3H Chapitre 5 grammaire C, G, I

L'imparfait


L'imparfait = onvoltooid verleden tijd.
Om deze vorm te maken neem je de 
nous-vorm (présent) van een werkwoord
-ons haal je er af en je hebt de "stam".
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

L'imparfait


L'imparfait = onvoltooid verleden tijd.
Om deze vorm te maken neem je de 
nous-vorm (présent) van een werkwoord
-ons haal je er af en je hebt de "stam".

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn de uitgangen van de imparfait?
A
e, es, e, ons, ez, ent
B
s, s, - , ons, ez, ent
C
ais, ais, ait, ions, iez, aient
D
ait, ait, ais, aions, aiez, aient

Slide 2 - Quizvraag

Noteer de imparfait van het werkwoord tussen haakjes.
je (trouver)

Slide 3 - Open vraag

Wat is de imparfait van
nous (avoir)

Slide 4 - Open vraag

Wat is de imparfait van
ils (faire)

Slide 5 - Open vraag

Wat is de imparfait van
il (regarder)

Slide 6 - Open vraag

Let op: wat is de imparfait van
vous (être)

Slide 7 - Open vraag

Bron G. Le verbe "mettre"
"mettre" heeft meerdere betekenissen:
leggen / zetten / erover doen / aantrekken (kleding)

Je moet alle vier werkwoordstijden die in je boek staan kennen.

Slide 8 - Tekstslide

Zet in de goede vorm
il (présent)

Slide 9 - Open vraag

Zet in de goede vorm
nous (passé composé)

Slide 10 - Open vraag

Zet in de goede vorm
ils (imparfait)

Slide 11 - Open vraag

Zet in de goede vorm:
tu (futur simple)

Slide 12 - Open vraag

Het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
Vorm:
mann. ev.      -   -
vrouw. ev.      -  -e
mann. mv     -    -s
vrouw.mv.      -  -es

Slide 13 - Tekstslide

Onregelmatige vormen:

mann. ev.      -  on
vrouw. ev.    - onne
mann. ev.      -   en
vrouw. ev.     - enne
mann. ev.      -   eux      
vrouw. ev.     - euse
mann. ev.      -    f
vrouw. ev.     - ve
mann. ev.      -    er
vrouw. ev.     - ère

Slide 14 - Tekstslide

"grand" is mann. ev.
Wat is de vorm bij vrouw. ev., mann. mv. en vrouw. mv? (zet een , en spatie tussen elke vorm)

Slide 15 - Open vraag

Wat is het vrouw. ev. van "bon"?

Slide 16 - Open vraag

Wat is het vrouw. ev. van "heureux"?

Slide 17 - Open vraag

Van sommige bijvoeglijke naamwoorden is de vrouwelijke vorm helemaal onregelmatig. 
mooi
beau
belle
nieuw
nouveau
nouvelle
oud
vieux
vieille
lang
long
longue
dik
gros
grosse
wit
blanc
blanche

Slide 18 - Tekstslide

Plaats in de zin
In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord!
De volgende staan altijd voor het zelfstandig naamwoord.
Dit geldt ook voor de rangtelwoorden.


jeune
vieux
bon
grand
joli
petit
mauvais
long
beau
gros
nouveau
haut

Slide 19 - Tekstslide

Zet het bijv. nw in de goede vorm op de goede plaats in de zin.
(belge) Elle sait tout sur ce ..chanteur ..

Slide 20 - Open vraag

Zet het bijv. nw in de goede vorm op de goede plaats in de zin.
(italien) Elle a une .. mère ..

Slide 21 - Open vraag

Zet het bijv. nw in de goede vorm op de goede plaats in de zin.
(beau) Elle a une .. voix ..

Slide 22 - Open vraag

Zet het bijv. nw in de goede vorm op de goede plaats in de zin.
(premier) Il a fait sa .. tournée .. en France.

Slide 23 - Open vraag

Questions??

Slide 24 - Tekstslide