V5C 2e instructieles periode 3

WELKOM
bij de instructieles Nederlands 
van 7 februari
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELKOM
bij de instructieles Nederlands 
van 7 februari

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesinhoud
- bespreken studiewijzer deze en volgende week
- bronvermelding
- codering ten behoeve van schrijfschema
- soorten argumenten (argumentatieschema's)
- voorbereiding formatieve toets stijlfouten: 
                                                        14 februari

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

studiewijzer

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

modulewijzer
Blok 1 en 2 af 
(stijlfouten en 
bronnen verzamelen)

werken aan Blok 3 (passages selecteren)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeeld bronnenlijst
Anoniem (2012) Dit zijn de namen Humo, 3 oktober
Gielis, S. (2012) Beest of beschaving De Standaard, 
                                                                        5 oktober
Serdijn, D. (2012) Dit zijn de namen Volkskrant, 6 oktober
Vries, J. de (2012) Wanhopig woestijnvolk 
                               De Groene Amsterdammer, 11 oktober

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

informatie ordenen
- markeer in je bronnen bruikbare passages;
- geef elke bron een nummer;
- geef elke gemarkeerde passage een letter;
- deze codes gebruik je in je schrijfschema (voorbeeld):
   -- 4b: uit bron 4 de tweede gemarkeerde passage 
   -- 2d: uit bron 2 de vierde gemarkeerde passage

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

structuur betoog (doel:overtuigen)
inleiding: - aandachttrekker / pakkende opening
                    - stelling / standpunt
kern: - argument 1 met subargumenten / onderbouwing
           - argument 1 met subargumenten / onderbouwing
           - argument 1 met subargumenten / onderbouwing
           - tegenargument met weerlegging
slot: - korte samenvatting belangrijkste argumenten
          - conclusie = standpunt in andere woorden
          - uitsmijter / pakkende slotformulering

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

relatie stelling en argumenten
REDENERING
Standpunt / stelling = mening of bewering
         want  --) argument
                    want --) subargument
(Tegenstander: tegengestelde mening) 
        (want)  --)  tegenargument
                               weerlegging (= argument tegen (tegen)argument)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

argumentatieschema's
Zeggen iets over het verband tussen standpunt en argument.
  • Argumentatie op basis van autoriteit: gezaghebbende bron zegt iets     over het standpunt.
     Kritische vraag: heeft de bron voldoende gezag op het terrein van het  
                                       standpunt / is hij onpartijdig?
  • Argumentatie op basis van kenmerk / eigenschap: kenmerkende eigenschap van persoon / object uit het standpunt wordt gebruikt.
     Kritische vraag: doet het kenmerk of de eigenschap voldoende ter zake?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

argumentatieschema's vervolg
  • Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg: er wordt een beroep gedaan op de gevolgen of de oorzaak van het standpunt.
     Kritische vraag: is de oorzaak-gevolgrelatie tussen standpunt en 
                                       argument waarschijnlijk?
  • Argumentatie op basis van vergelijking / analogie: er wordt een beroep gedaan op een overeenkomstige situatie.
     Kritische vraag: zijn beide situaties voldoende gelijk van aard? 
                                Of: moet je gelijke gevallen altijd gelijk behandelen?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

argumentatieschema's vervolg
  • Argumentatie op basis van voorbeelden: een concreet voorbeeld van een verschijnsel wordt gebruikt.
      Kritische vraag: is het voorbeeld correct en voldoende voor het     
                                        standpunt?
  • Argumentatie op basis van voor- en nadelen: de voor- en/of nadelen van de handeling uit het standpunt worden gebruikt.
      Kritische vraag: klopt de informatie en zijn er factoren die de voor- of 
                                        nadelen teniet doen?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeelden argumentatieschema's
Als ik lekker uit eten wil, ga ik niet naar De lachende koe.
- Daar geldt het concept van '3 gangen voor 1 prijs' en dat kan
  de kwaliteit nooit ten goede komen. Vorige week waren we in 
  een ander restaurant met hetzelfde concept en dat eten vond
  ik maar matig.
- Ik heb er een keer gegeten en daarna ben ik heel ziek 
  geweest: overgeven en zo.

Slide 12 - Tekstslide

kenmerk, vergelijking
causaliteit

voorbeelden argumentatieschema's
Als ik lekker uit eten wil, ga ik niet naar De lachende koe.
- Je moet er altijd zowel een voorgerecht als een toetje nemen.
- Uit een recensie in de rubriek Hete soep in de Leeuwarder 
  Courant kwam De lachende koe niet positief naar voren.
- De vis die ik er laatst heb gegeten, vond ik verschrikkelijk 
  zout.


Slide 13 - Tekstslide

nadeel
autoriteit
voorbeeld
en dan nu
- Kies en lees een derde boek
- Verzamel geschikte bronnen: gebruik nexisuni.com op 
                                                                                    school
- Bestudeer argumentatie (124-132 uit Talent)
- Oefen stijlfouten

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies