Theoriecheck VT
1 / 40
Lesduur is: 90 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Stelling:
Ziekenzorg in de oudheid was vooral thuiszorg
Ziekenzorg in de oudheid was vooral thuiszorg
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de eed van Hippocrates?
A
Artsen zijn gebonden aan geheimhoudingsplicht
B
Artsen verklaren niemand kwaad te doen
C
Geen van beide antwoorden zijn juist
D
Beide antwoorden zijn juist
Slide 4 - Quizvraag
In de negentiende eeuw werden mensen met een lichamelijke handicap tentoongesteld op kermissen en jaarmarkten.
A
Dit is een fabel
B
Dit is echt gebeurd
Slide 5 - Quizvraag
Wie zorgde voor een enorme professionele impuls in de zorg?
Slide 6 - Open vraag
Wanneer wordt de dag van de verpleging gevierd?
Slide 7 - Open vraag
De zorg is zo ingericht dat de ziekenhuisbehandeling zo kort mogelijk is. Leg uit waarom dit zo georganiseerd is.
Slide 8 - Open vraag
Wat is transmurale zorg?
A
zorg die wordt aangeboden door meerdere zorgverleners
B
de zorg die cliënten ontvangen gedurende een onafgebroken verblijf in een instelling
C
de zorg aan cliënten die niet in een instelling verblijven
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Geef een voorbeeld van een intramurale zorg
Slide 12 - Open vraag
Geef een voorbeeld van extramurale zorg
Slide 13 - Open vraag
Geef een voorbeeld van semimurale zorg
Slide 14 - Open vraag
Verpleeghuis is een voorbeeld van tweedelijnszorg
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Een voorbeeld van een academisch ziekenhuis is oncologie
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Geef een voorbeeld van een categoraal ziekenhuis
Slide 17 - Open vraag
Meeste instellingen werken multidisciplinair. Wat houdt dit in?
Slide 18 - Open vraag
Er zijn in het verpleeghuis verschillende categorieën zorgvragers te onderscheiden: een voorbeeld hiervan is....
A
crisis cliënt
B
geplande opname
C
psychogeriatrie
D
psychiatrie
Slide 19 - Quizvraag
Extramurale zorg valt onder eerstelijnszorg
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Geef voorbeelden van minimaal twee disciplines die kunnen werken in een gezondheidscentrum
Slide 23 - Open vraag
Geef een voorbeeld van thuiszorg
Slide 24 - Open vraag
Waar staan de letters WMO voor?
Slide 25 - Open vraag
Waar staan de letter GGD voor?
Slide 26 - Open vraag
e kunt de gezondheidszorg opdelen in drie onderdelen. Noem deze 3.
Slide 27 - Open vraag
Een vorm van ziektepreventie is:
Voorkomen van verergering van ziekte. Dit is....
Voorkomen van verergering van ziekte. Dit is....
A
primaire preventie
B
secundaire preventie
C
tertiaire preventie
Slide 28 - Quizvraag
Preventie gericht op mensen zonder vastgestelde ziekte, maar die wel risicofactoren of symptomen vertonen noemen we...
A
Universele preventie
B
Selectieve preventie
C
Geïndiceerde preventie
D
Zorg gerelateerde preventie
Slide 29 - Quizvraag
Het klaarmaken en delen van medicatie valt onder
A
EVV-verpleging
B
Taakgerichte verpleging
C
Functiedifferentiatie verpleging
D
Teamverpleging
Slide 30 - Quizvraag
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Een EVV'er kan verantwoordelijk zijn voor de totale zorg van een groep cliënten
A
juist
B
onjuist
Slide 33 - Quizvraag
Een voorbeeld van patiëntgerichte zorg is dat een vpk'er van alle cliënten de vitale functies meet
A
juist
B
onjuist
Slide 34 - Quizvraag
FACT wordt gebruikt voor zorg in de GGZ
A
juist
B
onjuist
Slide 35 - Quizvraag
Geef een casemanager (discipline)
Slide 36 - Open vraag
Waar staan de letters WLZ voor?
Slide 37 - Open vraag
Een indicatie geeft toegang tot de zorg. In indicatie worden 3 dingen vastgelegd. Noem deze 3.
Slide 38 - Open vraag
In 2015 is de wet AWBZ opgesplitst verschillende wetten. Noem 3 wetten
