8.4 - Geluidsoverlast verminderen

8.1 - Geluid maken en horen
8.4 - Geluidsoverlast verminderen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

8.1 - Geluid maken en horen
8.4 - Geluidsoverlast verminderen

Slide 1 - Tekstslide

Startklaar
1. Zitten volgens plattegrond.
2. Boek, schrift, rekenmachine en pen op tafel.
8.4 - Geluidsoverlast verminderen

Slide 2 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met de toonhoogte?
A
Hoe hard het geluid is
B
Hoe het geluid klinkt

Slide 3 - Quizvraag

hoge frequentie
lage frequentie

Slide 4 - Sleepvraag

Amplitude zegt wat over de:
Frequentie zegt wat over de:
Geluidssterkte meten we in: 
Frequentie meten we in:
Hertz
Decibel
Toonhoogte
Geluidssterkte

Slide 5 - Sleepvraag

Wat is frequentie?
A
Aantal trillingen per uur
B
Aantal trillingen per minuut
C
Aantal trillingen per seconde

Slide 6 - Quizvraag


TL: Hoeveel trillingen zijn hier?

HAVO: Hoe lang duurt één trilling?
A
5 trillingen | 0,01 s
B
5 trillingen | 0,02 s
C
10 trillingen | 0,1 s
D
10 trillingen | 0,02 s

Slide 7 - Quizvraag

De toonhoogte van een snaar van een gitaar kun veranderen door:
A
De spanning aan te passen
B
De dikte aan te passen
C
De lengte aan te passen
D
Alle drie de antwoorden zijn juist

Slide 8 - Quizvraag

Inzicht: Hoe verandert de toonhoogte bij het instrument hiernaast?
A
Er ontstaat een laag geluid wanneer er veel ventielen worden ingedrukt.
B
Er ontstaat een laag geluid wanneer er weinig ventielen worden ingedrukt.

Slide 9 - Quizvraag

amplitude
frequentie

Slide 10 - Sleepvraag

In de afbeelding zie je vier verschillende beelden van een oscilloscoopscherm. De oscilloscoop heeft vier keer dezelfde instelling.
Welke twee beelden geven de geluiden met de grootste geluidssterkte weer?
A
beeld A en B
B
beeld C en D
C
beeld B e C
D
beeld A en D

Slide 11 - Quizvraag

  • 8.4.1 Je kunt uitleggen vanaf welke geluidssterkte je gehoor beschadigd kan raken als je er regelmatig of langdurig aan blootstaat.
  • 8.4.2 Je kunt drie manieren benoemen om geluidsoverlast te verminderen.
  • 8.4.3 Je kunt voorbeelden geven van maatregelen tegen geluidshinder bij de geluidsbron, tussen de geluidsbron en de ontvanger en bij de ontvanger.
  • 8.4.4 Je kunt het verschil uitleggen tussen geluid absorberen en weerkaatsen.
  • 8.4.5 Je kunt enkele manieren van geluidsisolatie benoemen.
Leerdoelen

Slide 12 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Hoe kun je geluidsoverlast verminderen bij? de bron, tussenstof en ontvanger?

Slide 13 - Tekstslide

8.4 Geluidsoverlast verminderen

Slide 14 - Tekstslide

Welke van deze afbeeldingen geeft 140 dB het beste weer?
A
B
C
D

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Maatregelen tegen geluidshinder
Je kunt op verschillende manieren iets doen tegen geluidshinder:
1. Bij de geluidsbron
2. Tussen de geluidsbron en de ontvanger
3. Bij de ontvanger





Hoofdstuk 8 . Geluid
§8.4 geluidsoverlast verminderen

Slide 17 - Tekstslide

Maatregelen tegen geluidshinder







Hoofdstuk 8 . Geluid
§8.4 geluidsoverlast verminderen

Slide 18 - Tekstslide

Geluidsoverlast verminderen bij de geluidsbron
Geluidsoverlast verminderen tussen bron en ontvanger
Geluidsoverlast verminderen bij de ontvanger

Slide 19 - Sleepvraag

Dit is een maatregel
A
Bij de bron
B
Tussen bron en ontvanger
C
Bij de ontvanger

Slide 20 - Quizvraag

Dit is een maatregel
A
Bij de bron
B
Tussen bron en ontvanger
C
Bij de ontvanger

Slide 21 - Quizvraag

Dit is een maatregel
A
Bij de bron
B
Tussen bron en ontvanger
C
Bij de ontvanger

Slide 22 - Quizvraag

Maatregelen tegen geluidshinder
- Bij de geluidsbron
- Tussen de geluidsbron en de ontvanger
- Bij de ontvanger
  • weg asfalteren met geluidsarm asfalt
  • autobanden 
  • geluidswallen
  • geluidsschermen
  • huisisolatie

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk
2B:
2C: 
  • Maken en nakijken §8.4
  • Opdracht 1 t/m 8

Slide 24 - Tekstslide

Stap 1: Gegevens
Stap 2: Gevraagd
Stap 3: Formule
Stap 4: Berekening
Stap 5: Antwoord
Berekening: gebruik deze stappen!

Slide 25 - Tekstslide

Frequentie of trillingstijd berekenen
Deze stemvork heeft een frequentie (f) van 440 Hz. Bereken hoe lang één trilling duurt? Of te wel bereken de trillingstijd (T).
1. f = 440 Hz
2. T = ? 
3. T = 1 : f
4. T = 1 : 440 
5. T = 0,00227 s

Slide 26 - Tekstslide

Bereken de frequentie van deze toon.

Je ziet hier 3 trilling in 0,01 seconde.
Dat is dus 0,01 : 3 = 0,003333333 s per trilling.

1. T = 0,003333333 s
2. f = ?
3. f = 1 / T 
4. f = 1 / 0,003333333
5. f = 300 Hz

Slide 27 - Tekstslide

De trillingstijd van een toon is 0,002 s. Bereken de frequentie van deze toon.
0,002
0,002
500

Slide 28 - Sleepvraag