vertragingstijd
A
korter
B
langer
C
regelmatiger
D
onregelmatiger

Slide 7 - Quizvraag

Wat veranderde er door de aanleg van de afsluitdijk
A
Het IJsselmeer werd drooggelegd
B
Het IJsselmeer werd zoet
C
Scheepvaart in het IJsselmeer werd onmogelijk
D
Het IJsselmeer kreeg een lager overstromingsrisico

Slide 8 - Quizvraag

Hoe zorgt klimaatverandering voor extra overstromingskansen?
A
smelten van zeeijs zorgt voor zeespiegelstijging
B
smelten van landijs zorgt voor zeespiegelstijging
C
Een warmer klimaat zorgt voor meer stortregen
D
opwarming van water zorgt voor zeespiegelstijging

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen absolute en relatieve zeespiegelstijging?
A
Relatieve stijging is minder nauwkeurig
B
Relatieve stijging is over een langere termijn
C
Relatieve stijging rekent ook bodemdaling mee
D
Relatieve stijging rekent ook de kosten mee

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Het deltaprogramma
Het Deltaprogramma moet zorgen voor waterveiligheid en de zoetwatervoorziening.
  • Rijkswaterstaat, provincies, gemeenten en waterschappen moeten samenwerken aan dit integraal waterbeleid.
  • Rijkswaterstaat zorgt voor wegen, waterwegen en bescherming tegen overstromingen.
  • Een waterschap zorgt voor veiligheid, voldoende water en schoon water in een bepaald gebied.

Overheid zorgt er samen met het bedrijfsleven (kennis en geld) voor dat:
- volgende generaties beschermd zijn tegen overstromingen
- er voldoende zoet water is

Slide 15 - Tekstslide

Leg nu in eigen woorden uit wat er wordt bedoeld met
'integraal waterbeleid'?

Slide 16 - Open vraag

Adaptief deltamanagement
Adaptief:
bijv.naamw.Uitspraak: [adɑp'tif] - aangepast voor een bepaalde omstandigheid 

Overheid voert flexibel beleid om waterproblematiek aan te (kunnen) pakken

Slide 17 - Tekstslide

Adaptief deltamanagement
Vooruit kijken en flexibel blijven.

  1. Waterveiligheid: bescherming tegen overstromingen.
  2. Zoet water: voorkomen van tekorten aan drinkwater.
  3. Ruimtelijke adaptatie: rekening houden met klimaat en water.
  4. Rijn-Maasdelta: veiligstellen Rijnmond-Drechtsteden en Zuidwestelijke delta.
  5. IJsselmeer gebied: veiligstellen van zoetwatervoorraad en voorkomen overstromingen.

Slide 18 - Tekstslide

Adaptief deltamanagement, twee voorbeelden

Slide 19 - Tekstslide

Ruimtelijke adaptie
Watertoets: bij nieuwe bouwlocaties wordt de watertoets uitgevoerd.
De overheid kijkt of rekening is gehouden met:
  • de veiligheid
  • de mogelijke wateroverlast
  • de waterkwaliteit
  • de verdroging
  • of de waterproblemen niet worden afgewenteld op een ander gebied

Middels de drietrapsstrategie: vasthouden, bergen, afvoeren

Slide 20 - Tekstslide

Watertoets
Watertoets: bij nieuwe bouwlocaties wordt de watertoets uitgevoerd.
De overheid kijkt of bij nieuwbouw rekening is gehouden met:
- waterkwantiteit: geen overschot of tekort?
- waterkwaliteit: blijft het water schoon?

Bij de watertoets wordt met de drietrapsstrategie gewerkt.

Slide 21 - Tekstslide

Drietrapsstrategie

Slide 22 - Tekstslide

Vasthouden (retentie)
- Gericht op het überhaupt voorkomen dat water naar laaggelegen gebieden stroomt
- Water moet dus langer vastgehouden worden
(o.a. door waterrijke natuurgebieden en meer groen)

Slide 23 - Tekstslide

Bergen
- Zo lang mogelijk vasthouden van oppervlaktewater, in sloten, meren, en....
--> Denk aan uiterwaarden

Slide 24 - Tekstslide

Afvoeren
- Als de vasthouden en bergen niet meer mogelijk is
- Ervoor zorgen dat het water via kanalen en rivieren naar andere gebieden wordt afgevoerd

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

In Leidsche Rijn is een aantal wadi’s aangelegd. Dat zijn waterlopen die normaal gesproken droog liggen. 
Een wadi is een met grassen begroeide en met grind gevulde greppel. Deze staat bij mooi weer droog maar vult zich tijdens een regenbui met regenwater.

