Keuzedeel pabo WO - les 5 - geschiedenis - tijdvak 3 Monniken en ridders

Terugblik vorig tijdvak
  • Keizer Constantijn - Christendom - eenheid in het rijk
  • Romeinse rijk viel door o.a. invallen buitenaf (Hunnen)
  • -> volksverhuizingen. 
  • Germaanse stammen op de vlucht voor de Hunnen verwoesten Rome. 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Terugblik vorig tijdvak
  • Keizer Constantijn - Christendom - eenheid in het rijk
  • Romeinse rijk viel door o.a. invallen buitenaf (Hunnen)
  • -> volksverhuizingen. 
  • Germaanse stammen op de vlucht voor de Hunnen verwoesten Rome. 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opfrisvraag 1. Romeinen en Bataven

De Bataven waren een volksstam die in het deel van ons land woonde dat in de eerste eeuw door de Romeinen veroverd werd.

Hoe reageerden de Bataven op de aanwezigheid van de Romeinen?
A
De Bataven bleven zich tegen de Romeinen verzetten en hielden zich zoveel mogelijk vast aan hun eigen autonomie
B
De Bataven pasten zich aan de komst van de Romeinen aan en leverden hulptroepen voor het Romeinse leger
C
De Bataven trokken weg uit hun woongebied en vestigden zich in het deel van het huidige Nederland dat buiten de Romeinse invloedssfeer lag

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opfrisvraag 2. Romeinse tijd in Nederland

Buste van Gaius Julius Caesar
Julius Caesar veroverde tijdens zijn leven grote delen van West-Europa, waarbij ook een
deel van ons land bij het Romeinse rijk gevoegd werd. Hij schreef in zijn boek De Bello
Gallico de eerste geschreven berichten over deze gebieden.

In ons land eindigde hiermee de prehistorie. In welke tijd gebeurde dit?
A
rond het jaar 200 v.C.
B
rond het jaar 50 v.C
C
rond het jaar 200
D
rond het jaar 350

Slide 3 - Quizvraag

De boeren van de Swifterbandcultuur behoorden, samen met de boeren van de Vlaardingencultuur tot de "natte" boeren.
Net als bij de bosjagers kun je ook bij de boeren in Nederland spreken van “droge boeren” en “natte boeren”. De “droge boeren” leefden op de hoge zandgronden en de “natte boeren” in de moerassen van west- en midden Nederland.
Samen met de Vlaardingencultuur (3400 – 2500 v. Chr.) behoren de boeren van de Swifterbandcultuur tot de “natte boeren”.
Het waren geen echte boeren. Het waren bosjagers die voornamelijk van de visvangst en de jacht leefden. Maar vanaf 4500 v. Chr. had het idee van de landbouw ook deze bosjagers bereikt. Zij hielden koeien en varkens op hoger gelegen plekken in het moeras. Maar vissen en jagen bleven hun voornaamste voedselbronnen.
Zij kenden wel granen en peulvruchten. Maar die verbouwden zij niet zelf. Daarvoor was de grond in het moeras veel te nat. Zij verkregen de granen en peulvruchten door ruilhandel met de “droge boeren” uit Oost-Nederland. Met name met de boeren van de Trechterbekercultuur.
Tussen 3700 en 3500 v. Chr. hebben de Swifterbandmensen hun woongebied in Flevoland verlaten. Waarschijnlijk als gevolg van wateroverlast. Het werd te nat om er nog langer te wonen.
Tijdschema

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Keuzedeel pabo - GS - les 5







Tijdvak 3. Tijd van Monniken en ridders. Deel 1. 



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Over welke periode gaat dit tijdvak?
A
3000 v. Chr.- 500 na Chr
B
500 - 1000
C
1000 - 1500
D
1500 - 1600

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Over welke traditionele periode gaat dit tijdvak?
A
Prehistorie
B
Oudheid
C
Vroege middeleeuwen
D
Late middeleeuwen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Middeleeuwen
  • De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.
  • Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode
  • Ongeveer tussen 500 en 1500

  • Vroege Middeleeuwen: 500 - 1000
  • Late Middeleeuwen: 1000 - 1500

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De witte tekening is:
Op de achtergrond zie je:

Slide 10 - Woordweb

De witte tekening is: een helm van een ridder uit cv 1000
Op de achtergrond zie je: zuilen of pilaren in een klooster of kerk)
Wat weet je al van de monniken en ridders?

monniken:
ridders:

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Programma les 5

  • Startopdracht (oriëntatie) 
  • Theorie 3.1
  • Opdrachten werkboek 
  • Theorie 3.2
  • Opdrachten werkboek
  • Afronding

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen tijdvak 3: De Middeleeuwen


De aspirant-student kan: 
  • beschrijven hoe het christendom zich verspreidde in Europa (les 6)
  • het ontstaan van de islam beschrijven (les 6)
  • beschrijven hoe de islam zich verspreidde (les 6)
  • hofstelsel, leenstelsel en horigheid uitleggen (les 5)


