Dinsdag 6 mei

Dinsdag 6 mei
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Dinsdag 6 mei

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Lezen
10 min
- Terugblik vorige les
5 min
- Huiswerk  
10 min
- "Nieuwsbericht"
15 min
-Oefenen
30 min
-Afsluiting
5 min

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
Je pakt je leesboek voor je en gaat stillezen! (Eigen leesboek)





timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik vorige les
Schrijfvaardigheid


Schrijfproces
Aantekeningen
Nieuwsbericht

Slide 4 - Tekstslide

Waarom zijn aantekeningen belangrijk?

Slide 5 - Open vraag

Noem een vak waar jij altijd aantekeningen maakt.

Slide 6 - Open vraag

Noem een vak waar jij nooit aantekeningen maakt.

Slide 7 - Open vraag

De 5 w + h vragen zijn:
A
wie, wat, waar, wist, hoe
B
wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe
C
Welke, waarom, wat, hoe
D
Met wie dan, hoezo dan, waardoor, waarmee, waaronder

Slide 8 - Quizvraag

Huiswerk
Hoofdstuk 3 Schrijven > Paragraaf 3.2 >
Deel 2 > Nieuwsbericht t/m opdracht 3
Deel 3 > Nieuwsbericht schrijven; opdracht 1

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk > nieuwsbericht
Bekijk samen met je schoudermaatje jullie geschreven nieuwsberichten.

Geef elkaar een tip en een top.
Let op de 5W + 1H vraag, leestekens, hoofdletters etc. 

Slide 10 - Tekstslide

Waar staan de letters voor? 
W ie ?
W at ?
W aar ?
W anneer ?
W aarom ?
H oe ?
5W + H- vragen

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je kan de kernzin van een alinea te herkennen;
  • Je kan titels toepassen;
  • Je kan  witregels toepassen;
  • Je kunt de functie van de inleiding herkennen;
  • Je kunt de functie van het slot herkennen;
  • Je kunt alinea’s herkennen. 

Slide 12 - Tekstslide

Tip: 
- zoek bij de 3 puntjes/rondjes/dots  onder elkaar in de groene tekst op blz 38, na het dikgedrukte woord 'alinea'
Waaraan herken je een alinea?

Slide 13 - Woordweb

Waar staat een kernzin en wat betekent de kernzin?
A
Vooraan in de alinea en het is de belangrijkste zin van de alinea
B
Vooraan in de alinea en het is de minder belangrijkste zin van de alinea
C
Achteraan in de alinea en het is de belangrijkste zin van de alinea
D
Middenin de alinea en het is de belangrijkste zin van de alinea

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een kernzin?
A
De eerste zin van de inleiding
B
De laatste zin van het slot
C
De belangrijkste zin van een tekst
D
De belangrijkste zin van een alinea

Slide 15 - Quizvraag


Wat is de kernzin?
A
zin 1
B
zin 2
C
zin 3
D
zin 4

Slide 16 - Quizvraag

Schrijven om te communiceren
Als je schrijft heb je een bepaald doel. 
Je wilt dat de lezer, je publiek:

* iets te weten komt
* iets vindt of gaat doen
* plezier beleeft aan je tekst
Bij elk doel past een bepaalde tekstvorm. 
In een schema ziet het er als volgt uit > 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wat is de opbouw van een tekst?
A
Inleiding en kern
B
Inleiding, middenstuk en slot
C
Kern en slot
D
Inleiding en slot

Slide 19 - Quizvraag

Nieuwsbericht schrijven

Slide 20 - Tekstslide

1. Opbouw nieuwsbericht 
Een gebeurtenis waarover jij een nieuwsbericht moet schrijven, ervaar jij in een bepaalde volgorde.
 
Een nieuwsbericht begint met het belangrijkste, 
de hoofdgedachte, de hoofdvraag, de stelling van het verhaal. 

Slide 21 - Tekstslide

2. Opbouw nieuwsbericht
Het belangrijkste staat in de eerste alinea. 
Die is meestal vetgedrukt.

 In die eerste alinea is ‘wie, wat, waar en wanneer’ meestal al kort beantwoord. 

Slide 22 - Tekstslide

3. Opbouw nieuwsbericht
Van de overige gegevens maak je alinea’s die je in volgorde van belangrijkheid noteert. Je gaat dan dieper in op het ‘wat’ en ook op het ‘waarom’ en ‘hoe’. En misschien valt er nog veel meer te zeggen over het ‘waar’.

In een nieuwsbericht blijf je bij de feiten.
Je geeft geen eigen mening. 

Slide 23 - Tekstslide

Geen slot
Nieuwsberichten hebben meestal geen slot.


Slide 24 - Tekstslide

Nieuwsbericht (toets)
Schrijf een nieuwsbericht over een van de onderstaande onderwerpen > je kunt uit 4 onderwerpen kiezen!
Je schrijft jouw nieuwsbericht voor jongeren. 
Je geeft informatie over een bepaalde gebeurtenis.

Slide 25 - Tekstslide

Nieuwsbericht (toets)
- Volgorde van informatie is ingedeeld in de mate van belangrijkheid.

- Antwoorden op de 5W + H-vragen komen aan bod.
- Tekst is zichtbaar en juist verdeeld in alinea’s (minimaal 4 alinea’s).
- Let op de spellingregels (hoofdletters, meervoud, verkleinwoorden, getallen, wwspelling).
- Let op interpunctie (leestekens) + de zinsbouw
- Er wordt verwezen naar bronnen.
- De tekst is objectief geschreven (feiten). Meningen worden alleen geciteerd. Geen eigen mening.
- 300 tot 500 woorden











Slide 26 - Tekstslide

Nieuwsbericht (toets)
Volgende les gaan we oefenen met het schrijven van een nieuwsbericht.












In deze les laat ik jullie ook een voorbeeld zien!

Slide 27 - Tekstslide

5xW + 1xH
Wie 
Wat 
Waar
Wanneer
Waarom
Hoe

Slide 28 - Tekstslide

In een nieuwsbericht komt er een witregel na...
A
de titel
B
de titel en de inleiding
C
de titel, de inleiding en iedere alinea
D
de titel, de inleiding, iedere alinea en de bron

Slide 29 - Quizvraag

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig 
Wat?
Hoe?
Antwoorden online invullen bij de opdrachten
Hulp?
Docent
Tijd?
Tot 10 minuten voor eindtijd.
Uitkomst?
Je beheerst de gestelde leerdoelen.
Klaar?
Stillezen
Zelf oefenen met dit hoofdstuk
Paragraaf 3.2 afmaken of oefenen met nieuwsbericht schrijven
Plusopdracht


Hoofdstuk 3 Schrijven > Paragraaf 3.3 > Tekstopbouw
A > Inleiding > t/m opdracht 3
B > Deel 1 > t/m opdracht 8



Slide 30 - Tekstslide

Huiswerk 
Dinsdag 13 mei >

Hoofdstuk 3 Schrijven > Paragraaf 3.3 > Tekstopbouw
A > Inleiding > t/m opdracht 3
B > Deel 1 > t/m opdracht 8

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link