Uitleg en oefenen koolstofkringloop en stikstofkringloop

Uitleg en oefenen koolstofkringloop en stikstofkringloop
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Uitleg en oefenen koolstofkringloop en stikstofkringloop

Slide 1 - Tekstslide

De koolstofkringloop

Slide 2 - Tekstslide

Koolstofkringloop
Planten nemen koolstofdioxide op uit de 
lucht. In koolstofdioxide zit koolstof. 
Bij de fotosynthese wordt met deze 
koolstof glucose gevormd.
Een deel van de glucose verbruiken 
planten en dieren bij verbranding
De koolstof uit de glucose wordt dan 
omgezet in koolstofdioxide, die dan 
wordt afgegeven aan de lucht

Slide 3 - Tekstslide

Koolstofkringloop
  • Een ander deel van de glucose gebruikt de plant om energierijke stoffen (koolhydraten, eiwitten, vetten) te maken.

  • Zo komt de koolstof terecht in alle plantaardige energierijke stoffen

Slide 4 - Tekstslide

Koolstofkringloop
  • Planteneters nemen deze plantaardige energierijke stoffen op in hun lichaam.
 
  • Een deel van deze stoffen wordt als brandstof gebruikt. Hierbij ontstaat koolstofdioxide dat aan de lucht wordt afgegeven. 

Slide 5 - Tekstslide

Koolstofkringloop
  • Een ander deel van de plantaardige energierijke stoffen wordt gebruikt om dierlijke energierijke stoffen te maken

  • Vleeseters nemen deze energierijke stoffen op als ze planteneters eten. 

Slide 6 - Tekstslide

Koolstofkringloop
  • Planten en dieren kunnen ook doodgaan zonder dat ze worden opgegeten. 

  • De energierijke stoffen in dode organismen en uitwerpselen worden door reducenten (bacteriën en schimmels) opgenomen

Slide 7 - Tekstslide

Koolstofkringloop
  • De reducenten verbranden het grootste deel van deze stoffen. Hierbij komt de koolstof weer terecht in koolstofdioxide dat weer wordt afgegeven aan de lucht

Slide 8 - Tekstslide

Koolstofkringloop
dierlijke energierijke stoffen
fotosynthese
verbranding
koolstofdioxide
glucose
plantaardige energierijke stoffen
plantaardige  en dierlijke resten

Slide 9 - Sleepvraag

Koolstofkringloop invullen





Hoe pak je dit aan?
Begin bij de koolstofdioxide (CO2) en bedenk --> door verbranding ontstaat koolstofdioxide en planten gebruiken koolstofdioxide voor fotosynthese.

Slide 10 - Tekstslide

Wat moet er op plaats 1 komen te staan?

Slide 11 - Open vraag

Bekijk de koolstofkringloop. Bij welke pijl is er sprake van fotosynthese?
Vastleggen van energie

Slide 12 - Open vraag

Wat wordt er gemaakt door de planten bij pijl 7?

Slide 13 - Open vraag

Bij nummer 2 eten de dieren de glucose op. Wat geeft pijl 9 dan aan?

Slide 14 - Open vraag

Waar zal pijl 8 voor staan? (Let hierbij op nummer 3 en 10 naar koolstofdioxide)

Slide 15 - Open vraag

Welke pijl geeft dode resten van planten aan?

Slide 16 - Open vraag

Welke organismen staan er bij 3?
Vastleggen van energie

Slide 17 - Open vraag

Als nummer 1 planten zijn en nummer 2 dieren, waar staat nummer 3 dan voor?

Slide 18 - Open vraag

Welke pijlen geven verbranding weer? (Let op de koolstofdioxide!)

Slide 19 - Open vraag

Welke term hoort er bij de pijlen 1, 2, en 4 in deze koolstofkringloop?

Slide 20 - Open vraag

Welke term hoort er bij pijlen 7 in deze koolstofkringloop?

Slide 21 - Open vraag

Welke pijlen staan voor dode organismen in deze koolstofkringloop?

Slide 22 - Open vraag

In de afbeelding is de koolstofkringloop
weergegeven. Tot welk van de cirkels P, Q of R
behoren de planten?

Slide 23 - Open vraag

Bij welke pijl(en) is er sprake van verbranding?

Slide 24 - Open vraag

In de afbeelding is de koolstofkringloop
weergegeven. Bij welke pijl(en) is er sprake van
het opruimen van dode resten van dieren?

Slide 25 - Open vraag

Opdracht
In de afbeelding zie je de koolstofkringloop. Beantwoordt de volgende vragen:
  1. Wat zijn producenten?
  2. Geef 2 voorbeelden van consumenten
  3. Wat zijn reducenten? 
  4. Waar staan de nummers 
1 t/m 4 voor?

