1. Ik kan uitleggen hoe de hartslag en de bloeddruk in het lichaam tot stand komen.
2. Ik kan informatie selecteren uit het FK over bètablokkers en ACE remmers. Deze informatie kan ik gebruiken om te bepalen of ik een recept mag herhalen en om informatie en advies in begrijpelijke taal aan de patiënt over te brengen.