L'ADJECTIF (klas 1)

L'adjectif (bijvoeglijk naamw)
unité 5, Bron H page 43
Livre page 36-37

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

L'adjectif (bijvoeglijk naamw)
unité 5, Bron H page 43
Livre page 36-37

Slide 1 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord:
Zegt iets over een zelfstandig naamwoord (persoon/ding)

bijvoorbeeld: 
un petit chat noir = een kleine zwarte kat
une grande maison blanche= een groot wit huis


Slide 2 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord:
Moet in het Frans aangepast worden aan het zelfstandig naamwoord in geslacht (mnl/vrl) en in getal (ev/mv):

un petit garçon            une petite fille

des petits garçons     des petites filles

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

de kleine trui
A
le petit pull
B
le petite pull
C
le petits pull
D
le petites pull

Slide 5 - Quizvraag

het grote huis
A
la grand maison
B
la grande maison
C
la grands maison
D
la grandes maison

Slide 6 - Quizvraag

de zwarte kleren (mnl mv)
A
les vêtements noir
B
les vêtements noire
C
les vêtements noirs
D
les vêtements noires

Slide 7 - Quizvraag

de mooie meisjes
A
les joli filles
B
les jolis filles
C
les jolie filles
D
les jolies filles

Slide 8 - Quizvraag

de kleine katten

Slide 9 - Open vraag

Let op:
Als een bijv nw al op -e eindigt, krijgt deze geen extra -e: 
rouge --> un vélo rougeune robe rouge

Als een bijv nw al op -s eindigt, krijgt deze geen extra -s: 
français --> un garçon françaisdes garçons français

Als een bijv nw op een -x eindigt, krijgt deze geen extra -s: 
vieux --> un vieux bâtiment - des vieux bâtiments

Slide 10 - Tekstslide

Plaats bijvoeglijk naamwoord
Het bijv.nw. staat in het Frans meestal achter  het zelfst. naamw:
la leçon intéressante
la maison blanche
le garçon anglais
les femmes riches
Maar...

Slide 11 - Tekstslide

Plaats bijvoeglijk naamwoord
...de volgende bijv.nw. komen VOOR het zelfst.nw
(schrijf op + leer dit rijtje van buiten!!)
jeune - joli
grand - petit
bon - beau
vieux - nouveau

Slide 12 - Tekstslide

de groene schoenen
A
les verte chaussures
B
les vertes chaussures
C
les chaussures verte
D
les chaussures vertes

Slide 13 - Quizvraag

de mooie broek
A
le joli pantalon
B
le jolis pantalon
C
le pantalon joli
D
le pantalon jolis

Slide 14 - Quizvraag

de Franse man
A
le français homme
B
l'homme français
C
le française homme
D
l'homme française

Slide 15 - Quizvraag

Let op:
De volgende bijv. nw. hebben een bijzondere vrouwelijke vorm (leer deze van buiten!) :
mannelijk:                 vrouwelijk:
bon                               bonne                     un bon livre - une bonne note
beau                             belle                        un beau garçon - une belle fille 
nouveau                      nouvelle                un nouveau vélo - une nouvelle robe
vieux                             vieille                      un vieux pull - une vieille jupe

Slide 16 - Tekstslide

het nieuwe huis
A
la nouveau maison
B
la nouvelle maison
C
la maison nouveau
D
la maison nouvelle

Slide 17 - Quizvraag

EXERCICE (maak in schrift):
LET OP PLAATS ÉN VORM VAN HET BIJV NW!
1. J'ai deux … frères … (sportif)
2. Nous avons une … voiture … (bleu) 
3. Ma sœur a une … chambre … (joli)  
4. Murielle porte un … pull … (nouveau)  
5. Mes tantes sont des … dames … (grand)
6. Elle porte … (een mooie jurk) avec des … (gele sokken).              



           

Slide 18 - Tekstslide

CORRIGÉ
1. J’ai deux frères sportifs



           

Slide 19 - Tekstslide

CORRIGÉ
2. Nous avons une voiture bleue


           

Slide 20 - Tekstslide

CORRIGÉ
3. Ma soeur a une jolie chambre


           

Slide 21 - Tekstslide

CORRIGÉ
4. Murielle porte un nouveau pull.

           

Slide 22 - Tekstslide

CORRIGÉ
5. Mes tantes sont des grandes dames.

           

Slide 23 - Tekstslide

LA FIN!
LEER APPRENDRE 5 UNITÉ 5
MAAK EX 16 C + 16D P. 26

Slide 24 - Tekstslide