Wat is het frequentiebereik van het menselijk oor?
A
10Hz - 10.000Hz
B
0Hz - 100.000Hz
C
2Hz - 2.000Hz
D
20Hz - 20.000Hz
Slide 23 - Quizvraag
Een snaar maakt 15.000 trillingen per seconde, kan een mens dit geluid horen?
A
Ja
B
Nee
Slide 24 - Quizvraag
BEGRIPPEN
Frequentie: Aantal trillingen per seconde. De eenheid is hertz (Hz).
Stemvork: U-vormig stukje metaal dat altijd een toon met dezelfde toonhoogte geeft.
Slide 25 - Tekstslide
8.2 HOOG EN LAAG
In allerlei muziekinstrumenten worden snaren gebruikt. Als je zo’n snaar in trilling brengt, geeft hij een toon. De hoogte van die toon hangt af van drie dingen:
- Hoe dik de snaar is, Hoe dikker de snaar, hoe lager de toon. - Hoe lang de snaar is. Hoe langer de snaar, hoe lager de toon. - Hoe strak de snaar is gespannen. Hoe lager de spanning, hoe lager de toon.
Het aantal trillingen per seconde noem je de frequentie van de trilling. De frequentie wordt gemeten in hertz (Hz). Als de frequentie 128 Hz is, bewegen de benen van de stemvork 128 keer per seconde heen en weer.
• Hoe hoger de frequentie, des te hoger is de toon die je hoort.
• Met een microfoon en een oscilloscoop kun je trillingen weergeven op een scherm en
er onderzoek naar doen.
• Geluid met een heel hoge of een heel lage frequentie kun je niet horen. Jonge mensen
kunnen meestal tonen tussen 20 en 20 000 Hz horen. Als je ouder wordt, kun je vooral
hoge tonen minder goed horen.
Slide 26 - Tekstslide
8.2 TOONHOOGTE EN FREQUENTIE
Hoe hoger de frequentie, des te hoger is de toon die je hoort.
Met een microfoon en een oscilloscoop kun je trillingen weergeven op een scherm en er onderzoek naar doen.
Geluid met een heel hoge of een heel lage frequentie kun je niet horen. Jonge mensen kunnen meestal tonen tussen 20 en 20 000 Hz horen. Als je ouder wordt, kun je vooral hoge tonen minder goed horen.
Slide 27 - Tekstslide
De frequentie is het aantal trillingen per minuut
A
Juist
B
Onjuist
Slide 28 - Quizvraag
Wat is de eenheid voor frequentie?
A
Frq
B
Hr
C
Hz
D
Fq
Slide 29 - Quizvraag
Als de frequentie omlaag gaat gaat de toonhoogte...
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Verandert niet
Slide 30 - Quizvraag
Een snaar trilt 120 keer per minuut. Wat is de frequentie?
A
2 Hz
B
60 Hz
C
120 Hz
D
4 Hz
Slide 31 - Quizvraag
Wat heeft geen invloed op de toonhoogte van een trillende snaar?
A
De lengte van de snaar
B
De dikte van de snaar
C
De spanning van de snaar
D
De kleur van de snaar
Slide 32 - Quizvraag
Als de frequentie omlaag gaat gaat de toonhoogte...
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Verandert niet
Slide 33 - Quizvraag
Een snaar trilt 120 keer per minuut. Wat is de frequentie?