V5B 2e instructieles periode 3

Betoog schrijven
Nederlands
maart 2022
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Betoog schrijven
Nederlands
maart 2022

Slide 1 - Tekstslide

Vorige week 

Aandacht voor het betoog
Het verzamelen en coderen van informatie
Het verwerken van bronnen in jouw teksten

Slide 2 - Tekstslide

Deze week 

Schrijfplan
Argumentatieschema's
Oefenen met het schrijven van een inleiding en brongebruik

Slide 3 - Tekstslide

Schrijfschema 
= globaal overzicht van de tekst
= de tekst in steekwoorden / kernzinnen

Slide 4 - Tekstslide


Structuur betoog (doel:overtuigen)
inleiding: - aandachttrekker / pakkende opening
                    - stelling / standpunt
kern: - argument 1 met subargumenten / onderbouwing
           - argument 1 met subargumenten / onderbouwing
           - argument 1 met subargumenten / onderbouwing
           - tegenargument met weerlegging
slot: - korte samenvatting belangrijkste argumenten
          - conclusie = standpunt in andere woorden
          - uitsmijter / pakkende slotformulering

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Schrijfschema
Niet hele alinea's uitschrijven; er moet ruimte blijven voor creativiteit.

Argumentatieschema (=relatie standpunt-argument) toevoegen als oefening argumentatieleer.

Slide 7 - Tekstslide

Argumentatieschema's
Zeggen iets over het verband tussen standpunt en argument.
  • Argumentatie op basis van autoriteit: gezaghebbende bron zegt iets     over het standpunt.
     Kritische vraag: heeft de bron voldoende gezag op het terrein van het  
                                       standpunt / is hij onpartijdig?
  • Argumentatie op basis van kenmerk / eigenschap: kenmerkende eigenschap van persoon / object uit het standpunt wordt gebruikt.
     Kritische vraag: doet het kenmerk of de eigenschap voldoende ter zake?

Slide 8 - Tekstslide

Argumentatieschema's
  • Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg: er wordt een beroep gedaan op de gevolgen of de oorzaak van het standpunt.
     Kritische vraag: is de oorzaak-gevolgrelatie tussen standpunt en 
                                       argument waarschijnlijk?
  • Argumentatie op basis van vergelijking / analogie: er wordt een beroep gedaan op een overeenkomstige situatie.
     Kritische vraag: zijn beide situaties voldoende gelijk van aard? 
                                Of: moet je gelijke gevallen altijd gelijk behandelen?

Slide 9 - Tekstslide

Argumentatieschema's
  • Argumentatie op basis van voorbeelden: een concreet voorbeeld van een verschijnsel wordt gebruikt.
      Kritische vraag: is het voorbeeld correct en voldoende voor het     
                                        standpunt?
  • Argumentatie op basis van voor- en nadelen: de voor- en/of nadelen van de handeling uit het standpunt worden gebruikt.
      Kritische vraag: klopt de informatie en zijn er factoren die de voor- of 
                                        nadelen teniet doen?

Slide 10 - Tekstslide

Inleiding
- maak 5 groepen; schuif de tafels in een kring;
- vergelijk beide uitgedeelde inleidingen;
- noteer feedback / verbeterpunten / complimenten;
- maak gezamenlijk een voorstel voor de ultieme inleiding 
                                                                     bij dit onderwerp;
- presenteer je bevindingen voor de klas.

Slide 11 - Tekstslide

Onze ultieme inleiding

Slide 12 - Open vraag

Brongebruik
Schrijf een alinea met behulp van het schrijfschema van de alinea op de volgende slide. Je krijgt hem ook op papier.

Gebruik de bronnen op de slide erna (en op papier).

Raadpleeg voor brongebruik eerst het document bronnenlijst maken op de elo.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Mijn gedocumenteerde alinea

Slide 16 - Open vraag

Aan de slag

Werk aan de voorbereiding van je betoog.

Vergeet niet je derde boek voor de lijst te lezen.

Volgende week toets bespreken.

Slide 17 - Tekstslide