Grammatica §9 Congruentie

Leerdoelen voor deze paragraaf

  • Je leert congruentie herkennen.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen voor deze paragraaf

  • Je leert congruentie herkennen.

Slide 1 - Tekstslide

In zinnen komt de persoonsvorm in persoon en getal overeen met het onderwerp.
Dat heet congruentie

Bij een enkelvoudig onderwerp hoort een enkelvoudige persoonsvorm. --> Ik loop
Bij een meervoudig onderwerp een meervoudige persoonsvorm. --> wij lopen
Meestal is dat niet moeilijk, maar er zijn een paar lastige gevallen:

Slide 2 - Tekstslide

  • Bij woordgroepen met een enkelvoudige kern en een meervoudige nabepaling richt de persoonsvorm zich naar de kern:

    – Het merendeel (kern: enkelvoud) van de docenten (nabepaling: meervoud) controleert regelmatig het huiswerk.
   – De groep (kern: enkelvoud) betogers (nabepaling: meervoud) wandelde naar het centrum.

Slide 3 - Tekstslide

  • Als het onderwerp een verzamelnaam is voor personen, dieren en dingen, is de persoonsvorm enkelvoudig:

    – De overheid waarschuwt je tijdens noodsituaties via NL-Alert.
 
    – De jeugd heeft de toekomst. 

Slide 4 - Tekstslide

  • In de constructie een van de + meervoudig woord + die volgt in de bijvoeglijke bijzin een meervoudige persoonsvorm: een van de … die; op de puntjes vul je een meervoudig woord in:

     – Een van de patiënten, die naar een ander ziekenhuis verhuisden, was mijn moeder.
    – Een van de Groningers die naar Amerika
       emigreerden.

Slide 5 - Tekstslide

  • Bij meervoudige titels van boeken, films enzovoort volgt een enkelvoudige persoonsvorm:

     – Sprookjes van Moeder de Gans is een verzameling volksverhalen van de Franse schrijver Charles Perrault.
    De Hongerspelen is een prachtig boek.

Slide 6 - Tekstslide

  • Na een rekeneenheid, zoals meter, liter, dozijn, procent, kilo, euro, volgt een enkelvoudige persoonsvorm:

    Tien euro per maand is niet duur voor een krantenabonnement.

    – Twee kilo kaas kost tegenwoordig meer dan tien
      euro.

Slide 7 - Tekstslide

Tien procent van de wereldbevolking
.......... ouder dan 65 jaar.
A
is
B
zijn

Slide 8 - Quizvraag

De film Oorlogsgeheimen ........
grotendeels opgenomen in België en Luxemburg.
A
werd
B
werden

Slide 9 - Quizvraag

105 kilometer per uur ........​
de topsnelheid van een cheeta.
A
is
B
zijn

Slide 10 - Quizvraag

Door Egypte ........ een van de langste rivieren ter wereld
A
stroomt
B
stromen

Slide 11 - Quizvraag

De afspeellijst Liedjes uit grootmoeders tijd ......... uit de vijftig mooiste kinderliedjes van vroeger.
A
bestaat
B
bestaan

Slide 12 - Quizvraag

Toen de politie hard op de ramen .........
(bonken), werd Javier meteen klaarwakker.

Slide 13 - Open vraag

Vier kilo appels ...... (wegen) net zo veel als acht pond sinaasappels.

Slide 14 - Open vraag

Een groot deel van de feestvierders ....... (vinden - VT) ten onrechte klappen te hebben gekregen van de ME.

Slide 15 - Open vraag

De abonnees van KPN ...... (worden) een nieuw modem gestuurd.

Slide 16 - Open vraag