Quiz burgerschap

Programma periode 1
ALLE opdrachten moet je hebben gedaan om het diploma van burgerschap te behalen. 
Daarnaast 80% aanwezigheid en actieve deelname.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Programma periode 1
ALLE opdrachten moet je hebben gedaan om het diploma van burgerschap te behalen. 
Daarnaast 80% aanwezigheid en actieve deelname.

Slide 1 - Tekstslide

0-meting
Laten we nu kijken wat we over het halen van Burgerschap  weten...

Slide 2 - Tekstslide

Het geheel van eigenschappen dat jou tot een uniek persoon maakt is jouw
A
Zelfbeeld
B
Verdienste
C
identiteit
D
haarkleur

Slide 3 - Quizvraag

Met welke woorden begint een Kamerlid die moet spreken in de Tweede kamer zijn verhaal?
A
Landgenoten...
B
Leden van de Tweede Kamer...
C
Mevrouw de voorzitter...
D
Merhaba allemaal...

Slide 4 - Quizvraag

Hoe heten de drie "prinsessen van Oranje"?
A
Catharina-Amalia, Alexia & Ariane
B
Wilhelmina-Amalia, Alexia & Ariane
C
Catharina-Amalia, Alexia & Armani
D
Amy, Shelly & Lisa

Slide 5 - Quizvraag

Van mijn ouders mag ik thuiskomen met wie ik wil (vriendje/vriendinnetje)
A
Absoluut niet
B
Zeker wel

Slide 6 - Quizvraag

Een voorbeeld van een groep uit je je sociale omgeving is:
A
je ouders
B
de politie van je stad
C
je teamgenoten bij de voetbalclub
D
je broer en zus

Slide 7 - Quizvraag

De tweede kamer bestaat uit
A
75+1 leden
B
75 leden
C
150 leden
D
12 leden

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een wetsregel?
A
Na toiletbezoek je handen wassen
B
Geen afval op straat gooien
C
Op de buitendeuren moeten goede sloten zitten
D
In restaurants geef je een fooi

Slide 9 - Quizvraag

Immigratie en integratie zijn hetzelfde.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Welke stelling is juist?

1. Jouw sociale omgeving wordt gevormd door mensen die je kent en waarmee je dingen samen doet.

2.Maatschappij is een ander woord voor sociale omgeving.
A
Alleen stelling 1 is juist
B
Alleen stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Waar gaat artikel 1 in de Grondwet over?
A
Gelijkheid
B
Vrijheid van meningsuiting
C
Vooroordeel
D
Stereotype

Slide 12 - Quizvraag

Een ander woord voor de maatschappij is:
A
belangengroep
B
sociale omgeving
C
overheid
D
samenleving

Slide 13 - Quizvraag

Bij welk van de onderstaande voorbeelden gaat het om een wetsregel?
A
In de bus sta je op voor een zwangere vrouw
B
Bij het concert sluit je achteraan in de rij
C
Je bedankt de leraar na de les
D
Je gaat naar school

Slide 14 - Quizvraag

Welke stelling is juist?

1. Bij burgerschap bereid je je voor op actieve deelname aan de samenleving.

2. Burgerschap sluit goed aan bij opleidingen in interieuradvies en meubelmaken.
A
Alleen stelling 1 is juist
B
Alleen stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Opdracht 1: kennismaken BS dimensies
  1. Je kijkt met de klas de trailer. 
  2. Schrijf op bij welke dimensie deze trailer zou passen. 
  3. Schrijf op  waarom het thema van deze trailer bij deze dimensie past
  4. Als je klaar bent start je met opdracht 2!

Slide 16 - Tekstslide

Doel van deze opdracht is met andere ogen leren kijken naar de verschillende dimensie 

Slide 17 - Tekstslide