NOVA MAX 2.4 Zuren en basische oplossingen (GRT)

Wat gaan we doen vandaag?

  • Herhaling van onderwerp huid, haar en tanden
  • Uitleg  2.4 Zure en basische oplossingen
  • Lezen + maken 2.4 Zure en basische oplossingen



1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen vandaag?

  • Herhaling van onderwerp huid, haar en tanden
  • Uitleg  2.4 Zure en basische oplossingen
  • Lezen + maken 2.4 Zure en basische oplossingen



Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan ik:
  1. De hoofdbestanddelen noemen van (reinigings)crème, tandpasta en shampoo
  2. Zes cosmetische middelen noemen
  3. De werking en toepassing van drie cosmetische middelen beschrijven
2.3 Verzorging van huid, haar en gebit

Slide 2 - Tekstslide

2.4 Zure en basische oplossingen

Slide 3 - Tekstslide

Zure oplossingen
pH lager dan 7, smaken zuur

Slide 4 - Tekstslide

Eigenschappen van een zure oplossing
  • Bijtend
  • pH < 7
  • Stroomgeleidend
  • Aantasten van onedele metalen
  • Aantasten van gebouwen (kalksteen) en beton

Slide 5 - Tekstslide

Basisch
Basische oplossingen zijn het tegenovergestelde van een zure oplossing. 
pH > 7 

Zeep is een voorbeeld 
Goede ontvetters

Slide 6 - Tekstslide

Indicatoren
Meeste indicatoren veranderen van kleur als ze boven of onder een bepaalde pH komen.
Uitzondering --> universeel indicatorpapier. 
Soorten Indicatoren
Lakmoespapier
- blauw lakmoespapier
- rood lakmoespapier
Rodekoolsap
Fenolftaleïne
Universeel indicatorpapier--> hiermee kun je alleen de pH bepalen! 

Slide 7 - Tekstslide

Concentratie en pH
  • Hoe zuur of basisch iets is, hangt af van de concentratie.

  • De pH schaal geeft aan hoe zuur of basisch iets is. 

  • Zure oplossingen hebben een pH < 7
  • Neutrale oplossingen hebben een pH van 7
  • Basische oplossingen hebben een pH > 7 (max 14)



Slide 8 - Tekstslide

Zure oplossing
In alle zure oplossingen zit het deeltje H+ opgelost.

Een zuur is een stof die H+ afstaat. Hiernaast zie je wat voorbeelden.


Slide 9 - Tekstslide

Wat is een base?
Tegenovergestelde van zuur
Deeltje dat H+ kan opnemen

pH hoger dan 7 (maximaal 14)

Slide 10 - Tekstslide

Bekende basische stoffen
  • Hydroxide-ion:        H+ (aq) + OH- (aq) -> H2O (l)
  • Oxide-ion:               2 H+ (aq) + O2- (aq) -> H2O (l)
  • Carbonaat-ion:        2 H+ (aq) + CO32- (aq) -> H2O (l) + CO2 (g)
  • Ammoniak:              NH3 (g) --> NH3 (aq)

Slide 11 - Tekstslide

Eigenschappen van basen
Alle basische oplossingen:
  • kunnen H+-ionen opnemen.
  • hebben een pH hoger dan 7.
  • smaken zeepachtig.
  • kunnen stroom geleiden.
  • reageren met vet.
  • reageren met zuren.

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!

1) Lees 2.4 Zuren en basische oplossingen

2) Maak de opgaven volgens het campusboekje.



Slide 13 - Tekstslide