Zuren: zuren die opgelost zijn geleiden elektrische stroom
VS
Slide 10 - Tekstslide
Zuren in water
De zuren die je net zag zijn moleculaire stoffen en dus opgebouwd uit moleculen die geen lading hebben.
Toch kan een oplossing van een zuur stroom geleiden.
Er zijn dus blijkbaar losse geladen deeltjes die de stroom kunnen geleiden.
Slide 11 - Tekstslide
Zure oplossingen hebben een ...................
A
pH groter dan 7
B
pH kleiner dan 7
C
pH is 7
Slide 12 - Quizvraag
Gootsteenontstopper(base) is agressiever dan groene zeep (base). De pH van gootsteenontstopper is
A
groter dan groene zeep
B
kleiner dan groene zeep
C
3
D
kun je niet zeggen
Slide 13 - Quizvraag
Welke uitspraak is fout?
A
Een zure oplossing smaakt zuur
B
Alle zure oplossingen geleiden de stroom
C
De pH van een zuur is groter dan 7
D
Zure oplossingen beïnvloeden de kleur van een zuur-base-indicator
Slide 14 - Quizvraag
Is dit een zuur? CH3COOH
A
ja
B
nee
Slide 15 - Quizvraag
Is dit een zuur? HBr
A
ja
B
nee
Slide 16 - Quizvraag
Zuur of basisch?
A
zuur
B
basisch
C
neutraal
Slide 17 - Quizvraag
Een zuur kan...
A
een elektron opnamen
B
een elektron afstaan
C
een H+ opnemen
D
een H+ afstaan
Slide 18 - Quizvraag
Aan de slag!
7.2 Zuren in water
Maken opdr. 8 t/m 16
Slide 19 - Tekstslide
7.2 Zuren in water
Les 2
Slide 20 - Tekstslide
Sleep de onderdelen naar de juiste plek.
Elke stap is een factor 10. Dus van pH 7 naar pH 5 is 10x10=100x zo zuur.
zuur
basisch
neutraal
Slide 21 - Sleepvraag
Hiernaast is afgebeeld...
A
rode koolsap
B
blauw lakmoespapier
C
rood lakmoespapier
D
universeel indicatorpapier
Slide 22 - Quizvraag
Wat is een kenmerk van een sterk zuur?
A
Een zuur dat een lage pH heeft
B
Een zuur dat een hoge pH heeft
C
Een zuur dat volledig ioniseert in water
D
Een zuur dat weinig ioniseert in water
Slide 23 - Quizvraag
Waterstof-chloride
Zwavel-zuur
Fosfor-zuur
Salpeter-zuur
Sleep de onderdelen naar de juiste plek.
HCl
HNO3
H2SO4
H3PO4
Slide 24 - Sleepvraag
Een zuur kan...
A
een elektron opnamen
B
een elektron afstaan
C
een H+ opnemen
D
een H+ afstaan
Slide 25 - Quizvraag
Leerdoelen
Je leert waarom zure oplossingen stroom geleiden.
Je leert namen van een aantal zuren.
Je leert het verschil tussen sterke en zwakke zuren.
Slide 26 - Tekstslide
Sterke en zwakke zuren
Oplossingen van sterke zuren bevatten geen opgeloste zuurmoleculen. Er zijn alleen H+‑ionen en zuurrestionen aanwezig.
In oplossingen van zwakke zuren zitten opgeloste zuurmoleculen, H+‑ionen en zuurrestionen. De opgeloste zuurmoleculen zijn in de meerderheid en je noteert de volledige formule van het zuur voor de oplossing.
Slide 27 - Tekstslide
Sterke en zwakke zuren
Binas 49geeft een overzicht van bekende zuren en basen.
Onder te verdelen in: sterk, zwak en zeer zwak.
Hoe sterker een zuur, hoe makkelijker het H+-ion kan worden afgesplitst.
Bij gelijke molariteit (hoeveelheid mol per L), heeft een sterk zuur;
een lagere pH dan een zwak zuur,
veel beter stroom geleiden dan een zwak zuur,
zal hij sterker reageren dan een zwak zuur (meer H+ in oplossing).
Slide 28 - Tekstslide
Sterk zuur
Bij een sterk zuur is er volledige ionisatie.
Voorbeeld van notatie sterk zuur: HCl
H+ (aq) + Cl- (aq)
Notatie sterk zuur: H+ (aq)+ zuurrestion-(aq)
Slide 29 - Tekstslide
(Sterke) zuren in water
Wanneer zuren opgelost worden in water, vallen ze uiteen in ionen, terwijl zuren moleculaire stoffen zijn!!
Ze vallen dan uiteen in H+ en het zuurrest-ion:
HCl --> H+ + Cl-
H2SO4 --> 2H+ + SO42-
Hoe meer H+, hoe zuurder!
Slide 30 - Tekstslide
Zwak zuur
Een zwak zuur is niet volledig gesplitst in H+ en zuurrestionen.
Voorbeeld van notatie zwak zuur: HF
HF (aq)
Notatie zwak zuur: Zuur (aq)
Slide 31 - Tekstslide
Sterke zuren
Sterk zuur (aflopende reactie)
Algemene zuur ionisatiereactie:
Slide 32 - Tekstslide
Zwakke zuren
Zwak zuur (evenwichtsreactie)
Algemene zwak zuur ionisatiereactie:
Slide 33 - Tekstslide
Is salpeterzuur een sterk/zwak zuur of base? Gebruik Binas 49 en 66B.
A
Sterk zuur
B
Zwak zuur
C
Sterke base
D
Zwakke base
Slide 34 - Quizvraag
Is het sulfide-ion een sterk/zwak zuur of base? Gebruik Binas 49.
A
Sterk zuur
B
Zwak zuur
C
Sterke base
D
Zwakke base
Slide 35 - Quizvraag
Is het ammonium-ion een sterk/zwak zuur of base? Gebruik Binas 66B en 49.