BS 6 Zwangerschap en geboorte & BS 7 Geboorteregeling

BS 6 Zwangerschap en geboorte
Na deze les weet je:
  • wat de placenta, navelstreng, vruchtvliezen en vruchtwater zijn en doen.
  • Welke vormen van prenataal onderzoek we kennen en waarom mensen hier soms voor kiezen.
  • Uit welke fasen de bevalling bestaat en wat er gebeurt. 
  • Dat een baby ook fout kan liggen in de baarmoeder
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

BS 6 Zwangerschap en geboorte
Na deze les weet je:
  • wat de placenta, navelstreng, vruchtvliezen en vruchtwater zijn en doen.
  • Welke vormen van prenataal onderzoek we kennen en waarom mensen hier soms voor kiezen.
  • Uit welke fasen de bevalling bestaat en wat er gebeurt. 
  • Dat een baby ook fout kan liggen in de baarmoeder

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

De ontwikkeling van bevruchte eicel tot baby
Embryo

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Embryo, placenta,
vruchtvliezen en vruchtwater
Placenta = een speciaal deel van de baarmoederwand. Afvalstoffen van het embryo gaan via de placenta naar het bloed van de moeder.

Slide 6 - Tekstslide

Zwangerschap

Slide 7 - Tekstslide

Geboorte van een kind

Slide 8 - Tekstslide

Na ongeveer 9 maanden zwangerschap...

begint de bevalling. De geboorte van een kind.

Slide 9 - Tekstslide


Bij een stuitligging wordt er vrijwel 
altijd voor een keizersnede gekozen.



Slide 10 - Tekstslide

De bevalling

  1. Ontsluiting
  2. Uitdrijving
  3. Nageboorte

Slide 11 - Tekstslide

1. Ontsluiting
De bevalling begint met weeën. Spieren van de baarmoederwand trekken zich af en toe samen.

Tijdens de weeën wordt de onderkant van de baarmoeder wijder = ontsluiting.
Hierbij breken meestal de vruchtvliezen, waardoor het vruchtwater naar buiten stroomt.






Kan wel 20 uur duren voordat de ontsluiting groot genoeg is om het hoofdje erdoor te laten.

Slide 12 - Tekstslide

2. Uitdrijving
De weeën worden steeds krachtiger en ook de spieren van de buikwand gaan zich samentrekken = persweeën

Slide 13 - Tekstslide

De baby begint meestal te huilen = goed teken! De ademhaling is op gang gekomen.

Het deel van de navelstreng dat aan de baby vast zit droogt uit en valt af. Litteken hiervan is de navel.

Slide 14 - Tekstslide

Nageboorte
Ongeveer een kwartier na de komst van de baby komt het nageboorte uit de moeder.

Nageboorte = De placenta, de resten van de navelstreng en de  vruchtvliezen.

Slide 15 - Tekstslide

BS 7 Geboorteregeling

Slide 16 - Tekstslide

geboorteregeling
aan het einde van de les kunnen je
  • de meest gebruikte voorbehoedsmiddelen benoemen.
  • en weet je welke noodmaatregelingen je kunt nemen bij een ongewenste zwangerschap.

Slide 17 - Tekstslide

Welke voorbehoedsmiddelen
zijn er allemaal?

Slide 18 - Woordweb

voorbehoedsmiddelen (betrouwbaar)
  1. condoom
  2. pil
  3. spiraal

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

onbetrouwbare voorbehoedsmiddelen
1. Periodieke onthouding




2. Coïtus interruptus (Voor het zingen de kerk uit)

Slide 21 - Tekstslide

Noodmaatregelen

  • binnen 72 uur --> morning-afterpil
  • tot de 7e week --> abortuspil
  • tot de 13e week --> zuigcurettage
  • tot de 23e week --> late abortus

Slide 22 - Tekstslide