Taalverzorging - hfst 1 - LEESTEKENS

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Je gaat oefenen met
Wat weet je nog?
Leestekens
Hoofdletters

Slide 2 - Tekstslide

Wat moet je doen?
In deze LessonUp ga je oefenen met leestekens.
Je maakt een aantal opdrachten over hoofdletters, komma's, punten, uitroeptekens en vraagtekens.

Daarna krijg je uitleg over aanhalingstekens (uitlegslides, stappenplannen en een uitlegfilmpje)
Lees en bekijk die informatie goed, want daarmee ga je in de volgende les aan het werk.

Je maakt de opdrachten slechts 1x! Dus niet: het is fout, ik ga nog iets invullen. 
Je eerste antwoord kan worden gecheckt en dat telt!

Slide 3 - Tekstslide


Welk leesteken moet aan het einde van de zin staan?
Lesleys vlieger belandde in de boom
A
punt .
B
uitroepteken !
C
vraagteken ?

Slide 4 - Quizvraag


Welk leesteken moet aan het einde van de zin staan?
Ik vraag me af of we met dit weer wel buiten gaan gymmen
A
punt .
B
uitroepteken !
C
vraagteken ?

Slide 5 - Quizvraag


Welk leesteken moet aan het einde van de zin staan?
In welk jaar heeft Rembrandt De Nachtwacht geschilderd
A
punt .
B
uitroepteken !
C
vraagteken ?

Slide 6 - Quizvraag


Welk leesteken moet aan het einde van de zin staan?
De buurman schreeuwde dat Jaap zijn mond moest houden
A
punt .
B
uitroepteken !
C
vraagteken ?

Slide 7 - Quizvraag


Welk leesteken moet aan het einde van de zin staan?
Het is de vraag of we genoeg ijsjes hebben voor de hele klas
A
punt .
B
uitroepteken !
C
vraagteken ?

Slide 8 - Quizvraag


Welk leesteken moet aan het einde van de zin staan?
Pas op voor die hoogspanningskabel
A
punt .
B
uitroepteken !
C
vraagteken ?

Slide 9 - Quizvraag


Tussen welke woorden moet een komma worden geplaatst?
Terwijl Jan op vakantie was hebben zijn ouders zijn kamer blauw geschilderd
A
Terwijl, Jan
B
was, hebben
C
hebben, zijn
D
kamer, blauw

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Zo gebruik je leestekens en hoofletters

Slide 12 - Tekstslide

Zo gebruik je aanhalingstekens
bij een citaat dat achteraan staat

Slide 13 - Tekstslide

Stappenplan: Citaat achteraan
  1. De dirigent zei kunnen jullie morgenavond allemaal om zeven uur aanwezig zijn?
  2. Onderstreep wat letterlijk wordt gezegd. Wat kan in het spreekballonnetje staan?
  3. De dirigent zei kunnen jullie morgenavond allemaal om zeven uur aanwezig zijn?
  4. Het onderstreepte deel zet je tussen aanhalingstekens
  5. De dirigent zei "kunnen jullie morgenavond allemaal om zeven uur aanwezig zijn?"
  6. De zin van de spreker begint met een hoofdletter.
  7. De dirigent zei "Kunnen jullie morgenavond allemaal om zeven uur aanwezig zijn?"
  8. Voor het citaat zet je een dubbele punt.
  9. De dirigent zei: "Kunnen jullie morgenavond allemaal om zeven uur aanwezig zijn?"

Slide 14 - Tekstslide

Zo gebruik je aanhalingstekens 
bij een citaat dat vooraan staat

Slide 15 - Tekstslide

Stappenplan: Citaat vooraan
  1. we zijn kampioen joelde Ferry toen de stand 6-2 was.
  2. Onderstreep wat letterlijk wordt gezegd. Wat kan in het spreekballonnetje staan?
  3. we zijn kampioen joelde Ferry toen de stand 6-2 was.
  4. Het onderstreepte deel zet je tussen aanhalingstekens
  5. "we zijn kampioen" joelde Ferry toen de stand 6-2 was.
  6. De zin van de spreker begint met een hoofdletter.
  7. "We zijn kampioen" joelde Ferry toen de stand 6-2 was.
  8. Na het citaat zet je een komma.
  9. "We zijn kampioen", joelde Ferry toen de stand 6-2 was.

Slide 16 - Tekstslide

Denk aan de stappen
Bepaal dus altijd EERST het citaat!
Denk eraan: De tekst moet in een tekstballonnetje kunnen staan.
Bepaal daarna of je een dubbele punt of een komma moet plaatsen.

Slide 17 - Tekstslide


Is de zin juist of onjuist als het om leestekens gaat?
Dorien fluisterde "Het is hier net een kasteel."
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag


Is de zin juist of onjuist als het om leestekens gaat?
Dorien fluisterde "het is hier net een kasteel"
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag


Is de zin juist of onjuist als het om leestekens gaat?
De butler vroeg: "Apprecieert u koffie?"
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag


Is de zin juist of onjuist als het om leestekens gaat?
"Apprecieert u koffie", vroeg de butler.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag


Neem de zin over en noteer hoofdletters en leestekens.
Jony roept ik ben er helemaal klaar mee

Slide 22 - Open vraag


Neem de zin over en noteer hoofdletters en leestekens.
ik ben er helemaal klaar mee roept jony

Slide 23 - Open vraag

Het juist gebruiken van aanhalingstekens vind ik
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Ik heb nog wat uitleg nodig om beter te worden in het gebruik van aanhalingstekens.
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Stel hier je vraag als het gaat om leestekens.

Slide 26 - Open vraag