Immunologie

Immunologie
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
KDMZKMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Immunologie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hum

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Bacterie

- kleiner dan een cel
- blijft buiten de cel
- met name humorale afweer
   (B-cellen en antistoffen)
- agglutinatie
- opsonisatie

Virus

- heel klein
- dringt een cel binnen
- met name cellulaire afweer
  (Tc-cellen)

Slide 20 - Tekstslide

                 Allergieën

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

Waar worden B-lymfocyten gevormd?

Slide 24 - Open vraag

Wanneer is er sprake van actieve immunisatie?

Slide 25 - Open vraag

Onder welke defensie valt fagocytose?
A
Eerstelijns defensie
B
Tweedelijns defensie
C
Derdelijns defensie
D
Geen

Slide 26 - Quizvraag

Waar worden T-lymfocyten gevormd?

Slide 27 - Open vraag

Noem 2 lymfoïde organen.

Slide 28 - Open vraag

Welke soort witte bloedcel reageert op een antigeen?

Slide 29 - Open vraag

Wat is het verschil tussen humorale en cellulaire afweer?

Slide 30 - Open vraag

Een seropositief persoon heeft in z'n bloed HIV-DNA en antistoffen tegen HIV. In welk bestanddeel van het bloed zit het HIV-DNA en in welke de antistoffen tegen HIV?
A
HIV-DNA in rode bloedcellen en antistoffen in bloedplasma
B
HIV-DNA in witte bloedcellen en antistoffen in bloedplasma
C
HIV-DNA in rode bloedcellen en antistoffen in witte bloedcellen
D
HIV-DNA in witte bloedcellen en antistoffen in rode bloedcellen

Slide 31 - Quizvraag

Leg uit waarom bij iemand die covid-19 heeft geen antibiotica wordt voorgeschreven.

Slide 32 - Open vraag

Opdracht studenten HAN
1. Lees pagina 248 tot 258 door
2. Maak flashcards van lastige begrippen. Neem dit volgende week mee.
3. Maak mindmaps/schema's om duidelijk te krijgen wat met elkaar te maken heeft. Neem dit volgende week mee.
4. Zorg ervoor dat je aan elkaar kunt uitleggen waar de stof overgaat.

Slide 33 - Tekstslide

Opdracht studenten HU
1. Teken een overzicht van de anatomische onderdelen van het ademhalingsstelsel
2. Teken een overzicht met de onderdelen van het hart- en vaatstelsel incl. de bloedsomloop en werking van de verschillende onderdelen. 
3. Beide onderdelen neem je volgende week mee om te bespreken tijdens de les. 

Slide 34 - Tekstslide