7.1 Steden spel

7.1 Steden spel
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

7.1 Steden spel

Slide 1 - Tekstslide

Van dorp tot Hanzestad
  • De spelers krijgen ieder een kaart met een locatiekaarten (met de dikke rand: klooster, kasteel, rivieren, kust of wegen) en een kaart met een grondstofkaarten (met de stippellijn: turf, erts, wijn, tarwe, laken).
  • De spelers leggen deze kaarten open voor zich neer.
  • De niet gebruikte beginkaarten worden weggelegd.
  • De overige kaarten worden geschud. Elke speler krijgt vier kaarten. De speler neemt de kaarten gesloten in de hand. De rest van de kaarten worden gesloten in het midden neergelegd.

Slide 2 - Tekstslide

Doel
  • De winnaar is de speler met de rijkste stad, de tweede plaats is voor de speler met de grootste stad.
  • Op de kaarten staan gebeurtenissen die invloed hebben op de groei en de financiën van je nederzetting.
  • De groei is aangegeven door de afbeelding van een handelaar en de financiën zijn afgebeeld door een muntje. 

Slide 3 - Tekstslide

Er zijn twee soorten kaarten in het spel:
  1. Kaarten met een zwarte rand. Deze houdt de speler in de hand totdat hij ze uitspeelt. Hij kan ze uitspelen door ze open voor zich neer te leggen of door ze bij een andere speler neer te leggen (60 stuks).
  2. Kaarten met een driedubbele rand. Als een speler deze kaart krijgt, dient hij deze meteen open op tafel te leggen. De inhoud van deze kaart heeft betrekking op alle spelers (dit zijn slechts twee kaarten: De Zwarte Dood en De Duitse Hanze).

Slide 4 - Tekstslide

Als eerste moet de speler een kaart uit de hand wegdoen. Hij kan dit door een kaart
1) bij zichzelf open op tafel te leggen (de inhoud van de kaart heeft dan
betrekking op de eigen nederzetting)
2) bij een andere speler open op tafel te leggen (de inhoud van de kaart heeft
dan betrekking op de nederzetting van deze betreffende speler)
3) als een speler geen kaarten uit kan leggen (omdat het uitspelen van de kaarten
een voorwaarde hebben waar nog niet aan voldaan is), dan en alleen dan mag
de speler één van de kaarten gesloten wegleggen op een aflegstapel.
  • Als eerste moet de speler een kaart uit de hand wegdoen. Hij kan dit door een kaart:
  1. Bij zichzelf open op tafel te leggen (de inhoud van de kaart heeft dan betrekking op de eigen nederzetting)
  2. Bij een andere speler open op tafel te leggen (de inhoud van de kaart heeft dan betrekking op de nederzetting van deze betreffende speler)
  3. Als een speler geen kaarten uit kan leggen (omdat het uitspelen van de kaarten een voorwaarde hebben waar nog niet aan voldaan is), dan en alleen dan mag de speler één van de kaarten gesloten wegleggen op een aflegstapel.

Slide 5 - Tekstslide

  • BELANGRIJK: Als een kaart gespeeld wordt, wordt de complete inhoud van de kaart (inclusief titel) hardop voorgelezen aan alle speler, die allen horen toe te luisteren!
  • Hierna pakt de speler een nieuwe kaart van de stapel
  • Tel je punten bij elkaar op (je inwoners en geld apart)
  • De winnaar is de speler met de rijkste stad, de tweede plaats is voor de speler met de grootste stad.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Groepjes
Groepje 1
Groepje 2
Groepje 3
Groepje 4
Groepje 5
Elterish
Lara
Amy
Ruben
Dirk
Gijs B.
Silvy
Jordy
Danique
Fabian
Lieke
Marijn
Gijs M.
Jurrie
Nora
Miguel
Mats
Isabel
Levi
Jens
Kirsten
Robin
Duuk
Ingeborg
Michelle

Slide 8 - Tekstslide

Quiz

Slide 9 - Tekstslide

Noem twee soorten locaties waar steden ontstonden

Slide 10 - Open vraag

Waarom wilden een stad graag een stadsmuur?

Slide 11 - Open vraag

Waarom wilden dorpen graag jaarmarkten houden?

Slide 12 - Open vraag

Wat is een gilde?

Slide 13 - Open vraag

Wat was het voordeel van een kerk in een dorp?

Slide 14 - Open vraag

Wat was het voordeel van een klooster in een dorp?

Slide 15 - Open vraag

Noem twee positieve EN twee negatieve gebeurtenissen die de opkomst en
ontwikkeling van een stad kunnen beïnvloeden.

Slide 16 - Open vraag

Lezen en maken 7.1 Historische Oriëntatie 

Slide 17 - Tekstslide