Media invloed

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
- Je kunt de begrippen uit deze les in eigen woorden uitleggen

- Je kunt voorbeelden geven van de invloed van media

- Je kunt de functies van media omschrijven

Slide 2 - Tekstslide

Deel 1
Persvrijheid
censuur
indoctrinatie
Maatschappelijke functies van media

Slide 3 - Tekstslide

Als jij een feestje zou organiseren; hoe zou je dat doen?

Slide 4 - Open vraag

PROJECT X
Op 21 september 2012 wil Merthe uit Haren haar zestiende verjaardag vieren. Ze stuurt via Facebook een uitnodiging naar 78 vrienden, maar omdat die uitnodiging op openbaar staat, kan iedereen hem zien. Het gevolg: duizenden mensen reageren op de uitnodiging omdat hij massaal wordt gedeeld. Er komen duizenden mensen en het loopt uit de hand.


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Mediawijsheid
Hoe je voorzichtig bent en kritisch omgaat met de media.

  • Hoe betrouwbaar is deze informatie?
  • Hoe ga je om met persoonlijke gegevens?
  • Lees je verschillende nieuwssites?
  • Wat is het doel van het medium?
  • Voor welke doelgroep is het bestemd?

Slide 7 - Tekstslide

De drie maatschappelijke functies van de media.
  1. Informatieve functie 
  2. controle- of waakhondfunctie
  3. socialiserende functie

Slide 8 - Tekstslide

Beeldvorming

Media heeft een socialiserende functie: waarden & normen uit verschillende culturen aanleren.

Dit is van invloed op onze beeldvorming.

Slide 9 - Tekstslide

Controle
Journalisten schrijven niet alleen over het nieuws. Ze controleren ook of politici hun werk wel goed doen. Dat noem je de controlefunctie. De media heeft dan de rol van waakhond. Als er iets niet klopt trekken ze aan de bel.

Slide 10 - Tekstslide

SBS6 heeft vorig jaar ontdekt dat de beveiliging op Schiphol niet deugde. Er werden later vragen hierover gesteld aan de minister. Welke maatschappelijke functie voert deze omroep dan uit?
A
Informatieve functie
B
Socialiserende functie
C
Controle waakhondfunctie
D
Meningsfunctie

Slide 11 - Quizvraag

Als Max Verstappen een race van F1 wint dan ben ik trots op het feit dat een Nederlander dit bereikt!
A
Dit hoort bij de informatieve functie
B
Dit hoort bij de controle- waakhondfunctie
C
Dit hoort bij de socialiserende functie

Slide 12 - Quizvraag

Het is goed dat de media onderzoekt of er fouten zijn gemaakt! Ze noemen het de toeslagenaffaire.
A
Dit hoort bij de informatieve functie
B
Dit hoort bij de controle- waakhondfunctie
C
Dit hoort bij de socialiserende functie

Slide 13 - Quizvraag

Wat is persvrijheid?


Persvrijheid zorgt ervoor dat journalisten zonder angst hun werk kunnen doen en zonder gevaar iets kunnen onderzoeken.

Het wordt in Nederland als belangrijk onderdeel van de democratie gezien.

Slide 14 - Tekstslide

Censuur

het expres weglaten of het veranderen van bepaalde informatie
Indoctrinatie

een mening opgedrongen krijgen

Slide 15 - Tekstslide

Censuur
Persvrijheid en democratie horen bij elkaar. Oftewel; in een democratie is er altijd persvrijheid voor de media!

in een dictatuur is dus géén persvrijheid maar precies het tegenovergestelde. 

Dit noem je; censuur. Dat betekent dat artikelen van journalisten vóóraf worden gecontroleerd door de machthebbers.
Bijvoorbeeld in China of Noord Korea

Slide 16 - Tekstslide

Indoctrinatie
Er wordt voortdurend een bepaalde mening aan je opgedrongen.

Slide 17 - Tekstslide

DEMOCRATIE
DICTATUUR
Je mening mogen uiten
Mogen demonstreren
Het internet wordt gecontroleerd
Geloven in wat je wilt
Je mening uiten is gevaarlijk
Er is persvrijheid 
Er is geen persvrijheid

Slide 18 - Sleepvraag

Welke maatschappelijke functie heeft whatsapp vooral?
A
Informatieve functie
B
controlefunctie
C
waakhondfunctie
D
socialiserende functie

Slide 19 - Quizvraag

Als een minister belooft dat er meer geld komt voor het onderwijs en journalisten houden in de gaten of dat ook echt gebeurd, dan hebben de journalisten een...
A
Informatieve functie
B
controlefunctie
C
waakhondfunctie
D
socialiserende functie

Slide 20 - Quizvraag

Als informatie expres wordt weggelaten, dan heet dat...
A
censuur
B
indoctrinatie

Slide 21 - Quizvraag

Deel 2
Vooroordelen en stereotypen
Invloed van media

Slide 22 - Tekstslide

Vooroordelen
Als je iets zegt over iets of iemand zonder dat je de feiten goed kent. 

Slide 23 - Tekstslide

Stereotype
Een beschrijving waarbij je een hele groep mensen één bepaald kenmerk geeft.

