gevaarlijke stoffen

Gevaarlijke stoffen
In de meeste groothandels kom je gevaarlijke stoffen tegen. in ieder geval in de vorm van schoonmaakmiddelen maar er zijn ook groothandels die gevaarlijke stoffen opslaan en verzenden. Het is dan belangrijk dat alle medewerkers goed weten hoe ze met deze stoffen moeten omgaan. 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
LogistiekVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Gevaarlijke stoffen
In de meeste groothandels kom je gevaarlijke stoffen tegen. in ieder geval in de vorm van schoonmaakmiddelen maar er zijn ook groothandels die gevaarlijke stoffen opslaan en verzenden. Het is dan belangrijk dat alle medewerkers goed weten hoe ze met deze stoffen moeten omgaan. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

De reach-verordening
In de REACH-verordening staat onder andere dat een bedrijf moet registreren welke gevaarlijke stoffen er aanwezig zijn.
Een bedrijf dat handelt in gevaarlijke stoffen moet:
  • een overzicht maken van gevaarlijke stoffen die aanwezig zijn.
  • Een overzicht maken van producten die gevaarlijke stoffen bevatten.
  •  een overzicht maken van leveranciers en afnemers van de gevaarlijke stoffen.
  • regelmatig contact houden met de leveranciers en afnemers van de gevaarlijke stoffen.

Slide 3 - Tekstslide

Mengen verboden
Werk je met gevaarlijke stoffen dan mag je deze stoffen nooit mengen. Een samenvoeging van 2 of meerdere gevaarlijke stoffen kan ervoor zorgen dat de stoffen nog veel gevaarlijke worden.

Slide 4 - Tekstslide

Tips voor werken met gevaarlijke stoffen
  • Gebruik niet meer dan je nodig hebt.
  • Zorg dat je je zo min mogelijk blootstelt aan de gevaarlijke stof.
  • Draag beschermende kleding
  • Zorg dat er zo nodig ventilatie aanstaat.
  • Gebruik een aparte ruimte om je kleding en werkkleding op te bergen
  • Neem gebruikte werkkleding nooit mee naar huis.
  • Draag de kleding die je draagt als je met gevaarlijke stoffen werkt nooit in de kantine. 
  • Neem nooit persoonlijke beschermmiddelen mee naar huis of naar de kantine.
  • Controleer regelmatig je beschermende kleding.
  • Was altijd je handen altijd na het werken met gevaarlijke stoffen.

Slide 5 - Tekstslide

Belangrijkste regels opslaan van gevaarlijke stoffen
  1. Een opslagplaats is geen werkplaats.
  2. Ompakken en bijvullen van gevaarlijke stoffen mag nooit in de opslagplaats.
  3. De opslagplaats moet bestaan uit materialen die minimaal 1 uur brand tegenhouden
  4. De muren, daken en vloeren moeten van onbrandbaar materiaal zijn.
  5. Er moet voldoende ventilatie zijn zodat eventuele gassen direct worden afgevoerd.
  6. aan de buitenzijde van de opslagplaats moet duidelijk zijn wat er binnen ligt.  

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Wat betekent dit beeldmerk?
A
Breekbaar
B
Topzwaar
C
geen zware dingen opzetten

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent dit plaatje?
A
los liggende stenen
B
Ontploffingsgevaar
C
Lawine gevaar

Slide 9 - Quizvraag

Welke waarschuwing geeft dit logo?
A
Bijtend
B
Piraten
C
Giftig

Slide 10 - Quizvraag

Hiernaast zien we het gevarensymbool van...
A
Bijtend (corrosief)
B
Irriterend
C
Giftig
D
Mileu gevaarlijk

Slide 11 - Quizvraag

Hiernaast zien we het gevarensymbool van...
A
Licht ontvlambaar
B
Oxiderend
C
Mileu gevaarlijk
D
Irriterend

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekend het gevarensymbool hiernaast?
A
Giftig
B
Schadelijk
C
Oxiderend
D
Explosief

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekend het gevarensymbool hiernaast?
A
Licht ontvlambaar
B
Giftig
C
Irriterend
D
Corrosief

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekend het gevarensymbool hiernaast?
A
Milieugevaarlijk
B
Giftig
C
Corrosief
D
Explosief

Slide 15 - Quizvraag

Waar is dit logo van?
A
Lays
B
C
D
Levi's

Slide 16 - Quizvraag

Bij welk logo hoort deze man?
A
Burger King
B
Mac donalds
C
Febo
D
Kentucky fried chicken

Slide 17 - Quizvraag

Welk bedrijf heeft dit logo?
A
B
C

Slide 18 - Quizvraag

Welke twee logo's zijn samengevoegd?
A
Alfa Romeo en Skoda
B
Peugot en Yaris
C
Porsche en Ferrari
D
Alfa Romeo en Porsche

Slide 19 - Quizvraag

Van welk logo zie je hier een deel?
A
Plopsaland
B
Toverland
C
Hellendoorn
D
Slagharen

Slide 20 - Quizvraag

Van welke politieke partij is dit logo?
A
SP (Socialistische partij)
B
PVV (Partij van de Vrijheid)
C
PvdA (Partij van de Arbeid)
D
CDA (Christen Democratisch Appel)

Slide 21 - Quizvraag

Van welke club is dit logo?
A
N.A.C.
B
Den Haag
C
Vitesse
D
Telstar

Slide 22 - Quizvraag

Waar is dit logo van?
A
Skoda
B
Volvo
C
Hyundai
D
Deawoo

Slide 23 - Quizvraag


Hoe was gebarentolk Irma Sluis in het nieuws?
A
Ze is ontslagen als tolk
B
Ze kon premier Rutte niet bijhouden met tolken
C
Ze krijgt een eigen tv-programma
D
Ze werd gewisseld tijdens een persconferentie

Slide 24 - Quizvraag


Welke sport is dit?
A
Polo
B
Football
C
Cricket
D
Hockey

Slide 25 - Quizvraag

Met welk woord kun je drie goede samenstellingen maken?
sport_____
hand_____
_____veter
A
dak
B
doek
C
lamp
D
schoen

Slide 26 - Quizvraag

Sport
In welke sport komt de term shoot-out voor
A
Volleybal
B
Handbal
C
Hockey
D
Waterpolo

Slide 27 - Quizvraag


Dit is de sport
A
Badminton
B
Tennis
C
Squash
D
Tafeltennis

Slide 28 - Quizvraag