ch 3 Sympa, le collège cours 6 20 02 V1A 2024

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Programme pour le 20 février

  • Un petit retour
  • bloc D - verbe être=zijn
  • bloc E - vidéo
  • au boulot


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

être = zijn
Je suis Catharina = Ik ben Catharina

Ik ben                    = je suis
jij bent                  = tu es
hij/zij is                 = Il/elle est
men is/we zijn   = on est
wij zijn                  = nous sommes
u / jullie zijn       = vous êtes
zij zijn                   = ils /elles sont


Slide 6 - Tekstslide

Fais attention!
avoir = hebben       jij hebt= tu as
être = zijn                  jij bent= tu es


avoir= hebben       zij hebben = ils / elles ont
être= zijn                  zij zijn          = ils / elles sont

Slide 7 - Tekstslide

être
=
 zijn




il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
es
sont
est
êtes
sommes
suis

Slide 8 - Sleepvraag

maandag, woensdag, vrijdag
donderdag, dinsdag, zondag, zaterdag

Slide 9 - Open vraag

Hoe laat is het?
Het is half twaalf
Het is twaalf uur 's nachts

Slide 10 - Open vraag

Het is kwart over negen
Het is kwart voor vijf
Het is half één 's middags

Slide 11 - Open vraag

Het is tien over vier
Het is vijf voor drie
Het is vijf over half zes

Slide 12 - Open vraag

Bloc C
Tu es en quelle classe?
Je suis en cinquième.

Tu as quelle matières le lundi?
Le lundi, j'ai français, anglais et biologie


! Klassen/ dagen / vakken !

Slide 13 - Tekstslide

Bloc C.
La récré, c'est à quelle heure?
C'est  à onze heures et quart.

Quelle heure est-il?
Il est huit heures et demie


kloktijden

Slide 14 - Tekstslide

Tu es en quelle classe?

Tu as quelles matières le mercredi?


La récré, c'est à quelle heure?

Quelle heure est-il?
Zeg dat je in de tweede klas zit.

Zeg welke vakken je op mercredi hebt.

Zeg dat la récré om kwart voor 12 is.

Zeg dat het half 4 is.
Opdracht: Schrijf het hele gesprekje in het Frans in je schrift.
(vragen+antwoorden)

Slide 15 - Tekstslide

Bloc E
Jeunes détectives

épisode 3

Slide 16 - Tekstslide

Vocabulaire E
page 131

Répète - moi!!!

Slide 17 - Tekstslide

Planning
Expression orale

Slide 18 - Tekstslide

à faire/à apprendre

faire ex. 17 A, C, D
apprendre: 
VERBE être n-f  page 112
voc B  page 130  + pc C page 132
Jours page 132
Kloktijden page 108 + minuten

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide