11.3-2 endo exo nuclease 5V 2324

Koolhydraatvertering
Polysachariden (zetmeel) en disachariden (maltose, sacharose, lactose) moeten nog worden kleingeknipt tot monosachariden (glucose, fructose, galactose).
Alleen monosachariden kunnen de darmwand passeren en het bloed bereiken.

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Koolhydraatvertering
Polysachariden (zetmeel) en disachariden (maltose, sacharose, lactose) moeten nog worden kleingeknipt tot monosachariden (glucose, fructose, galactose).
Alleen monosachariden kunnen de darmwand passeren en het bloed bereiken.

Slide 1 - Tekstslide

Koolhydraatvertering
Begint in de mond: speeksel bevat enzym amylase -> breekt zetmeel (amylose) af in maltose (en glucose).

Slide 2 - Tekstslide

Koolhydraatvertering
  • In de maag stopt de vertering doordat amylase in het zure milieu niet meer werkt en wordt afgebroken door de eiwitverterende enzymen in de maag.
  • In de 12 vingerige darm voegt de alvleesklier HCO3- toe aan de voedselbrij en wordt deze licht basisch -> overgebleven amylase werkt weer.


Slide 3 - Tekstslide

Koolhydraatvertering
  • De alvleesklier voegt ook extra amylase toe.
  • Sacharase en maltase breken de disachariden (welke?) af tot monosachariden die de darmwand kunnen passeren.
  • In de darmwand bevinden zich speciale transporteiwitten voor glucose (paragraaf 5).


Slide 4 - Tekstslide

Koolhydraatvertering
Bekijk de koolhydraat vertering in tabel 82E en 82G.

Kun je het effect van het maagzuur terugvinden?

Slide 5 - Tekstslide

Eiwitvertering
Omcirkel de verschillende aminozuren.
Geef exact aan waar de binding tússen de aminozuren zit (peptidebinding).
Geef de carboxyl-groep en de aminogroep aan.

Slide 6 - Tekstslide

Eiwitvertering

Slide 7 - Tekstslide

Eiwitvertering
Begint in de maag (zure omgeving)
Maagsap bevat:
  • Slijm (ter bescherming van de maagwandcellen tegen de zure maaginhoud)
  • Zoutzuur (om de omgeving zuur te maken). Hierdoor denatureren eiwitten en zijn ze makkelijker af te breken.


Slide 8 - Tekstslide

Eiwitvertering
Maagsap bevat:
  • Pepsinogeen : verandert in pepsine (peptase) oiv zoutzuur.
  • Pepsine knipt eiwitten tot polypeptiden 




Slide 9 - Tekstslide

Eiwitvertering
Alvleessap bevat trypsinogeen en chymotrypsinogeen. Deze enzymen worden actief in de 12-vingerige darm (trypsine en chymotrypsine). Beide enzymen knippen tussen specifieke aminozuren -> kleinere polypeptiden.

Zoek in tabel 82E, 82F en 82G naar deze enzymen. 



Slide 10 - Tekstslide

Eiwitvertering
Dunne darmsap bevat verschillende peptidasen:
Exopeptidasen (knippen één aminozuur van het uiteinde af):
Aminopeptidasen
Carboxypeptidasen
Endopeptidasen (knippen middenin een polypeptide) -> o.a. dipeptiden
Dipeptidasen breken dipeptiden af tot aminozuren



Slide 11 - Tekstslide

Aminopeptidase

Slide 12 - Tekstslide

 Carboxypeptidase

Slide 13 - Tekstslide

Eiwitvertering
Maag





Alvleesklier (12 vingerige darm)




Dunne darm



Dunne darm



Trypsine/chymotrypsine
Pepsine/peptase
Carboxypeptidase/amino-peptidase/endopeptidase
Dipeptidase

Slide 14 - Tekstslide

DNA/ RNA vertering
Zoek de BINAS tabel waar de structuur van DNA en RNA staat. 





Slide 15 - Tekstslide

DNA/ RNA vertering
BINAS 71C.
Eerst met endonuclease en exonucleasen worden de DNA/ RNA strengen opgeknipt in nucleotiden.
Daarna worden de nucleotiden opgeknipt in suiker, fosfaatgroep en nucleinebasen.
Deze stoffen kunnen de celmembraan passeren.





Slide 16 - Tekstslide