Slide 24 - Tekstslide

Beeldvorming
Hoofdstuk 4 Nieuws & Betrouwbaarheid
Media geven niet altijd compleet beeld van de werkelijkheid.
Hierdoor ontstaan vooroordelen en stereotypen.
Deze worden gebruikt om de ingewikkelde samenleving te versimpelen. 
Vooroordeel: oordeel over iets of iemand zonder dat je de feiten kent.
Stereotype: vaststaand oordeel over een groep mensen.

Slide 25 - Tekstslide

Hoe ontstaan vooroordelen en stereotypen in de media?



  • Comedyseries
  • Films
  • Tijdschriften
  • Actualiteitenprogramma's
  • Rolpatronen

Slide 26 - Tekstslide

Films & Series


Verliefdheid en relaties met een happy end, maar in werkelijkheid veel gestrande huwelijken en echtscheidingen.





Slide 27 - Tekstslide

Actualiteitenprogramma's
Zijn erg gericht op Nederland en de westerse wereld. Weinig aandacht voor ontwikkelingslanden. Behalve er daar rampen gebeuren. 

Slide 28 - Tekstslide

Stereotypen
In series, films en games, maar vooral in reclames veel stereotypen over mannen en vrouwen. Auto's zijn voor mannen, make-up voor vrouwen. Tuin is voor de man, de schoonmaak voor de vrouw.
Dit noem je ook wel rolpatronen. 

Slide 29 - Tekstslide

0

Slide 30 - Video

Welke vooroordelen of stereotypen kwamen naar voren?
timer
0:30

Slide 31 - Open vraag

Kan jij dit raadsel oplossen?
Een vader en zijn zoon krijgen een vreselijk auto-ongeluk. De vader sterft ter plekke, zijn zoon wordt met loeiende sirenes naar het ziekenhuis vervoerd. Hij wordt de operatiekamer ingereden en de chirurg zegt: ik kan hem niet opereren, hij is mijn zoon! Hoe kan dit?

Slide 32 - Tekstslide

Kan jij dit raadsel oplossen?
Heb je een idee? Veel mensen hebben er moeite mee. Psychologen waren benieuwd hoeveel mensen dit raadsel konden oplossen. Sommigen hadden interessante oplossingen, zoals dat de chirurg misschien de stiefvader van de jongen was of dat de jongen twee vaders had. Of nog creatiever: dat de chirurg gewoon in de war was of dat alles een droom bleek. Slechts 15 procent kwam op het werkelijke antwoord: de chirurg is zijn moeder.

Blijkbaar zitten we soms onbewust opgescheept met ongewenste schema’s, zoals dat alle vrouwen thuis voor de kinderen zorgen en alle chirurgen man zijn.

Slide 33 - Tekstslide

Invloed Media?
Natuurlijk neemt niet iedereen zomaar waarden & normen, vooroordelen & stereotypen over van de media. Hoe groot is de invloed van de media eigenlijk? Onderzoekers denken daar verschillend over. 

Slide 34 - Tekstslide

Hebben de media volgens jou veel of weinig macht? Leg kort uit...

Slide 35 - Open vraag

Beinvloedingstheorie
  • Injectienaaldtheorie
  • Multi-step-flow theorie
  • De visie van de media als betekenisverlener
  • Theorie van de selectieve perceptie
  • Agendatheorie

Slide 36 - Tekstslide


Injectienaaldtheorie
"Druppeltje voor druppeltje spuit de media ons vol met ideeën. Het publiek neemt de boodschap van media heel makkelijk (letterlijk) over"

Bij deze theorie spelen de begrippen manipulatie en indroctinatie een belangrijke rol.

Manipulatie =
Geven van vervormde informatie zoals het weglaten of vervormen van feiten zonder dat het publiek dit merkt.

Indoctrinatie =
Voortdurend opdringen van bepaalde opvattingen en meningen aan het publiek.

Slide 37 - Tekstslide

Multi-step-flow theorie

Bij de multi-step-flow-theorie nemen mensen pas informatie over wanneer deze door een grotere groep of een belangrijk persoon wordt verteld = opinieleiders. Mensen met gezag of invloed.
Opinieleiders geven mening die door anderen wordt overgenomen.
Bekende personen vragen om iets te doen.

Slide 38 - Tekstslide


Media als betekenisverlener
Media zijn niet alleen communicatie-middelen, maar hebben een betekenis voor de ontvangers en gebruikers.
Bijvoorbeeld: mensen hebben behoefte aan informatie en amusement en daarom gebruiken mensen media.

Op lange termijn wordt de invloed van media sterker omdat ze via het bieden van informatie en amusement normen en waarden overgedragen.

Slide 39 - Tekstslide


Selectieve perceptie

Theorie gaat over de macht van de mediagebruikers

Door jouw waarden en normen
bepaal je welke informatie wel of niet interessant is

Slide 40 - Tekstslide


Agendatheorie
De media bepaalt niet wát mensen denken, maar waarover we denken en met elkaar praten, dus welk onderwerp bij mensen 'op de agenda staat'.
Bijvoorbeeld: Temptation Island, als daar iemand is vreemd gegaan, wordt daar de volgende dag op school/werk over gepraat.

Ook op de politieke agenda hebben de media invloed: politici horen, zien en lezen dingen waar ze iets aan kunnen doen.

Slide 41 - Tekstslide

Mediawijs?
Ga voorzichtig en kritisch om met de media!
  • is het betrouwbaar?
  • privacy? 
  • lees verschillende nieuwsites
  • identiteit of kleur medium? 

Slide 42 - Tekstslide