Les 3: Leestekens

Leestekens
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Leestekens

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je in de vorige les(sen) geleerd?

Vertel hier iets over

Slide 2 - Woordweb

Leerdoelen
- Ik kan punten, uitroeptekens en vraagtekens op de juiste wijze gebruiken.
- Ik kan dubbele punten (:) en aanhalingstekens ( ' ) in citaten gebruiken.
- Ik kan komma's op de juiste wijze gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Wat ga je doen in deze les?
- Kijken naar een tekst 
- Een video bekijken
- Oefenen met leestekens

Slide 4 - Tekstslide

Waarom leestekens?
Kijk eens naar onderstaande tekst

de nederlanders zijn een gelukkig volkje geen blijer kind ter wereld dan het nederlandse en ook de volwassenen behoren tot de gelukkigste op aarde in het nieuwste world happiness report van de vn staan we op de zesde plaats boven aan de lijst vinden we finland denemarken en zwitserland de top 5 wordt verder compleet gemaakt door ijsland en noorwegen de inwoners van deze landen geven hun leven een cijfer van 7,5 tot 7,8 nederlanders zitten daar net onder met een 7,4 de zweden zijn ongeveer even gelukkig en staan op plaats 7 in de top 10 verder nog nieuwzeeland oostenrijk en luxemburg onder aan de lijst staan landen die arm zijn of waar oorlog is afghanistan zuid soedan zimbabwe en rwanda maar ook jemen, malawi en india wat landen gelukkiger of ongelukkiger maakt de vn kijkt naar basale voorwaarden als de hoeveelheid vrijheid gezondheid  sociale contacten vrijgevigheid bbp en corruptie daarbij geldt hoe meer hoe beter behalve bij die laatste uiteraard nederlanders doneren veel meer dan de gelukkige finnen aan goede doelen ons bbp is echter net wat lager net als de mate van keuzevrijheid maar over het algemeen hebben we veel vrienden en familie om ons heen leven we lang in goede gezondheid ervaren we veel vrijheid om grote levenskeuzes te maken zijn we rijk en niet zo corrupt genoeg redenen voor een topscore dus op de geluksschaal

Slide 5 - Tekstslide

Waarom leestekens?
De Nederlanders zijn een gelukkig volkje. Geen blijer kind ter wereld dan het Nederlandse en ook de volwassenen behoren tot de gelukkigste op aarde. In het nieuwste World Happiness Report van de VN staan we op de zesde plaats.
Boven aan de lijst vinden we Finland, Denemarken en Zwitserland. De top 5 wordt verder compleet gemaakt door IJsland en Noorwegen. De inwoners van deze landen geven hun leven een cijfer van 7,5 tot 7,8. Nederlanders zitten daar net onder met een 7,4. De Zweden zijn ongeveer even gelukkig en staan op plaats 7. In de top 10 verder nog: Nieuw-Zeeland, Oostenrijk en Luxemburg. Onder aan de lijst staan landen die arm zijn of waar oorlog is: Afghanistan, Zuid-Soedan, Zimbabwe en Rwanda, maar ook Jemen, Malawi en India.
Wat landen gelukkiger of ongelukkiger maakt? De VN kijkt naar basale voorwaarden als de hoeveelheid vrijheid, gezondheid, sociale contacten, vrijgevigheid, bbp en corruptie. Daarbij geldt: hoe meer, hoe beter, behalve bij die laatste uiteraard.

Nederlanders doneren veel meer dan de gelukkige Finnen aan goede doelen. Ons bbp is echter net wat lager, net als de mate van keuzevrijheid. Maar over het algemeen hebben we veel vrienden en familie om ons heen, leven we lang in goede gezondheid, ervaren we veel vrijheid om grote levenskeuzes te maken, zijn we rijk en niet zo corrupt. Genoeg redenen voor een topscore dus op de geluksschaal.

Slide 6 - Tekstslide

Wat valt je op aan deze teksten?

Slide 7 - Open vraag

Welke leestekens ken je?

Slide 8 - Woordweb

Wat weet je nog over het
gebruik van een punt, komma,
uitroepteken, vraagteken?

Slide 9 - Woordweb

Bekijk de volgende video over leestekens:

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Begin van de zin
Altijd een hoofdletter!
(zie ook les 2)
  • Eerste letter van het eerste woord.

  • Let op: 's Middags / 't Was.
    De 's en 't zijn afkortingen.
    Het eerste volledige woord krijgt de hoofdletter).

  • Gebruik hoofdletters ook bij namen en (woorden met) landen.


Slide 12 - Tekstslide

Eind van de zin
Punt, vraagteken of uitroepteken?

  • Punt - aan het einde van een gewone zin.

  • Uitroepteken - bij een waarschuwing of uitroep.

  • Vraagteken - als je een vraag stelt.

Slide 13 - Tekstslide

Wanneer een komma
  • Tussen 2 persoonsvormen
  • Voor voegwoorden als: omdat, maar, want, daardoor etc.
  • Om de betekenis te verduidelijken
  • Opsomming
  • Aanspreking
  • Als je een pauze hoort

Slide 14 - Tekstslide

kom gauw jeroen zit in de kantine
Sleep de leestekens naar juiste plaats
HOOFD-
LETTER
HOOFD-
LETTER
.
.
?
?
!
!
,
,

Slide 15 - Sleepvraag

wat doe jij hier in spanje
Sleep de leestekens naar juiste plaats
HOOFD-
LETTER
.
?
!
,
HOOFD-
LETTER

Slide 16 - Sleepvraag

oma kunt u mij de stroop aangeven
A
Oma? Kunt u mij de stroop aangeven?
B
Oma. Kunt u mij de stroop aangeven?
C
Oma, kunt u mij de stroop aangeven.
D
Oma, kunt u mij de stroop aangeven?

Slide 17 - Quizvraag

uhm dat weet ik niet zeker
A
Uhm, dat weet ik niet zeker.
B
Uhm dat weet ik niet zeker.
C
Uhm, dat weet ik niet zeker?
D
Uhm ... dat weet ik niet zeker.

Slide 18 - Quizvraag

Verbeter:
als de kat van huis is dansen de muizen op tafel

Slide 19 - Open vraag

Uitleg aanhalingstekens
Je gebruikt aanhalingstekens als je de directe rede gebruikt. Je geeft dan iemands woorden letterlijk weer. Dat heet ook wel ‘citeren’. Je kondigt het citaat aan met een dubbele punt.

  • Hij zei: ‘Vanmiddag om vier uur gaan we terug.’

Als het citaat vooropstaat, gebruik je geen dubbele punt:
  • ‘Vanmiddag om vier uur gaan we terug’, zei hij.

Slide 20 - Tekstslide

Uitleg aanhalingstekens
Je kunt iemands woorden ook weergeven in de indirecte rede. Dan gebruik je geen aanhalingstekens.
  • Hij zei dat we vanmiddag om vier uur teruggaan.

In de indirecte rede veranderen vaak het onderwerp en het gezegde, vergeleken met de originele zin:
  • directe rede: Vader zei: ‘Ik  zet de vuile borden wel even in de vaatwasser.’
  • indirecte rede: Vader zei dat hij de vuile borden wel even in de vaatwasser  zet.

Slide 21 - Tekstslide

  • Schrijf op een los blaadje een verhaal van minimaal 60 woorden.
  • Gebruik alle leestekens minstens 2x.
Klaar?
Laat een klasgenoot of je docent je verhaal lezen. 
Staan alle leestekens goed? Nee? Verbeter! 
Wissel om.
Schrijven

Slide 22 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 23 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 24 - Open vraag

Ben je tevreden over je antwoorden?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Wat ging er goed?
Wat kan er nog beter?

Slide 26 - Open vraag

En nu verder...
Heb je nog tijd over?
--> kies dan nog een onderdeel uit de keuzekaart
--> stel je vragen aan de docent

Slide 27 - Tekstslide