4.2 Wat levert het op?

• Economie
• Middelbare school

4.2 Wat levert het op?

• Ik kan uitleggen wat een ondernemer is.
• Ik kan  productiefactoren herkennen als voorbeeld van natuur, arbeid of kapitaalgoederen.
• Ik kan uitleggen wat concurrenten zijn.
• Ik kan aan de hand van opbrengsten en kosten de winst/ het verlies uitrekenen.

4. Goed gemaakt?

4.2 Wat levert het op?

Heeft iemand in jouw gezin een eigen bedrijf?

ja

nee

4.2 Wat levert het op?

Ondernemer

Iemand die zijn inkomen haalt uit een eigen bedrijf.

• Een ondernemer wil winst maken.
• Winst = opbrengsten - kosten
• Wanneer de kosten groter zijn dan de opbrengsten, maak je verlies.

Je hebt voor €723,- oliebollen gekocht.
Je hebt ze verkocht voor € 1519,-
Hoe groot is je winst/verlies?

Je hebt voor €3014,- T-shirts verkocht.
Je hebt ze gekocht voor € 3129,-
Hoe groot is je winst/verlies?

Je hebt voor €213,- wafels verkocht.
Je hebt ze gekocht voor € 210,-
Hoe groot is je winst/verlies?

Ik heb zin in vers geperst sinaasappelsap.
Wat heb ik daarvoor allemaal nodig?

4.2 Wat levert het op?

Productiefactoren

Om te produceren zijn altijd drie productiefactoren nodig:

• arbeid
  
• kapitaalgoederen (gebouw, voorraad en machines)
  
• natuur (grondstoffen en ruimte)
  

Het kopen van nieuwe kapitaalgoederen heet investeren.

Een schilder behoort tot de productiefactor

1. Natuur
2. Arbeid
3. Kapitaal

Hout behoort tot de productiefactor

1. Natuur
2. Arbeid
3. Kapitaal

Welke productiefactor is op een school het belangrijkst?

1. natuur
2. arbeid
3. kapitaal

Een bedrijf met veel machines is:

1. Arbeidsintensief
2. Kapitaalintensief

De productie van auto's is:

1. Kapitaalintensief
2. Arbeidsintensief

Een kapper is een voorbeeld van een arbeidsintensief beroep

1. juist
2. onjuist

Kies de TWEE voorbeelden van de productiefactor kapitaal

1. Hout
2. Machines
3. Computers
4. Monteur

Sleep de foto's naar de juiste productiefactoren.

Kapitaal

Arbeid

Natuur

Welke supermarkten ken je?

4.2 Wat levert het op?

Concurrentie

Bedrijven die dezelfde soort producten verkopen.

4.2 Wat levert het op?

• Ik kan uitleggen wat een ondernemer is.
• Ik kan  productiefactoren herkennen als voorbeeld van natuur, arbeid of kapitaalgoederen.
• Ik kan uitleggen wat concurrenten zijn.
• Ik kan aan de hand van opbrengsten en kosten de winst/ het verlies uitrekenen.