H2 - week 10 - les 3 - Grammatica H6 en Spelling H4

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, Di, wo, vrij

Let op: 
Doe mee met de LessonUp, 
Check wat je moet doen  deze week. 
Houd je aan de planner!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, Di, wo, vrij

Let op: 
Doe mee met de LessonUp, 
Check wat je moet doen  deze week. 
Houd je aan de planner!

Slide 1 - Tekstslide

- Welkom
- H6 woordsoorten - KWW, ZWW en HWW in samengestelde zinnen - terugblik
- Spelling H4 - tussenletters -N- en -S- 

Doel: 
- Je kunt in een samengestelde zin alle persoonsvormen en onderwerpen vinden
- Je kunt zien of een persoonsvorm bij een hoofdzin of een bijzin hoort.
- Je benoemt de werkwoorden in een samengestelde zin. 
Vandaag in de les:

Slide 2 - Tekstslide

Hulpwerkwoord, zelfstandig werkwoord en koppelwerkwoord

Stap 1: wat zijn de enkelvoudige zinnen?
Stap 2: Zit er in de enkelvoudige zin een naamwoordelijk of een werkwoordelijk gezegde?
Stap 3: Wat zijn alle werkwoorden in die zin? 

NG = KWW + HWW
WG = ZWW + HWW


Werkwoorden in samengestelde zin

Slide 3 - Tekstslide

Hulpwerkwoord, zelfstandig werkwoord en koppelwerkwoord

Stap 1: wat zijn de enkelvoudige zinnen? (zoek alle pv's)
Stap 2: Zit er in de enkelvoudige zin een naamwoordelijk of een werkwoordelijk gezegde?
Stap 3: Wat zijn alle ww in die zin en wat voor ww zijn dat?

Wist je dat er in de winter van 1963 een autorally werd gehouden op het IJsselmeer?

Werkwoorden in samengestelde zin

Slide 4 - Tekstslide

Wist je dat er in de winter van 1963 een autorally werd gehouden op het IJsselmeer?

welk ww is WIST?
A
zww
B
kww
C
hww

Slide 5 - Quizvraag

Wist je dat er in de winter van 1963 een autorally werd gehouden op het IJsselmeer?

welk ww is WERD?
A
zww
B
kww
C
hww

Slide 6 - Quizvraag

Wist je dat er in de winter van 1963 een autorally werd gehouden op het IJsselmeer?

welk ww is GEHOUDEN?
A
zww
B
kww
C
hww

Slide 7 - Quizvraag

Tussenletters in samenstellingen
Spelling H4

Slide 8 - Tekstslide

Samenstelling = twee woorden samenvoegen tot een nieuw woord.

Winkel + wagen = winkelwagen
Kapper + schaar  = kappersschaar
Boek + plank = boekenplank


Tussenletters in samenstellingen

Slide 9 - Tekstslide

Er komt altijd een -s- tussen twee woorden als je hem hoort. (en het eerste deel heeft een mv op -s)
beer + wijfje = wijfjesbeer

Maar soms start het tweede woord met een s-. Dan hoor je het niet. Verander dan het tweede woord:
meisje + school = Meisjesschool/ meisjeschool?
meisje + fiets =  meisjesfiets = meisjesschool
Tussenletters in samenstellingen: -s-

Slide 10 - Tekstslide

De -(e)n-  is moeilijker. 

In principe schrijf je hem altijd als het eerste deel een zelfstandig naamwoord is en een meervoud op -en heeft:
Artikel uit een krant = krantenartikel

Maar er zijn 6 uitzonderingen:
Tussenletters in samenstellingen: -(e)n-

Slide 11 - Tekstslide

Je schrijft geen -(e)n- als het eerste deel:
  1. Geen zelfstandig naamwoord is (armelui)
  2. Geen meervoud heeft (benzinegeur)
  3. Alleen een meervoud op een -s heeft (douchebak)
  4. Meervoud op -s en -n heeft (giraffehals)
  5. Een versterkende betekenis heeft een de hele samenstelling is bijvoeglijk naamwoord (beresterk)
  6. uniek is (in Nederland/wereld) (maneschijn, zonneklaar, koninginnesoep
Uitzonderingen: -(e)n-

Slide 12 - Tekstslide

Dan zoek je het op in een (online) woordenboek!
(niet te moeilijk doen, maar onthoud het vervolgens wel!)
Wat als je twijfelt?

Slide 13 - Tekstslide

Hoe schrijf je deze samenstelling?
Omgang+regeling

Slide 14 - Open vraag

Hoe schrijf je deze samenstelling?
zwijn+stal

Slide 15 - Open vraag

In principe schrijf je hem altijd als het eerste deel een zelfstandig naamwoord is en een meervoud op -en heeft:
Artikel uit een krant = krantenartikel

Tussenletters in samenstellingen: -(e)n-

Slide 16 - Tekstslide

Hoe schrijf je deze samenstelling?
spin+web

Slide 17 - Open vraag

In principe schrijf je hem altijd als het eerste deel een zelfstandig naamwoord is en een meervoud op -en heeft:
Artikel uit een krant = krantenartikel

Tussenletters in samenstellingen: -(e)n-

Slide 18 - Tekstslide

Hoe schrijf je deze samenstelling?
spin+wiel

Slide 19 - Open vraag

Je schrijft geen -(e)n- als het eerste deel:
  1. Geen zelfstandig naamwoord is (spinnen is hier
  2. Geen meervoud heeft (bezinegeur)       werkwoord)
  3. Alleen een meervoud op een -s heeft (douchebak)
  4. Meervoud op -s en -n heeft (giraffehals)
  5. Een versterkende betekenis heeft een de hele samenstelling is bn (beresterk)
  6. uniek is (in Nederland/wereld) (maneschijn, zonneklaar, koninginnesoep
Uitzonderingen: -(e)n-

Slide 20 - Tekstslide

Hoe schrijf je deze samenstelling?
rijst + vlaai

Slide 21 - Open vraag

Je schrijft geen -(e)n- als het eerste deel:
  1. Geen zelfstandig naamwoord is 
  2. Geen meervoud heeft Rijst heeft geen mv, rijstkorrels wel
  3. Alleen een meervoud op een -s heeft (douchebak)
  4. Meervoud op -s en -n heeft (giraffehals)
  5. Een versterkende betekenis heeft een de hele samenstelling is bn (beresterk)
  6. uniek is (in Nederland/wereld) (maneschijn, zonneklaar, koninginnesoep
Uitzonderingen: -(e)n-

Slide 22 - Tekstslide

Is deze stelling waar? (ja/nee)
omdat je stationswinkel schrijft, is het ook stationschef

Slide 23 - Open vraag

Is deze stelling waar? (ja/nee)
je schrijft groentensoep, want het meervoud van groente is groenten

Slide 24 - Open vraag

Wat:  Spelling H4 - tussenletters in samenstellingen - Eigen leerlijn

Wanneer: Vrijdag en maandag. (dinsdag oefenen werkwoorden)
Hoe: werk netjes, probeer bij elk voorbeeld te snappen waarom het zo is. 

Kijk goed naar de filmpjes in de methode en als je niet lukt, trek dan op tijd aan de bel!


Aan de slag!

Slide 25 - Tekstslide