Lesw. 15-09 Personages en leesverslag

Welkom bij Nederlands!
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Tekstslide

Wie ben ik? 

Slide 2 - Tekstslide

docent en mentor

Slide 3 - Tekstslide

content creator bij de Top 40

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

In deze les:
  • Samen kijken en vragen beantwoorden: Jeugdjournaal
  • Woordweb maken bij 'fictie'
  • Uitleg: hoofdpersonen en bijfiguren
  • Doen: 
    1.1 Fictie
    Opdracht 1 t/m 8, blz. 8 t/m 12.
  • Terugkijken

Doelen van deze les:

1.  Je kunt uitleggen wat een hoofdpersoon is en hoe je hem of haar herkent;
2. Je kunt uitleggen wat een bijfiguur is en hoe je hem of haar herkent.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Hoofdpersonen en bijfiguren

Slide 22 - Tekstslide

Personages
Personages zijn de personen waarover het verhaal gaat. 

Je leert hun karakter (wie ze zijn) kennen door wat ze zeggen en wat ze doen.

Je leest ook wat ze voelen en denken. 

Slide 23 - Tekstslide

Hoofdpersonen
De hoofdpersoon staat centraal in een verhaal. Je leest van hem alle gedachtes en gevoelens.

Je leert hem kennen door:
- de naam en leeftijd;
- zijn uiterlijk;
- wat hij zegt, doet, denkt en voelt.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Bijfiguren 
Van bijfiguren kom je veel minder te weten. Ze kunnen verschillende rollen spelen. Wel hebben ze allemaal op de een of andere manier te maken met de hoofdpersoon.

De twee rollen van bijfiguren die het meest voorkomen zijn:
- helper van de hoofdpersoon;
- tegenstander van de hoofdpersoon. 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Maak:
1.1 Fictie
Opdracht 1 t/m 8, blz. 8 t/m 12.

Slide 28 - Tekstslide

Niveaus en boeken uitzoeken

Slide 29 - Tekstslide

Niveaus
A = 6-9 jaar
B = 9-12 jaar
C = 12 jaar en ouder
D = 15 jaar en ouder
B-boeken zijn misschien wat makkelijker te lezen dan C-boeken. Maar vaak worden ze ook nog gelezen door de oudereren omdat het onderwerp hen aanspreekt. 

Slide 30 - Tekstslide

Drie keer kijken
Je bekijkt de voorkant, achterkant en de binnenkant van het boek. Zo kun je in korte tijd veel te weten komen over een boek.

Slide 31 - Tekstslide

Dyslexie?
  • boeken met een Makkelijk Lezen-vignet;
  • Zoeklicht Plus, de Troef-reeks en de Reality-reeks;
  • luisterboeken.

Slide 32 - Tekstslide

In deze les:
  • Samen kijken: waarom kan lezen leuk zijn?
  • Terugblik huiswerk: fictie en non-fictie, realistisch en onrealistisch, de leesautobiografie
  • Uitleg: boeken kiezen en genres
  • Doen: 1.2 Boeken uitzoeken, A t/m D
  • Terugkijken

Doelen van deze les:

1.  Je kunt uitleggen hoe je een boek kunt kiezen dat bij je past;
2. Je kunt uitleggen welke niveaus jeugdboeken er zijn.

Slide 33 - Tekstslide