Verwerking 5.4 & 5.5

Verwerking 5.4 en 5.5
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Verwerking 5.4 en 5.5

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
* Bespreking huiswerk opgaves 5.4 en 5.5
* Bespreking SO
* Start maken met de oefentoets. 

Slide 2 - Tekstslide

Opgave 43
a Onjuist, voor een constante temperatuur moeten de warmteproductie en het warmteverlies juist gelijk zijn
b juist
c juist
d juist

Slide 3 - Tekstslide

Opgave 44
a juist
b juist, en ook stroming
c juist
d Juist, je kunt alle drie de vormen van warmtetransport voorkomen.

Slide 4 - Tekstslide

Opgave 47
a De vogel zorgt ervoor dat er stilstaande lucht zit tussen de veren. Deze stilstaande lucht zorgt voor een isolerende laag.

b Dit voorkomt stroming.

Slide 5 - Tekstslide

Opgave 49
Glas geleidt warmte slecht. De warmte van het deel dat wordt vervormd kan dus niet gemakkelijk naar de hand worden geleid.

Slide 6 - Tekstslide

Opgave 50
a Lucht geleidt warmte slecht. Omdat de lucht tussen de haren stilstaat, is er ook weinig stroming.

b Om een constante temperatuur te houden, moet je lichaam evenveel warmte produceren als het verliest. Als je lichaam minder warmte verliest door het kippenvel hoeft je lichaam dus ook minder warmte te produceren.

Slide 7 - Tekstslide

Opgave 52
a juist
b Onjuist, waterdamp veroorzaakt het grootste gedeelte van het broeikaseffect.
c Juist, hoe minder ijs er is, hoe minder straling het ijs weerkaatst.
d juist

Slide 8 - Tekstslide

Opgave 55
Het warme water verdampt en de warme lucht kan veel waterdamp bevatten. Als de lucht boven het land afkoelt, dan condenseert de waterdamp tot regendruppels.

Slide 9 - Tekstslide

Opgave 56
’s Nachts komt er geen straling binnen van de zon. De aarde straalt nog wel warmte uit. De temperatuur van de aarde neemt daardoor af.

Slide 10 - Tekstslide

Opgave 58
Bij de verbranding van hout komt koolstofdioxide vrij.
Bomen zijn groter dan bijvoorbeeld graan. 
Een bos bevat veel meer materiaal, zoals hout, dat uit koolstofdioxide is geproduceerd dan een akker. 
In een bos zit dus veel meer koolstof- dioxide opgeslagen dan in een akker.

Slide 11 - Tekstslide

Bespreking SO

Slide 12 - Tekstslide