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.1 Leven van het land:
  • Rond 500: veiligheid verdwijnt door het verdwijnen van de Romeinen , veel onrust
  • weinig tot geen handel meer, focus op landbouw
  • Geen centraal bestuur
  • Afhankelijk van landbouw - zelfvoorzienend
  • Boeren konden worden beschermd door landheren 
  • herendiensten, boeren werden eigendom (horigen)
  • ook nog zelfstandige boeren
  • Standensamenleving
  • Geboren in een stand (behalve geestelijken)
  • kustgebied vrije boeren (wonen op terpen)
  • Dorestad (650), handelsnederzetting, internationale haven


hofstelsel
Een middeleeuws stelsel van agrarische zelfvoorziening. Veel boeren werden horigen in ruil voor bescherming door hun landheer. Ze moesten op het land (domein) van hun heer blijven wonen en mochten zonder toestemming niet verhuizen.

Slide 14 - Tekstslide

In ruil voor bescherming geven de boeren - horigen genoemd, hun grond aan de heer en moesten zij de heer dienen.  

Zie hof -> met akkers en wijngaarden voor de heer. Horigen hadden het minder luxe. Mochten stukje v/h land gebruiken. Moesten pacht betalen (belasting) - deel v/d oogst afstaan en herendiensten verrichten

als je bij een heer (machtige boer) aanklopte voor plek gaf je wel al je vrijheden op. Er waren ook boeren die dit niet deden en zij bleven gewoon vrije boeren. Afhankelijk van de plaats waar je woonden en de mate van veiligheid bepaalde of je deze keuze maakte.

Wat zou jij doen als boer?
Zou jij je aansluiten bij zo'n landheer of als 'vrije' boer leven en waarom?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten 3.1. werkboek (en 5 min pauze)
  • Lees 3.1 (nog eens goed door) - Leven van het land
  • Maak de vragen van 3.1 uit het werkboek. Klaar? Geef even een seintje
  • klassikaal bespreken



timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Tot en met 20.15 minuten
Wat valt je op als je deze afbeelding ziet?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leenstelsel (feodale stelsel)
  • Franken veroverden veel gebied, veel soldaten nodig
  • Leenheer (koning) leende land aan leenmannen (vazellen)
  • Frankische rijk versplinterde door het lenen, zelfstandigen
  • Karel de Grote in 800 door paus gekroond tot keizer
  • beschermheer van het Christendom - opvolger Romeinse keizer
  • belasting in natura, onderwijs voor edele kinderen
  • In 843 Frankische rijk in drie delen gesplitst

Slide 19 - Tekstslide

Karel de Grote had soldaten nodig om dat grote rijk te beschermen en het Frankische rijk uit te breiden. Daardoor. bedacht hij het leenstelsel. Hij is de leenheer en gaf zijn gebied te leen (vazal) in ruil voor militaire dienst en adviezen.
 
Noormannen 800 - 1000
  • na dood Karel de Grote 814 rooftochten van Noormannen/vikingen
  • Veel angst in de kustgebieden 
  • Verhalen van monniken (bloeddorstig), kloosters doelwit
  • Noormannen verspreiden zich

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uiteenvallen v/h rijk
  • Leenmannen - hun bezit
  • Leenmannen gedroegen zich als leenheren - versnippering
  • Conflicten
  • Rovers, Vikingen (Noormannen) en bendes hadden vrij spel -> politieke structuur viel uit elkaar 

Slide 21 - Tekstslide

Versnipperingsprobleem: leenmannen gaan gebieden ook uitlenen en doorgeven van vader op zoon, dit is natuurlijk niet de bedoeling en zo versnippert het hele land in allemaal kleine machthebbers.  er werd wel een oplossing op bedacht, namelijk geestelijkheden neerzetten, want die kregen toch geen kinderen. Maar hier ontstaat wel het probleem dat geloof en wereldlijke macht in elkaars vaarwater gaan zitten.

Leenstelsel werkt goed zo lang de leenmannen zich als leenmannen gedragen en niet als onafhankelijke vorsten.
Toen hij overleef viel het systeem uit elkaar. Het bleef wel bestaan maar was niet meer zo strak geregeld. 
Opdrachten 3.2 werkboek
  • Lees 3.2 (nog eens goed door) - Het Frankische Rijk
  • Maak de vragen van 3.2 uit het werkboek. Klaar? Geef een seintje.
  • Samenwerken mag :) 
  • Klassikaal bespreken


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1Hoe ging het deze les? en welke begrippen zijn blijven hangen?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Afronding & les 6
Huiswerk
  • H3 lezen verder lezen
  • Schema H3 starten


Volgende week - les 6 - deel 2 - Tijdvak 3
  • 3.3 en 3.4

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies