Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Schritt 10 bijv. nw. na de der-groep
Willkommen, schön, dass du da bist!
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
26 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Willkommen, schön, dass du da bist!
Slide 1 - Tekstslide
Lernziel(e)
1. Leer ik hoe ik het bijvoeglijk naamwoord na een woord uit de
der- en ein Gruppe
kan invullen.
2. Kan ik het geleerde toepassen met de Spickzettel.
Slide 2 - Tekstslide
Programm
1.
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
2. N
eue Grammatik (bijvoeglijk naamwoord)
3. Bladzijde 116 en 117 uitleg (Zugspitze boek 6 Havo)
Slide 3 - Tekstslide
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Slide 4 - Tekstslide
Huiswerk
1. Maak in je boek van Schritt 10, Aufg. 3 und 10
2. Zorg dat je het kunt toepassen.
Slide 5 - Tekstslide
Kort herhaald!
Stap 1
Je zoekt in de zin of er voorzetsels staan, die een naamval afdwingen.
-> Is het een voorzetsel uit de 3e naamval?
-> Is het een voorzetsel uit de 4e naamval?
-> Is het een keuzevoorzetsel?
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Stap 2:
Als je geen voorzetsel ziet staan, ontleed dan de zin!
-> Is het een onderwerp dan ->
1e naamval
Is het een naamwoordelijk deel ->
1e naamval
-> Is het een meewerkend voorwerp ->
3e naamval
-> Is het een lijdend voorwerp ->
4e naamval
sein (zijn), werden (worden), bleiben (blijven) of scheinen (lijken/schijnen)
Slide 8 - Tekstslide
Persoonlijke voornaamwoorden
Slide 9 - Tekstslide
Das Adjektiv = bijvoeglijk nw.
Slide 10 - Tekstslide
Het bijvoeglijk naamwoord
Wat is eigenlijk een bijvoeglijk naamwoord?
Slide 11 - Tekstslide
Wat is een
Adjektiv
?
een Adjektiv = een bijvoeglijk naamwoord. Het bijvoeglijk naamwoord...
zegt iets over een zelfstandig naamwoord;
betreft vaak een
eigenschap
of een
kenmerk;
staat vaak vóór het zelfstandig naamwoord.
Voorbeeld: Mijn oom heeft een
mooie
auto.
Auf Deutsch: Mein Onkel hat ein
schönes
Auto.
Slide 12 - Tekstslide
Der-Gruppe
Hoe ziet dat er dan uit?
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e nvl.
der / jed
er
die / jed
e
das / jed
es
die / jed
e
3e nvl.
dem / jed
em
der / jed
er
dem / jed
em
den +-n /
jed
en
+-n
4e nvl.
den / jed
en
die / jed
e
das / jed
es
die / jed
e
Slide 13 - Tekstslide
Nu met bijvoeglijk naamwoord
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e nvl.
der groß
e
Tisch
die blau
e
Jacke
das klein
e
Haus
die gut
en
Sachen
3e nvl.
dem
groß
en
Tisch
der blau
e
n
Jacke
dem klein
en
Haus
d
en
gut
en
Sachen
4e nvl.
den
groß
en
Tisch
blau
e
Jacke
das klein
e
Haus
die
gut
en
Sachen
Slide 14 - Tekstslide
Persoonlijke voornaamwoorden
Slide 15 - Tekstslide
der-Groep
Slide 16 - Tekstslide
Ein-Gruppe
Hoe ziet dat er dan uit?
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e nvl.
ein / mein
ein
e
/ dein
e
ein / sein
ein
e
/ unser
e
3e nvl.
ein
em
/
meinem
ein
er
/ dein
er
ein
em
/
sein
em
ein
en
+-n /
unser
en
+-n
4e nvl.
ein
en
/mein
en
ein
e
/ dein
e
ein / sein
kein
e
/ unser
e
Slide 17 - Tekstslide
Nu met bijvoeglijk naamwoord
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e nvl.
ein groß
er
Tisch
ein
e
blau
e
Jacke
ein klein
es
Haus
kein
e
gut
en
Sachen
3e nvl.
ein
em
großen Tisch
ein
er
blau
en
Jacke
ein
em
klein
en
Haus
kein
en
gut
en
Sachen
4e nvl.
ein
en
groß
en
Tisch
ein
e
blau
e
Jacke
ein klein
es
Haus
kein
e
gut
en
Sachen
Slide 18 - Tekstslide
ein-Groep
Slide 19 - Tekstslide
Hoe leer je dat?
Je kunt een
S L E U T E L
tekenen in het schema!
Slide 20 - Tekstslide
Bijvoeglijk naamwoord: Der-Gruppe
Slide 21 - Tekstslide
Bijvoeglijk naamwoord: Ein-Gruppe
Slide 22 - Tekstslide
Voorbeeld:
Ein ... groß...
Haus
gefällt mir gut!
=> geslacht van 'Haus' ?
=> naamval van het zinsdeel?
Slide 23 - Tekstslide
Voorbeeld:
=> geslacht van 'Haus' ?
das Haus - onzijdig
=> naamval van het zinsdeel?
onderw. = 1e nvl.
Ein
-
groß
es
Haus gefällt mir!
Slide 24 - Tekstslide
Zelfstandig aan het werk
Klaar? Oefen in WRTS met de nieuwe woorden.
Slide 25 - Tekstslide
Lernziel(e)
1. Leer ik hoe ik het bijvoeglijk naamwoord na een woord uit de
der- en ein Gruppe
kan invullen.
Slide 26 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Trabitur, Kapitel 11, Les 4 bijvoeglijk naamwoord
April 2023
- Les met
27 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H4 Woche 9 haben/sein + Sprechen
February 2024
- Les met
42 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H4 Woche 10
March 2023
- Les met
35 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
W3a1-Duits-08012021
January 2021
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
V4 - bijvoeglijk naamwoord
February 2024
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
naamvl.+bijv.nw.
May 2023
- Les met
27 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H Grammatik [Adjektiv]
September 2024
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
V4 - bijvoeglijk naamwoord
January 2023
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4