leestekens: punt, komma, puntkomma en dubbele punt

Welkom terug!
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom terug!

Slide 1 - Tekstslide

We beginnen...
Met 15 minuten stillezen!


timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag: interpunctie
Vandaag leer je wanneer je bepaalde leestekens moet gebruiken in teksten.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is interpunctie?
Interpunctie is het plaatsen van punten,
 komma's, puntkomma's, dubbele punten,
 aanhalingstekens, uitroep- en vraagtekens
 

Slide 4 - Tekstslide

Waarom interpunctie?
  • Bij tekst zonder interpunctie is de kans groot dat er verwarring ontstaat.
  •  Interpunctie pas je toe om er zeker van te zijn dat mensen jouw woorden lezen zoals jij ze hebt bedoeld.

Slide 5 - Tekstslide

De leestekens
Punt.
Komma,
Puntkomma;
 Dubbele punt:
  'aanhalingstekens'
 Uitroepteken!
 Vraagteken?

Slide 6 - Tekstslide

Vandaag hebben we het over: 

Dubbele punt
Aanhalingstekens

Dit is toetsstof!

 

Slide 7 - Tekstslide

Dubbele punt (1)
  • Opsomming
 Deze foto heeft nogal wat kleuren: rood, groen, bruin, geel en oranje.
  • Conclusie 
 Daarom besluiten wij: verbied het jagen op ganzen.

Slide 8 - Tekstslide

Dubbele punt (2)
  • Citaat
 Net zoals Peter dat wel eens zei: "Da's een verrekt goed idee!"
  • Verklaring/reden
 Een lama moet je niet uitdagen: dan spuugt hij misschien.
(Je kunt zo'n dubbele punt vervangen door  komma + want

Slide 9 - Tekstslide

Je gebruikt een dubbele punt bij ...
A
een opsomming
B
een verklaring/reden
C
citaat
D
conclusie

Slide 10 - Quizvraag

Directe en indirecte rede
Hoor  je iemand letterlijk praten? 
Gebruik aanhalingstekens

Hoor je iemand NIET letterlijk praten? 
Gebruik GEEN aanhalingstekens

Slide 11 - Tekstslide

Aanhalingstekens
Aanhalingstekens ' ... ' gebruik je om:
1) een citaat op te schrijven 

Slide 12 - Tekstslide

Aanhalingstekens
Aanhalingsteken...
voorbeeld
Als je iemand citeert.
(letterlijk opschrijft wat iemand heeft gezegd)
De leraar zei: 'Pak allemaal je mobiel en stuur me een appje.'
LET OP! Je laatste aanhalingsteken kom het leesteken.
Als je een stukje van iemand anders letterlijk overneemt. 
In het verslag schreef de brugklasser 'Ik vond het brugklaskamp geweldig.'
Als je een woord speciale aandacht wilt geven. 
Hoe spel je 'coach' eigenlijk?

Slide 13 - Tekstslide

Waar staan de aanhalingstekens goed?
A
Sabine zei: 'Ik heb mijn huiswerk af.'
B
Sabine zei ': Ik heb mijn huiswerk af.'
C
'Sabine zei: Ik heb mijn huiswerk af.'

Slide 14 - Quizvraag

Aanhalingstekens of geen aanhalingstekens?
A
Hij zei: "ik ben cool"
B
Hij zei: Ik ben cool.

Slide 15 - Quizvraag

Aanhalingstekens gebruik je bij...
A
Tussen hoofdzin en bijzin
B
Bij een citaat
C
Bij een opsomming
D
Geen van beide

Slide 16 - Quizvraag

Aan de slag!
In magister bij deze les staat een word document. Maak die opdrachten. 

Klaar?
Lezen of een puzzel achterin je boek. 

Slide 17 - Tekstslide