Van zaadje tot baby: Hoe voortplanting werkt bij planten en dieren

Van zaadje tot baby: Hoe voortplanting werkt bij planten en dieren
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Van zaadje tot baby: Hoe voortplanting werkt bij planten en dieren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je uitleggen hoe voortplanting bij planten en dieren gaat. 
Je kunt de verschillende onderdelen van de voortplantingsorganen van mensen en planten benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer de leerdoelen en leg uit wat de leerlingen aan het eind van de les zullen hebben geleerd.
Wat weet je al over voortplanting bij planten en dieren?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Voortplanting bij planten
Planten reproduceren door middel van zaadjes en stekjes. Sommige planten hebben mannelijke en vrouwelijke delen, terwijl andere planten zowel mannelijke als vrouwelijke delen op één bloem hebben.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit hoe voortplanting bij planten werkt en laat foto's zien van verschillende planten en bloemen.
Voortplanting bij dieren
Dieren reproduceren door middel van eieren en zaadcellen. Zoogdieren hebben vaak geslachtsorganen die zowel mannelijke als vrouwelijke delen bevatten.

Slide 5 - Tekstslide

Beschrijf hoe voortplanting bij dieren werkt en leg het verschil tussen eierleggende en levendbarende dieren uit.
Mannelijke voortplantingsorganen
Mannen hebben testikels, die zaadcellen produceren. De zaadcellen worden via de zaadleiders naar de penis getransporteerd.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit welke organen mannen hebben en wat hun functies zijn. Laat een diagram zien van de mannelijke voortplantingsorganen.
Vrouwelijke voortplantingsorganen
Vrouwen hebben eierstokken, die eieren produceren. De eieren worden via de eileiders naar de baarmoeder getransporteerd.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit welke organen vrouwen hebben en wat hun functies zijn. Laat een diagram zien van de vrouwelijke voortplantingsorganen.
Bevruchting
Bevruchting vindt plaats wanneer een zaadcel een eicel bereikt en samensmelt. Dit kan in het lichaam van de vrouw of in een laboratorium gebeuren.

Slide 8 - Tekstslide

Beschrijf het proces van bevruchting en leg uit hoe het kan plaatsvinden in het lichaam van de vrouw of in een laboratorium.
Zwangerschap en geboorte
Als een eicel is bevrucht, begint de zwangerschap. De baby groeit in de baarmoeder en wordt geboren via de vagina of via een keizersnede.

Slide 9 - Tekstslide

Beschrijf het proces van zwangerschap en geboorte en leg uit wat er gebeurt tijdens de verschillende stadia van de zwangerschap.
Samenvatting
We hebben geleerd hoe voortplanting werkt bij planten en dieren. We weten nu welke organen mannen en vrouwen hebben en hoe bevruchting en zwangerschap plaatsvinden.

Slide 10 - Tekstslide

Herhaal de belangrijkste punten van de les en vraag de leerlingen om vragen te stellen of om te delen wat ze hebben geleerd.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.