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht
In de afbeelding zie je de koolstofkringloop. Beantwoordt de volgende vragen:
  1. Wat zijn producenten?
  2. Geef 2 voorbeelden van consumenten
  3. Wat zijn reducenten? 
  4. Waar staan de nummers 
1 t/m 4 voor?
Antwoorden
1. Planten (organismen die aan fotosynthese doen/ glucose maken)
2. Dieren (mensen, insecten enz.)
3. Schimmels en bacteriën
4. 1 = fotosynthese,
    2, 3 en 4 = verbranding

Slide 27 - Tekstslide

Stikstofkringloop

Slide 28 - Tekstslide

Stikstofkringloop
  • Stikstof komt in de bodem o.a. voor in de stof nitraat (mineraal).
  • Planten nemen water uit de bodem op met daarin nitraat.
  • Ze gebruiken het nitraat samen met glucose voor de vorming van eiwitten (organische stof). 
Planten hebben dus stikstof nodig voor het maken van eiwitten. Planten kunnen zelf geen stikstof uit de lucht opnemen, maar wel nitraat uit de bodem. In nitraat zit stikstof en zo komen de planten aan de stikstof. 

Slide 29 - Tekstslide

Stikstofkringloop
  • Planteneters zetten een deel van deze eiwitten om in dierlijke eiwitten.
  • Ook dierlijke eiwitten bevatten
 stikstof.
  • Vleeseters nemen deze 
eiwitten op via het vlees 
dat ze eten. 

Slide 30 - Tekstslide

Stikstofkringloop
  • Niet alle eiwitten worden opgegeten en verteerd.
  • Eiwitten zitten ook in uitwerpselen of in dode planten of dieren.
  • Reducenten (rottingsbacteriën)
gebruiken die eiwitten als brandstof.
  • Bij de verbranding van de eiwitten 
ontstaat ammoniak --> wordt omgezet 
naar ammonium --> bacteriën nitraat. 
  • Een deel wordt ammoniakgas.

Slide 31 - Tekstslide

Stikstofkringloop
  • Stikstof zit ook in de lucht.
  • Planten en dieren kunnen geen stikstof uit de lucht opnemen, maar stikstofbindende bacteriën wel
  • Deze bacteriën komen                onder andere voor in  wortelknolletjes van planten zoals klaver en lupine ------------>

Slide 32 - Tekstslide

Stikstofkringloop
  • Een deel van de stikstof die deze stikstofbindende 
    bacteriën uit de lucht opnemen,      komt als nitraat in de bodem          terecht. 

  • Planten kunnen nitraat opnemen en gebruiken dit voor het maken van plantaardige eiwitten. 

Slide 33 - Tekstslide

De stikstofkringloop 
Ammonium
Nitraat
Stikstofgas
Ammoniakgas

Slide 34 - Sleepvraag

Eiwitten bevatten stikstof. Stikstof komt in de bodem voor in nitraten. Planten nemen deze minerale zouten op en gebruiken ze om eiwitten op te bouwen uit glucose. Dieren kunnen zelf geen eiwitten maken uit glucose en nemen ze op met hun voedsel. Bij de afbraak van eiwitten in dode resten ontstaan weer nitraten. In de wortels van verschillende plantensoorten leven bacteriën in wortelknolletjes. Deze bacteriën gebruiken stikstof uit de lucht om nitraten op te bouwen. De informatie hierboven beschrijft een stikstofkringloop. Het schema hiernaast geeft deze kringloop weer.
1
2
3
4
Dieren
Planten
Rottings-
bacteriën
Wortelknol-
bacteriën

Slide 35 - Sleepvraag

Een plant kan van glucose nog andere stoffen maken, zoals eiwitten, vitaminen en vetten.
Welke stof uit de grond is nodig voor de omzetting van glucose in eiwitten?

Slide 36 - Open vraag

Welk organisme kan stikstof uit de lucht halen?
A
Mensen
B
Stikstofbindende bacteriën
C
Planten
D
Dieren

Slide 37 - Quizvraag

Bij stikstofbinding wordt gasvormige stikstof omgezet in stikstofhoudende mineralen.

Bij welke genummerde pijl is sprake van stikstofbinding?

A
Pijl 1
B
Pijl 2
C
Pijl 3
D
Pijl 4

Slide 38 - Quizvraag

Welke stof neemt de plant op van de stikstofkringloop?
A
Ammoniak
B
Water
C
Glucose
D
Nitraat

Slide 39 - Quizvraag

Planten en dieren hebben stikstof nodig om eiwitten te maken. Planten kunnen stikstof niet zomaar opnemen, daar hebben ze stikstofbindende bacteriën voor. Hoe krijgt een dier stikstof binnen?

Slide 40 - Open vraag

Hoe wordt in de voedselketens stikstof doorgegeven?
A
Als nitraat
B
Als ammoniak
C
Als koolhydraten
D
Als eiwitten

Slide 41 - Quizvraag