Les 2: De Retorica

De Retorica
  • Kunst van het spreken
  • Homeros: helden houden toespraken
  • Maar: spontaan
  • Een held is een spreker van woorden en verrichter van daden
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De Retorica
  • Kunst van het spreken
  • Homeros: helden houden toespraken
  • Maar: spontaan
  • Een held is een spreker van woorden en verrichter van daden

Slide 1 - Tekstslide

Athene, 6e eeuw
  • Opkomst democratie
  • Spreken wordt belangrijk
  • Gelijk krijgen is belangrijker dan waarheid
  • Vorm van toespraak is belangrijk
  • Maar: ethisch verantwoord?

Slide 2 - Tekstslide

Plato en Aristoteles
  • Plato: objectieve waarheid moet mensen overtuigen
  • Socrates bestrijdt retorische trucs, maar is zelf een goede debater
  • Aristoteles: verschil tussen retorica (moreel neutraal) en de redenaar (moreel verantwoordelijk)
  • Belangrijkste: zakelijk ern eerlijk zijn
  • Maar: beïnvloeding en taalvaardigheid is toegestaan

Slide 3 - Tekstslide

Macedonië
  • Philippus II maakt een einde aan Griekse onafhankelijkheid
  • Retorica verdwijnt uit politiek, maar blijft dominant in het onderwijs

Slide 4 - Tekstslide

Rome
  • Rome: spreken gebeurt op basis van aanleg en routine
  • 2e eeuw: retorica in Romeins onderwijs
  • imitatio en aemulatio van de Grieken
  • Retorica wordt aangepast aan Romeinse praktijk:
  • politieke retorica in Senaat
  • juridische retorica in rechtspraak

Slide 5 - Tekstslide

Cicero
  • De Oratore
  • Orator perfectus is:
  • retorisch geschoold
  • door praktijk gevormd 
  • filosofisch aangelegd

Slide 6 - Tekstslide

Cicero
  • Aspecten:
  • ars (therorie en techniek)
  • ingenium (aanleg)
  • exercitatio (oefening)
  • usus (ervaring)

Slide 7 - Tekstslide

Theorie van de Retorica
  • Doelstelling: persuadere - overtuigen van tegenstander
  • Onderwerp:
  • quaestiones infinitae: vraagstukken van algemene aard
  • quastiones finitae: specifieke vraagstukken

Slide 8 - Tekstslide

Aristoteles: 3 soorten toespraken
  • Genus iudicale: pleidooi in de rechtszaal
  • Genus deliberativum: politieke redevoering
  • Genus demonstrativum: gelegenheidsrede

Slide 9 - Tekstslide

De Spreker
  • De redenaar heeft meerdere taken:
  • Inventio: analyseren van het vraagstuk
  • Dispositio: ordenen van gegevens en argumenten
  • Elocutio: stilistische vormgeving (verwoording)
  • Memoria: het van buiten leren van de tekst
  • Actio/Pronuntiato: de voordracht, incl. mimiek e.d.

Slide 10 - Tekstslide

Opbouw van het betoog
  • Exordium: inleiding. Aandacht en sympathie opwekken.
  • Narratio: uiteenzetten van de voorgeschiedenis.
  • Propositio: korte samenvatting van de stelling en indeling van het vervolg.
  • Argumentatio: puntsgewijze behandeling van de eigen argumenten en weerlegging van de tegenstander.
  • Peroratio: afsluiting, recapitulatie, beroep op toehoorders.

Slide 11 - Tekstslide

Wapens van de Retoricus
  • concilliare: gunstig stemmen (tijdens Exordium).
  • docere: onderwijzen en beargumenteren (tijdens Narratio t/m argumentatio).
  • movere: ontroeren of bewegen (tijdens Peroratio).
  • Oratio Invecta: publiekelijk neerhalen (bijv. De Catalina)
  • Zinsbouw: rustig en vloeiend, geen poëzie (metra).
  • Wel afgeronde hoofd- en bijzinnen: periode

Slide 12 - Tekstslide