Slide 28 - Tekstslide

De wadi's in de Leidsche Rijn zijn aangelegd in het kader van de Watertoets. Voor welke onderdelen van de watertoets zijn zij bedoeld?
A
Wateroverlast
B
Waterkwaliteit
C
Verdroging
D
Waterproblemen in andere gebieden voorkomen

Slide 29 - Quizvraag

Bij welke stap van de drietrapsstrategie past de afbeelding?
A
Bergen
B
Vasthouden
C
Afvoeren

Slide 30 - Quizvraag

VASTHOUDEN
AFVOEREN
BERGEN
Sluizen naar zijkanalen openzetten
Natuurgebieden aanleggen
Uiterwaarden dieper of groter maken
Kribverlaging en verwijderen andere obstakels
Rivierdijken verplaatsen
Bestrating en betegeling verwijderen

Slide 31 - Sleepvraag

Slide 32 - Tekstslide

Bij welke stap van de drietrapsstrategie past de afbeelding?
A
Bergen
B
Vasthouden
C
Afvoeren

Slide 33 - Quizvraag

Bij welke stap van de drietrapsstrategie past de afbeelding?
A
Bergen
B
Vasthouden
C
Afvoeren

Slide 34 - Quizvraag


A
Vasthouden
B
Bergen
C
Afvoeren

Slide 35 - Quizvraag


A
Vasthouden
B
Bergen
C
Afvoeren

Slide 36 - Quizvraag

De Rijn stroomt via Duitsland Nederland binnen. Welke stap uit de drietrapsstrategie wil Nederland niet dat Duitsland veel uitvoert?
A
Bergen
B
Vasthouden
C
Afvoeren

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Link

De gemeente Amsterdam werkt aan het project ‘Amsterdam Rainproof’. Op deze manier speelt de gemeente in op het veranderende klimaat. Een van de maatregelen is de overschakeling van dakpannen naar groene daken. Wat is het voordeel van groene daken bij hoosbuien en warm droog weer?

Slide 39 - Open vraag

Slide 40 - Tekstslide

Overstroom ik?
Het overstromingsbewustzijn van Nederlanders is relatief laag, terwijl een groot deel van Nederland in een potentieel overstromingsgebied ligt.

Op www.overstroomik.nl kun je achterhalen hoe groot de kans is of er op jouw locatie een overstroming plaatsvindt en hoe hoog het water dan staat. Verder kun je op de website zien of het beter is te vluchten bij een overstroming, of dat je beter een plek hogerop kunt zoeken. 

Slide 41 - Tekstslide

Ga naar www.overstroomik.nl of klik op de link.
Ga naar www.overstroomik.nl en voer je eigen postcode in. Hoeveel meter staat jouw huis onder water bij een overstroming?

Slide 42 - Woordweb

Waarom denk je dat het overstromingsbewustzijn bij veel Nederlanders zo laag is?

Slide 43 - Open vraag

Leerdoelen
Als je deze paragraaf hebt bestudeerd, kun je:
  • uitleggen waarom in het Deltaprogramma gekozen wordt voor adaptief watermanagement;
  • benoemen welke maatregelen worden genomen in het Deltaprogramma;
  • het Nederlandse waterbeleid beschrijven en beoordelen;
  • de gevolgen van een ingreep uit het integraal waterbeleid voor gebieden op verschillende schaalniveaus en vanuit verschillende dimensies beschrijven en verklaren.

Slide 44 - Tekstslide

Doen:
Maak van H1.4 de opdrachten 1, 3, 4, 5 en 6 
Opdrachten 3 en 4 zijn met de atlas! 56e druk

Slide 45 - Tekstslide