3.3 Verbindingen

Hoe heet dit profiel?
A
C-profiel
B
Koker
C
H-profiel
D
Hoekprofiel
1 / 21
volgende
Slide 1: Quizvraag
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoe heet dit profiel?
A
C-profiel
B
Koker
C
H-profiel
D
Hoekprofiel

Slide 1 - Quizvraag

Een attractie staat stevig door:
A
De vrachtauto
B
Het grondvlak
C
De kokers
D
De profielen

Slide 2 - Quizvraag

Een constructie kent 3 eisen. Welke is geen eis?
A
Sterk
B
Stabiel
C
Stevig
D
Star

Slide 3 - Quizvraag

Een driehoek is heel stevig. Wat is een kernmerk van een driehoek?
A
Alle zijdes zijn even lang
B
Is vormvast
C
Is de enige vorm die stevig is in een constructie.
D
Heeft vier hoeken

Slide 4 - Quizvraag

Wat geeft de stevigheid aan deze constructie?
A
De boog
B
De pontons
C
De pijlers
D
Het hout

Slide 5 - Quizvraag

3.3 Verbindingen

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
- kan je de verschillen tussen verbindingen benoemen.
- kan je de verbindingen beschrijven.
- kan je de voor- en nadelen van verbindingen noemen.
- kan je uitleggen welke verbindingen je voor bepaalde materialen gebruikt.
- kan je uitleggen wat voorboren is en wanneer je dit doet.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

3 soorten verbindingen
1. Starre verbindingen
Stevig, niet beweegbaar, gaat kapot bij demontage.
2. Demontabele verbindingen
Makkelijk los en vast, geen beschadiging, weinig beweging
3. Los-vaste verbindingen (flexibel)
Makkelijk los en vast, onderdelen kunnen bewegen.

Slide 9 - Tekstslide

Verbindingsmiddelen
  • Schroeven
  • Bouten en moeren
  • Spijkers
  • Lijm
  • Lassen

Slide 10 - Tekstslide

Starre verbindingen
  • Lassen
  • Solderen
  • Spijkeren
  • Klinken
  • Lijmen 

Slide 11 - Tekstslide

Demontabele verbindingen
  • Bouten en moeren
  • Schroeven



  • Voorboren
  • Verzinken

Slide 12 - Tekstslide

Flexibele verbindingen
  • Lagers
  • Scharnieren

Slide 13 - Tekstslide

Na- en voordelen van starre verbindingen.
Voordelen:
De onderdelen zitten stevig aan elkaar vast.
De onderdelen bewegen niet ten opzichte van elkaar.
Nadelen:
Als je de verbinding uit elkaar haalt beschadigen de onderdelen.
De onderdelen bewegen niet ten opzichte van elkaar.

Slide 14 - Tekstslide

Na- en voordelen van demontabele verbindingen.
Voordelen:
De onderdelen zitten stevig aan elkaar vast en kunnen weer los.
De onderdelen bewegen (bijna) niet ten opzichte van elkaar.
Als je de verbinding uit elkaar haalt beschadigen er geen onderdelen.
Nadelen:
De onderdelen bewegen (bijna) niet ten opzichte van elkaar.

Slide 15 - Tekstslide

Na- en voordelen van flexibele verbindingen.
Voordelen:
De onderdelen zitten aan elkaar vast en kunnen weer los.
De onderdelen bewegen makkelijk ten opzichte van elkaar.
Nadelen:
De onderdelen zitten aan elkaar vast en kunnen weer los.
De onderdelen bewegen makkelijk ten opzichte van elkaar.

Slide 16 - Tekstslide

Een spijker maak een ... verbinding.
A
Starre
B
Flexibele
C
Demontabele
D
Vaste

Slide 17 - Quizvraag

Een scharnier is een ... verbinding
A
Starre
B
Flexibele
C
Demontabele
D
Vaste

Slide 18 - Quizvraag

Een bout en moer is een ... verbinding
A
Starre
B
Flexibele
C
Demontabele
D
Vaste

Slide 19 - Quizvraag

Solderen is een ... verbinding
A
Starre
B
Flexibele
C
Demontabele
D
Vaste

Slide 20 - Quizvraag

Aan de slag
Maak opdracht 1 t/m 11 van paragraaf 3
Blz. 129 t/m 131

Klaar?
Verwerkingsopdracht week 3 maken

Slide 21 - Tekstslide