Adjectives & Present Perfect

Adjectives & Present Perfect

Present Perfect
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2,3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Adjectives & Present Perfect

Present Perfect

Slide 1 - Tekstslide

Lesson aims 
Learn about Adjectives

Learn about the Present Perfect
* When do you use the Present Perfect tense?
* How do you make the Present Perfect?

Do exercises



Slide 2 - Tekstslide

What is an adjective?

Slide 3 - Woordweb

Movie

Slide 4 - Woordweb

Music

Slide 5 - Woordweb

Design

Slide 6 - Woordweb

Adjectives - bijvoeglijk naamwoord
Zegt iets over een NOUN (zelfstandig naamwoord) 
OF een VERB (werkwoord).
NOUN: adjective VOOR de NOUN - pretty dress
VERB: adjective NA de VERB -
He looks amazing!

Slide 7 - Tekstslide

Voltooid Tegenwoordige tijd - Present Perfect
Deze werkwoordsvorm gebruik je als je wil zeggen dat iets in het verleden is begonnen dat nu nog aan de gang is. 

OF

Als je wil vertellen dat iets in het verleden is gebeurd, waar je nu nog de resultaten van merkt. 

Slide 8 - Tekstslide

HOE maak je deze werkwoordvorm?
Have/has + voltooid deelwoord

Regelmatige werkwoorden = werkwoord + ed
Onregelmatige werkwoorden = 3e vorm in het rijtje (blz 213)

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeelden: zie boek 
It has been windy all week. 

He has lived in Paris since 2020.

Have you ever been to Egypt?

Slide 10 - Tekstslide

Ontkenning + Present Perfect
I have never visited New York. 

He has never seen an elephant before.

He can't play football, he has broken his ankle.

Slide 11 - Tekstslide

Maak opdrachten:
E: Adjectives
Exercises: 33ab; 34ab; 35b

I: Grammar
Exercises: 59ab; 60ab

Niet klaar? Huiswerk voor de volgende les!

Slide 12 - Tekstslide